ECLI:NL:HR:2008:BC7476
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in agentuurovereenkomst en cassatieprocedure
In deze zaak hebben [Eiseres 1] en MEGA ADVIES B.V. Zürich Leven N.V. gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage, waarbij zij een vordering tot betaling van ƒ 178.546,40 met rente en kosten hebben ingesteld. Zürich heeft de vordering bestreden en in reconventie een bedrag van ƒ 135.503,78 gevorderd. De rechtbank heeft de vordering van [Eiseres] c.s. afgewezen en de reconventionele vordering van Zürich toegewezen. Tegen deze uitspraak hebben [Eiseres] c.s. hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft hen niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. Hierop hebben [Eiseres] c.s. cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de vordering van [Eiseres] c.s. betrekking had op een agentuurovereenkomst. De rechtbank had de vordering afgewezen op basis van de bevoegdheid, omdat de vordering volgens de rechtbank onder de kennisneming van de kantonrechter viel. Het hof heeft deze beslissing bevestigd, maar de Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte heeft aangenomen dat de vordering niet bij de rechtbank had kunnen worden ingesteld. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelt dat de benaming die door de eiser aan de overeenkomst is gegeven niet beslissend is voor de vraag tot wiens kennisneming de vordering behoort. De Hoge Raad benadrukt dat de grondslag van de vordering zoals die in de dagvaarding is gesteld bepalend is voor de bevoegdheid van de rechter. De Hoge Raad heeft Zürich in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak begroot op € 462,05 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.