Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiser] , uit [plaats] , eiser
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), verweerder.
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
M. van der Spoel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
Rechtbank Noord-Holland
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, op 11 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) behandeld. Eiser heeft gesteld dat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo), ingediend op 25 januari 2024. De rechtbank had eerder, op 29 juli 2024, het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om uiterlijk 1 september 2024 een volledig besluit te nemen. Eiser heeft op 23 oktober 2024 een herhaald beroep ingesteld omdat verweerder deze termijn had overschreden.
De rechtbank oordeelt dat de termijn voor het nemen van een besluit door verweerder is verstreken en dat er sprake is van overschrijding van de beslistermijn. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen en verbindt hieraan een dwangsom van € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-. Eiser had verzocht om een kortere beslistermijn en een hogere dwangsom, maar de rechtbank gaat hier niet op in. Verweerder had in zijn verweerschrift om maatwerk gevraagd, maar de rechtbank oordeelt dat de omstandigheden die verweerder aanvoert al eerder zijn meegenomen in de eerdere uitspraak.
De rechtbank veroordeelt verweerder ook in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50 en draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 187,- aan eiser te vergoeden. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, omdat de rechtbank inmiddels op het beroep heeft beslist. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Maarleveld, rechter, in aanwezigheid van M. van der Spoel, griffier.