ECLI:NL:RBNHO:2024:1012

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
10772582 \ AO VERZ 23-66
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van verzoeken tot betaling van aanzegvergoeding, transitievergoeding, achterstallig loon, vakantietoeslag en vergoeding voor vakantie- en ADV-uren in arbeidszaak

In deze zaak heeft de kantonrechter uitspraak gedaan op het verzoek van een werknemer, aangeduid als [verzoeker], tegen zijn werkgever DNR-Energy, een besloten vennootschap gevestigd te Alkmaar. De werknemer heeft verzocht om betaling van een aanzegvergoeding, transitievergoeding, achterstallig loon, vakantietoeslag en een vergoeding voor vakantie- en ADV-uren. De kantonrechter heeft op 10 januari 2024 geoordeeld dat de verzoeken van de werknemer grotendeels toewijsbaar zijn. De werkgever, DNR, heeft verweer gevoerd en een tegenverzoek ingediend op basis van vermeende verduistering door de werknemer, maar dit verweer is door de kantonrechter verworpen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat DNR niet tijdig aan de aanzegverplichting heeft voldaan, waardoor de aanzegvergoeding verschuldigd is. Daarnaast zijn de transitievergoeding, het loon over de maand augustus 2023 en de vakantietoeslag toegewezen, omdat DNR deze bedragen niet heeft betwist. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de werknemer recht heeft op uitbetaling van vakantie- en ADV-uren, maar heeft het verzoek tot vergoeding van ADV-uren afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De wettelijke rente en wettelijke verhoging zijn eveneens toegewezen. Het tegenverzoek van DNR is afgewezen wegens strijd met de goede procesorde, en de proceskosten zijn voor rekening van DNR.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 10772582 \ AO VERZ 23-66 MR
Uitspraakdatum: 10 januari 2024
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. J.G. Burgers
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DNR-Energy,
gevestigd te Alkmaar
verwerende partij
verder te noemen: DNR
gemachtigde: [naam] .
De zaak in het kort
De verzoeken van werknemer tot betaling van een aanzegvergoeding, een transitievergoeding, achterstallig loon, vakantietoeslag en een vergoeding voor vakantie- en ADV-uren worden grotendeels toegewezen. Het beroep van werkgever op verrekening in verband met verduistering door werknemer slaagt niet, omdat de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen. Werkgever wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn tegenverzoek wegens strijd met een goede procesorde.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om DNR te veroordelen tot betaling van een aanzegvergoeding, een transitievergoeding, achterstallig loon, vakantietoeslag en een vergoeding voor vakantie- en ADV-uren.
1.2.
Op 6 december 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. DNR heeft ter zitting mondeling verweer gevoerd en een tegenverzoek ingediend.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] , is op 18 juli 2022 voor bepaalde tijd in dienst getreden bij DNR. De laatste functie die [verzoeker] vervulde, is die van hulpmonteur, met een salaris van € 2.323,13 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag.
2.2.
Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Kleinmetaal en Installatietechniek van toepassing (hierna: de cao).
2.3.
De tweede tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd liep van 1 september 2022 tot en met 31 augustus 2023.
2.4.
Bij brief van 4 augustus 2023 heeft DNR aan [verzoeker] laten weten dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zou worden verlengd.
2.5.
[verzoeker] heeft zich op 20 juli 2023 ziekgemeld.
2.6.
DNR heeft op 21 augustus 2023 aangifte gedaan van
“Verduistering (evt. in dienstbetrekking)”door [verzoeker] . De aangifte is nog in behandeling.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoeker] verzoekt DNR – samengevat – te veroordelen:
tot betaling aan [verzoeker] van de aanzegvergoeding ter hoogte van € 647,48 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente;
tot betaling aan [verzoeker] van de transitievergoeding ter hoogte van € 906,02 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente;
tot betaling aan [verzoeker] van het loon over de maand augustus 2023 ter hoogte van € 2.323,13 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
tot betaling aan [verzoeker] van de vakantietoeslag over de maanden juli en augustus 2023 ter hoogte van € 369,11 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
tot vergoeding aan [verzoeker] van € 2.219,26 bruto aan vakantie-uren, te vermeerderen met de wettelijke rente;
tot betaling aan [verzoeker] van € 1.562,76 bruto aan niet uitbetaalde ADV-uren, te vermeerderen met de wettelijke rente;
tot verstrekking aan [verzoeker] van schriftelijk en deugdelijke netto/bruto specificaties, op straffe van een dwangsom;
in de proceskosten.
3.2.
Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort gezegd – dat DNR ondanks aanmaning haar verplichtingen op grond van de arbeidsovereenkomst niet is nagekomen. DNR is daarom tevens de wettelijke rente en de wettelijke verhoging verschuldigd.
Het verweer en het tegenverzoek
4.1.
DNR verweert zich tegen het verzoek en voert daartoe – samengevat – het volgende aan. Het klopt dat DNR nog enkele bedragen aan [verzoeker] verschuldigd is. DNR heeft echter een vordering op [verzoeker] in verband met verduistering van haar eigendommen en doet daarom een beroep op verrekening. De door [verzoeker] verzochte vergoeding van vakantie-uren en ADV-uren klopt niet; [verzoeker] stond in de min.
4.2.
Bij wijze van tegenverzoek verzoekt DNR om [verzoeker] te veroordelen tot vergoeding van de door haar geleden schade van ongeveer € 15.500,00 in verband met de verduistering van haar materialen door [verzoeker] .

5.De beoordeling

het verzoek
5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of DNR moet worden veroordeeld tot betaling van diverse bedragen aan [verzoeker] in het kader van de arbeidsovereenkomst tussen partijen en het einde daarvan.
aanzegvergoeding
5.2.
[verzoeker] maakt onder andere aanspraak op een vergoeding wegens het niet nakomen van de aanzegverplichting. DNR voert verweer tegen dit onderdeel van het verzoek en voert aan dat door haar op 17 juli 2023 telefonisch aan [verzoeker] is doorgegeven dat hij geen nieuwe arbeidsovereenkomst zou krijgen. [verzoeker] is vanaf 20 juli 2023 in de ziektewet gegaan en is vanaf dat moment niet meer op kantoor geweest en was telefonisch niet bereikbaar voor DNR. Op 4 augustus 2023 heeft DNR per brief aan [verzoeker] bevestigd dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd, aldus DNR.
5.3.
De kantonrechter overweegt dat DNR uiterlijk een maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege zou eindigen, dus een maand voor 1 september 2023, [verzoeker] schriftelijk had moeten informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. [1] De telefonische mededeling op 17 juli 2023 door DNR is niet voldoende om aan de aanzegverplichting te voldoen; in de wet is uitdrukkelijk bepaald dat de mededeling schriftelijk moet worden gedaan. De door DNR in dat kader verzonden brief dateert van 4 augustus 2023 en is dus te laat verstuurd. Dit betekent dat de aanzegging niet tijdig is gedaan en DNR de aanzegvergoeding, waarvan zij de hoogte niet heeft weersproken, aan [verzoeker] verschuldigd is.
transitievergoeding, loon en vakantietoeslag
5.4.
Verder maakt [verzoeker] aanspraak op een transitievergoeding [2] , op loon over de maand augustus 2023 en op vakantietoeslag over de maanden juli en augustus 2023. DNR heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen deze door [verzoeker] ingediende verzoeken en heeft niet betwist dat zij de transitievergoeding, het loon over de maand augustus 2023 en de vakantietoeslag over de laatste twee maanden van het dienstverband aan [verzoeker] verschuldigd is. DNR heeft de hoogte van de door [verzoeker] verzochte bedragen niet weersproken, zodat de verzoeken van [verzoeker] in zoverre toewijsbaar zijn.
vakantie- en ADV-uren
5.5.
[verzoeker] maakt tot slot aanspraak op uitbetaling van de bij het einde van de arbeidsovereenkomst nog openstaande vakantie- en ADV-uren. Het gaat daarbij ten minste om 153,37 vakantie-uren met een tegenwaarde van € 2.219,26 bruto uitgaande van een loon van € 14,47 per uur. Verder maakt [verzoeker] aanspraak op uitbetaling van 108 niet genoten ADV-uren met een tegenwaarde van € 1.562,76 bruto. [verzoeker] voert daartoe aan dat hij, omdat hij altijd 40 uur heeft gewerkt in plaats van de normale werktijd van 38 uur op grond van de cao en het dienstverband 59 weken heeft geduurd, recht heeft op uitbetaling van 108 uur.
5.6.
DNR voert verweer tegen de door [verzoeker] verzochte uitbetaling van vakantie- en ADV-uren. [verzoeker] heeft per week 2 uur ADV en per maand 16,67 uur vakantie opgebouwd waarbij er in het systeem geen onderscheid zichtbaar is tussen vakantie- en ADV-uren. Het saldo van
“Verlofregistraties”op de telefoon van [verzoeker] ziet dus ook op ADV-uren. Op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst was sprake van een negatief saldo, aldus DNR.
5.7.
De kantonrechter overweegt dat hoewel op [verzoeker] als werknemer de bewijslast rust van de hoogte van het gevorderde saldo aan vakantie- en ADV-uren, het uitgangspunt is dat DNR als werkgever een deugdelijke administratie bijhoudt. Nu DNR de hoogte van de door [verzoeker] verzochte vakantie- en ADV-uren betwist, had het op haar weg gelegen haar verweer gemotiveerd en met stukken te onderbouwen en de door haar bijgehouden administratie in deze procedure over te leggen, hetgeen zij niet heeft gedaan. De kantonrechter ziet geen aanleiding om DNR alsnog in deze gelegenheid te stellen. DNR had immers al eerder een verklaring aan [verzoeker] in dat kader uit moeten reiken. [3] Het verweer van DNR dat de ADV-uren reeds begrepen zijn in het verlofsaldo heeft [verzoeker] niet weersproken. Hij heeft zijn vordering van de ADV-uren ook verder niet nader onderbouwd, zodat naar het oordeel van de kantonrechter het verzoek wat de vakantie- en ADV-uren alleen een bedrag van € 2.219,26 bruto toewijsbaar is.
wettelijke rente, wettelijke verhoging en specificaties
5.8.
De door [verzoeker] verzochte en door DNR niet betwiste wettelijke rente over het achterstallig loon is eveneens toewijsbaar, omdat DNR te laat heeft betaald. De wettelijke rente over de aanzegvergoeding is toewijsbaar zoals verzocht. De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 1 oktober 2023. [4] De wettelijke rente over de vakantietoeslag en de vakantie- en ADV-uren is eveneens toewijsbaar vanaf 1 oktober 2023 omdat DNR de eindafrekening, waarvan de vakantietoeslag en het uitbetalen van vakantie-en ADV-uren onderdeel uitmaken, uiterlijk een maand na het einde van de arbeidsovereenkomst verschuldigd is.
5.9.
De door [verzoeker] verzochte de wettelijke verhoging [5] over het achterstallig loon en de vakantietoeslag wordt ook toegewezen. De kantonrechter ziet in de gegeven omstandigheden aanleiding om de wettelijke verhoging te matigen tot 20%. De gevorderde wettelijke rente over de wettelijke verhoging zal, als niet weersproken, worden toegewezen zoals gevorderd.
5.10.
De door [verzoeker] verzochte afgifte van netto/bruto specificaties met de daaraan gekoppelde dwangsom zullen als niet betwist worden toegewezen.
Verrekening
5.11.
DNR voert aan dat hij geen betaling aan [verzoeker] verschuldigd is, omdat zij een tegenvordering van rond de € 15.500,00 op [verzoeker] heeft in verband met spullen die hij verduisterd heeft. DNR heeft in feite een beroep gedaan op verrekening in verband met de vordering die zij op [verzoeker] meent te hebben. [6] Een beroep op verrekening kan slechts slagen indien de gegrondheid van dit verweer op eenvoudige wijze is vast te stellen. Gelet op de gemotiveerde betwisting door [verzoeker] van een vordering op hem en het ontbreken van een specificatie van de vordering en enige onderbouwing onder overlegging van stukken door DNR, is daarvan geen sprake. Naar het oordeel van de kantonrechter kan het beroep van DNR op verrekening niet slagen.
5.12.
De conclusie is dat de verzoeken van [verzoeker] , zoals hierna vermeld, zullen worden toegewezen.
5.13.
De proceskosten komen voor rekening van DNR, omdat zij overwegend ongelijk krijgt. De kantonrechter zal de gevorderde nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroor-deling vermelden, omdat die veroordeling voor de nakosten al een executoriale titel oplevert. [7]
5.14.
Wat door partijen verder nog is aangevoerd, kan niet tot een andere beslissing leiden en kan dan ook buiten beschouwing blijven.
het tegenverzoek
5.15.
DNR heeft ter zitting mondeling een tegenverzoek gedaan. Zij verzoekt veroordeling van [verzoeker] tot betaling van een bedrag van € 15.500,00 in verband met de spullen die [verzoeker] verduisterd heeft. [verzoeker] maakt bezwaar tegen het toestaan van het tegenverzoek. Het tegenverzoek wordt betwist en het verzoek is onvoldoende concreet en onderbouwd om te kunnen toewijzen, aldus [verzoeker] .
5.16.
De kantonrechter overweegt dat het mogelijk is om mondeling ter zitting een tegenverzoek in te dienen. Een dergelijk verzoek zal echter ter zijde moeten worden gesteld indien, gelet op de omstandigheden van het geval, het toestaan van het tegenverzoek in strijd is met de goede procesorde. Daarvan is naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval sprake.
5.17.
[verzoeker] is gelet op het late stadium van het indienen van het tegenverzoek en omdat het tegenverzoek onvoldoende duidelijk en concreet is, niet in staat om voldoende daarop te reageren. Daarvoor zal een nadere aanhouding noodzakelijk zijn. Een nadere aanhouding levert naar het oordeel van de kantonrechter een onredelijke vertraging van de procedure en benadeling van [verzoeker] op en zal daarom niet worden toegelaten. Daar komt bij dat DNR niet dan wel onvoldoende heeft toegelicht waarom zij niet voorafgaand aan de zitting om aanhouding heeft verzocht en/of schriftelijk een tegenverzoek heeft ingediend. Het voorgaande leidt ertoe dat DNR niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar tegenverzoek.
5.18.
De proceskosten komen voor rekening van DNR, omdat zij ongelijk krijgt. Gelet op de samenhang met het verzoek van [verzoeker] worden de proceskosten bepaald op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
6.1.
veroordeelt DNR tot betaling aan [verzoeker] van € 647,48 bruto aan aanzegvergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 september 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt DNR tot betaling aan [verzoeker] van € 906,02 bruto aan transitievergoeding en € 2.219,26 bruto aan vakantie- en ADV-uren, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 1 oktober 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.3.
veroordeelt DNR tot betaling aan [verzoeker] van € 2.323,13 bruto aan loon, te vermeerderen met de wettelijke verhoging met een maximum van 20%, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.4.
veroordeelt DNR tot betaling aan [verzoeker] van € 369,11 bruto aan vakantietoeslag, te vermeerderen met de wettelijke verhoging met een maximum van 20%, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.5.
veroordeelt DNR tot verstrekking aan [verzoeker] van schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificaties waarin de toegewezen bedragen zijn verwerkt, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag voor elke dag dat DNR binnen veertien dagen na betekening van deze beschikking niet hieraan voldoet, met een maximum van € 2.000,00;
6.6.
veroordeelt DNR tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op € 615,00, te weten:
griffierecht € 86,00
salaris gemachtigde € 529,00;
6.7.
wijst het meer of anders verzochte af;
6.8.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
het tegenverzoek
6.9.
verklaart DNR niet-ontvankelijk in haar verzoek;
6.10.
veroordeelt DNR tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [verzoeker] worden vastgesteld op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.H. Lips, kantonrechter en op 10 januari 2024 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:668 lid 1, onderdeel a, Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 7:673 BW.
3.Artikel 7:641 lid 2 BW.
4.Artikel 7:686a lid 1 BW.
5.Artikel 7:625 BW.
6.Artikel 6:136 BW.
7.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2022:853