Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
verweerders in reconventie
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
- € 896,46, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf zeven dagen na annulering tot aan de dag van de gehele voldoening;
- € 162,71 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
De vorderingen in reconventie
4.De beoordeling
De vorderingen van de passagiers (de conventie)
Is de Verordening van toepassing op de heen- en terugvlucht?
moestworden betaald. Onvoldoende is dat hij meende dat hij aan D-Reizen te mogen betalen, bijvoorbeeld omdat hij dacht dat D-Reizen vertegenwoordigingsbevoegd was. Voor zijn veronderstelling dat hij aan D-Reizen moest betalen, moet de vervoerder bovendien redelijke gronden hebben gehad. Aan deze vereisten is niet voldaan. De vervoerder heeft niet toegelicht dat en waarom hij meende aan D-Reizen te moeten betalen, anders dan dat terugbetaling altijd plaatsvindt via ‘the original form of payment’ en hij door de inschakeling van D-Reizen door de passagiers meende dat D-Reizen vertegenwoordigingsbevoegd was. Dat is niet voldoende voor een geslaagd beroep op artikel 6:34 BW, nog daargelaten dat de vervoerder - gelet op de Verordening - niet kon menen dat hij aan D-Reizen
moestbetalen.
Er is onvoldoende gebleken dat het door de passagiers gevorderde bedrag te hoog is
€ 896,46 hebben betaald voor de vliegtickets. Uit de boekingsbevestiging blijkt dat dit bedrag exclusief bemiddelingskosten van D-Reizen is. Op grond van artikel 8 van de Verordening hebben de passagiers recht op volledige terugbetaling van de prijs van het ticket. Daarom is de vordering voor zover deze ziet op de heenvlucht in zoverre toewijsbaar (zie hierna).
De vordering is voor wat de heenvlucht betreft toewijsbaar