In deze zaak verzoekt een werknemer, [verzoeker], de vernietiging van een ontslag op staande voet door zijn werkgever, [B.V.]. De werknemer betwist de dringende redenen die aan het ontslag ten grondslag liggen en stelt dat het ontslag niet onverwijld is gegeven. De werkgever heeft het ontslag gebaseerd op de verkoop van twee motorblokken door de werknemer zonder toestemming. De kantonrechter heeft op 2 oktober 2024 beslist dat de werkgever in de gelegenheid wordt gesteld om de dringende redenen te bewijzen. De werknemer heeft een verzoek ingediend om het ontslag te vernietigen en om schadevergoeding te ontvangen. De werkgever heeft een verweerschrift ingediend en een tegenverzoek gedaan om de werknemer te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat het ontslag onverwijld is gegeven. De beoordeling van de dringende reden is nog niet afgerond, en de werkgever moet bewijs leveren dat zij de eigenaar was van de motorblokken en dat de werknemer zonder toestemming heeft gehandeld. De beslissing over het verzoek en het tegenverzoek is aangehouden, en bewijslevering moet uiterlijk op 30 oktober 2024 plaatsvinden.