ECLI:NL:RBNHO:2024:11509

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 oktober 2024
Publicatiedatum
7 november 2024
Zaaknummer
C/15/349307 / HA ZA 24/98
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank in geschil over agentuurovereenkomst

Op 21 oktober 2024 vond er een mondelinge behandeling plaats in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, in de zaak tussen Regionaal Advies B.V. en [gedaagde]. Regionaal Advies, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.J.P. Vanaken, had een geschil met [gedaagde], die werd bijgestaan door advocaat mr. J. Tophoff. De rechtbank diende te beoordelen of zij bevoegd was om van het geschil kennis te nemen, waarbij [gedaagde] aanvoerde dat de zaak onder de competentie van de kantonrechter viel, gezien het betreft een agentuurovereenkomst. De rechtbank concludeerde dat het verweer van [gedaagde] slaagde en dat zij onbevoegd was om de zaak te behandelen. De rechtbank verwees de zaak op grond van artikel 71 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering naar de kantonrechter van deze rechtbank. De rechter merkte op dat de handelskamer, waar de mondelinge behandeling plaatsvond, tevens kantonrechter is, waardoor de zaak door dezelfde rechter voortgezet kan worden in die hoedanigheid. De rechtbank wees partijen erop dat zij in de verdere procedure niet meer verplicht zijn om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen, en dat het griffierecht verlaagd zal worden, met terugbetaling van eventueel teveel betaald griffierecht.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/349307 / HA ZA 24-98
Proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 21 oktober 2024, houdende mondeling vonnis
in de zaak van
REGIONAAL ADVIES B.V.,
te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Regionaal Advies,
advocaat: mr. N.J.P. Vanaken,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. J. Tophoff.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ingevolge het vonnis van deze rechtbank van 26 juni 2024.
Tegenwoordig zijn mr. J.H. Gisolf, rechter, en mr. D.C.H.M. de Dood, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
- de heer [naam 1] (bestuurder) en de heer [naam 2] (operationele zaken) namens Regionaal Advies bijgestaan door mr. Vanaken voornoemd,
- [gedaagde] bijgestaan door mr. Tophoff voornoemd.
De rechter stelt vast dat de dagvaarding van 5 februari 2024 met producties 1 tot en met 24 en de conclusie van antwoord van 8 mei 2024 met productie 1 tot het procesdossier behoren.
De rechter gaat over tot de mondelinge behandeling.

1.De uitgangspunten

1.1.
Regionaal Advies is opgericht per 2 juli 2018 en is actief op het vlak van duurzame energietoepassingen. In de praktijk verkoopt zij zonnepaneelsystemen aan de particuliere en zakelijke markt. De door haar verkochte zonnepaneelsystemen worden vervolgens geleverd en gemonteerd door haar zusteronderneming De Zonnegroep B.V.
1.2.
Regionaal Advies heeft een overeenkomst voor de duur van één jaar met ingang van 6 september 2023 gesloten met [onderneming] . Dit betreft de onderneming van [gedaagde] , die zij is gestart in mei 2019.

2.De gronden van de beslissing

2.1.
Alvorens de zaak inhoudelijk te behandelen, stelt de rechter partijen in de gelegenheid zich uit te laten over de bevoegdheid van de rechtbank. [gedaagde] heeft namelijk in de conclusie van antwoord aangevoerd dat zaken betreffende een agentuurovereenkomst behoren tot de competentie van de kantonrechter. Dit verweer slaagt naar het oordeel van de rechtbank.
2.2.
Naar het voorlopig oordeel van de rechtbank is er sprake van een agentuurovereenkomst vanwege de elementen in de overeenkomst tussen partijen. Regionaal Advies heeft (als principaal) aan [gedaagde] (als handelsagent) opdracht gegeven en [gedaagde] heeft zich verbonden om tegen beloning te bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten. De door Regionaal Advies genoemde punten, doen niet af aan de elementen van een agentuurovereenkomst.
2.3.
De verwijzing van Regionaal Advies naar een uitspraak van de Hoge Raad uit 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BC7476) is achterhaald. Sinds 2013 volgt uit artikel 71 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dat het onderwerp van het geschil bepalend is en niet de grondslag van de vordering.
2.4.
Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat zij onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen en dat de zaak op grond van artikel 71 lid 2 Rv moet worden verwezen naar de kantonrechter van deze rechtbank.
2.5.
De rechter van de handelskamer ten overstaan van wie in de onderhavige zaak de mondelinge behandeling plaatsvindt, is tevens kantonrechter. Daarom wordt de zaak voortgezet door dezelfde rechter, maar dan in de hoedanigheid van kantonrechter.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de kantonrechter van deze rechtbank, locatie Alkmaar, ten behoeve van de mondelinge behandeling op
maandag 21 oktober 2024om 13:30 uur,
3.2.
wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen,
3.3.
wijst partijen erop dat het in deze procedure geheven griffierecht ingevolge artikel 8 lid 4 WGBZ zal worden verlaagd en dat het eventueel teveel betaalde griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.
Waarvan proces-verbaal,
de griffier
de rechter