Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie, een verkeersboete, opgelegd gekregen voor het rechts inhalen waar dat verboden was. Na een ongegrond verklaard beroep bij de officier van justitie, heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 9 juni 2023 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie het standpunt gehandhaafd en verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
Betrokkene voerde aan dat hij in een kort tijdsbestek meerdere boetes had ontvangen en dat dit aanleiding gaf tot matiging van de boete op basis van het evenredigheidsbeginsel. De kantonrechter oordeelde echter dat er geen andere zaken van betrokkene bekend waren en dat de gemachtigde onvoldoende informatie had verstrekt. Betrokkene erkende de gedraging, maar deed een beroep op persoonlijke omstandigheden, waaronder een zakelijk conflict en bedreigingen. De kantonrechter vond deze omstandigheden niet voldoende om de boete te matigen, aangezien verkeersregels voor iedereen gelden.
Daarnaast werd er een schending van de hoorplicht door de officier van justitie vastgesteld, omdat betrokkene en zijn gemachtigde niet fysiek of telefonisch waren gehoord. De kantonrechter vernietigde de beslissing van de officier van justitie, maar besloot de boete niet te verlagen, omdat betrokkene al professioneel was bijgestaan. De kantonrechter verklaarde het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond, maar het beroep tegen de opgelegde boete ongegrond. Proceskosten werden niet toegewezen, omdat betrokkene inhoudelijk ongelijk kreeg.