ECLI:NL:RBNHO:2023:9931

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
C/15/332048 / HA ZA 22-580
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding uit vervoersovereenkomsten tussen Falcone Global Solutions LLC en Forbo Flooring B.V.

In deze civiele zaak tussen Falcone Global Solutions LLC (eiseres) en Forbo Flooring B.V. (gedaagde) draait het om de beëindiging van verschillende vervoersovereenkomsten. Falcone vordert schadevergoeding van Forbo, die de overeenkomsten eind 2018 heeft beëindigd. Falcone stelt dat er mondeling een nieuwe overeenkomst is gesloten, terwijl Forbo dit betwist en verwijst naar haar algemene voorwaarden. De rechtbank oordeelt dat er geen nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen en dat de algemene voorwaarden van Forbo van toepassing zijn. De vorderingen van Falcone worden afgewezen, terwijl de vorderingen van Forbo in reconventie tot betaling van openstaande facturen deels worden toegewezen. De rechtbank concludeert dat Falcone geen recht heeft op schadevergoeding, omdat de beëindiging van de overeenkomst rechtmatig was. De rechtbank wijst de vorderingen van Falcone af en veroordeelt haar tot betaling van de proceskosten aan Forbo.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/332048 / HA ZA 22-580
Vonnis van 27 september 2023
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
FALCONE GLOBAL SOLUTIONS LLC,
gevestigd te Atlanta, Verenigde Staten van Amerika,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaten mr. M.M. van Leeuwen en mr. B.G.F. Simons te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FORBO FLOORING B.V.,
gevestigd te Zaanstad,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaten mr. A. Knigge, mr. P. Jahan en mr. F. van Es te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Falcone en Forbo genoemd worden.

1.De zaak in het kort

1.1.
Tussen partijen zijn verschillende vervoersovereenkomsten gesloten. Eind 2018 heeft Forbo de vervoersovereenkomsten met Falcone beëindigd. Falcone vordert vergoeding van de schade die zij hierdoor lijdt. Forbo betwist enige vergoeding verschuldigd te zijn en verwijst daartoe onder meer naar haar algemene voorwaarden. Falcone stelt echter dat partijen mondeling tot een nieuwe overeenkomst zijn gekomen en haar eigen algemene voorwaarden van toepassing zijn. De rechtbank wijst de vorderingen van Falcone in conventie af. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van een nieuwe overeenkomst tussen partijen. Daaruit volgt dat de Forbo Algemene Voorwaarden (zoals van toepassing verklaard bij het aangaan van de Overeenkomst 2017) van toepassing zijn op de rechtsverhouding van partijen. De vorderingen van Forbo in reconventie tot betaling van openstaande facturen worden deels toegewezen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 8 februari 2023 en de daarin genoemde stukken,
  • de akte van Falcone met de producties 37 tot en met 44,
  • de akte van Forbo met de producties 39 tot en met 50,
- de spreekaantekeningen van Falcone,
- de spreekaantekeningen van Forbo.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Falcone is een werkmaatschappij van Falcone Capital Holding LLC. Zij levert internationale transportdiensten via zee-, grond- en luchtvervoer. Het hoofdkantoor is gevestigd in Atlanta (Georgia) in de Verenigde Staten.
Falcone maakt ten behoeve van haar klantrelaties gebruik van een online portaal genaamd FalcTrak 2.0 (hierna: FalcTrak). Via dit digitale platform kunnen haar klanten zendingen en diensten boeken en de status ervan volgen. Wanneer klanten via FalcTrak een zending boeken of diensten aanvragen, moeten zij voorafgaand aan een boeking of aanvraag de algemene voorwaarden van Falcone (hierna: de FGS 100 Terms) aanvaarden.
3.2.
Forbo – onderdeel van de Forbo-groep – is een producent van vloerbedekkingen. Forbo maakt voor de productie van haar vloerbedekkingen gebruik van uit het buitenland afkomstige grondstoffen zoals tall olie.
3.3.
Tussen de Forbo-groep en Falcone bestonden rechtsverhoudingen uit hoofde van overeenkomsten op basis waarvan Falcone transportdiensten verleende aan entiteiten binnen de Forbo-groep, waaronder Forbo.
3.4.
Falcone heeft geparticipeerd in – in ieder geval – een tweetal tenderprocedures van Forbo. Op 1 juli 2016 is in dit kader tussen Falcone en Forbo een overeenkomst tot stand gekomen, waarin de raamvoorwaarden waren opgenomen voor het vervoer van eindproducten van de Forbo-groep (hierna: de Overeenkomst 2016). De losse vervoersopdrachten onder deze overeenkomst werden gegeven door verschillende entiteiten uit de Forbo-groep.
3.5.
Begin 2017 is, ook in het kader van een aanbesteding, tussen Falcone en Forbo een nieuwe overeenkomst tot stand gekomen, waarin de raamvoorwaarden waren opgenomen voor het vervoer van grondstoffen, zoals tall olie (hierna: de Overeenkomst 2017). Deze grondstoffen moesten vanuit de Verenigde Staten naar Forbo’s fabrieken in Nederland en Schotland vervoerd worden alwaar ze tot eindproducten werden verwerkt. De Overeenkomst 2017 is enkel met Forbo gesloten en dat is ook de enige entiteit van de Forbo-groep die vervoersopdrachten onder deze overeenkomst aan Falcone verstrekte.
Forbo plaatste haar boekingen van zendingen (van tall olie) via de e-mail bij Falcone.
3.6.
Op de werkzaamheden die Falcone heeft uitgevoerd onder de Overeenkomsten 2016 en 2017 waren de algemene voorwaarden van Forbo van toepassing (de
“General Conditions of Purchase Forbo Flooring 20101224”), hierna: de Forbo Algemene Voorwaarden.
In artikel 1.1.6 van de Overeenkomst 2016 en artikel 1.1.7 van de Overeenkomst 2017 staat daarover het volgende:
“The general Conditions of Purchase of Forbo Flooring B.V., as attached below, will be applicable on the contract. Can you guarantee to comply with this specification?”
3.7.
Falcone heeft bovenstaande vraag in beide overeenkomsten bevestigend beantwoord:
“Falcone Global Solutions, LLC and all our subsidiaries (…) comply with the General Conditions of Purchase for Forbo Flooring.”
“Yes and Falcone Companies are already in contract/agreement with these General Conditions”.
3.8.
In artikel 1.1.17 van de Overeenkomst 2017 is over de kosten onder meer het volgende opgenomen:
“All rates have to be valid for one year after start of the contract. A build-in price mechanism has to be applicable to ensure Forbo has the most competitive pricing for the volume, also in the coming year(s).The price mechanism will be applied as follows:- The winner of the E-auction must comply to the Xeneta benchmark for the ocean freight trendline, all other costs are fixed
- Forbo will provide this trendline per quarter and the chosen supplier must adjust their quarterly rates accordingly
Can you guarantees to comply with this specification?
Falcone will comply with Xeneta Benchmark and fixed rates.”
3.9.
In artikel 1.3.3. van de Overeenkomst 2017 staat:
“1. Considering the set-up of Forbo’s supply chain as described in this document, do you see any opportunities for optimization? What possibilities do you see to cut cost after 1 year? What will be the price-impact which can be included in the contract? (…)”
3.10.
In artikel 1.4.2. van de Overeenkomst 2017 staat:
“All rates have to be valid for 1-1-2017 until 21-12-2017 or a build-in price mechanism to ensure that Forbo has the most competitive pricing for their volume.
Forbo will not commit to a fixed quota of containers per year, we will provide you the most accurate figures but these are merely indicative.Your contractpartner will be Forbo Flooring B.V. (Netherlands).Can you guarantee to comply with this specification?
[antwoord Falcone:]
Yes”
3.11.
In de Forbo Algemene Voorwaarden zijn – onder meer – de volgende bepalingen opgenomen:
6. Prices, VAT, payment and setoff(…)6.9 Without prejudice to its other rights, Forbo Flooring is entitled to charge the Contractor the reasonable legal and other costs, costs of legal assistance included, reasonably incurred or to be incurred by Forbo Flooring for the collection of any sum due, or to obtain compliance with any obligation by the Contractor. (…)

22.22. Applicable law, competent court and miscellanea22.1 These Conditions, as well as any Orders and agreements and any disputes arising from those, are governed by Dutch law. In respect of the agreements as referred to in article 6:247 (2) Dutch Civil Code it is however expressly stipulated that section 3, title 5 of Book 6 Dutch Civil Code does not apply.

(…)22.6 Insofar not otherwise prescribed as mandatory by applicable national of international rules of law, any dispute between the parties shall in first instance be exclusively submitted to the competent court in Amsterdam, without prejudice to Forbo Flooring’s right to submit the dispute to a court otherwise competent on the basis of national or international rules of law.

30.Tools and equipment30.1 Unless otherwise provided for in the Agreement, the Contractor is responsible for all the tools and equipment required for the Work. (…)”

3.12.
Op 20 januari 2017 (nadat de tender 2017 van Forbo door Falcone was gewonnen) heeft de heer [betrokkene 1] van Forbo [betrokkene 2] van Falcone gewezen op de toepasselijke Forbo Algemene Voorwaarden in het kader van de Overeenkomst 2017:
“Congratulations on your win of the auction yesterday regarding the containers from Brunswick to Assendelft/Kircaldy. We are planning to give you appr 70% of the total volume. Attached are the applicable terms and conditions as well as the applicable other requirements as agreed in the Negometrix RFP[request for proposal, ofwel de aanbestedingsprocedure, rechtbank]
.”
3.13.
Forbo heeft in het kader van de overeengekomen werkzaamheden op 6 februari 2017 een volmacht aan Falcone verstrekt:
“To make endorsements on bills of lading, conferring authority to make and collect drawback (…)”
“To sign, seal, and deliver for and as the act of said grantor any bond required by law or regulation in connection with the entry or withdrawal of imported merchandise (…)”
3.14.
Onder de Overeenkomsten 2016 en 2017 hebben partijen afgesproken dat het Falcone was toegestaan om transportwerkzaamheden te laten uitvoeren door onderaannemers maar dat Falcone verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de vervoersopdrachten (1.1.5 Overeenkomst 2016 en 1.1.6 Overeenkomst 2017):
“Sub-contracting:
In case of working with other transportation service providers for (a part of) the business described in this document, sub-contractors will have to be approved by Forbo on beforehand. In the Questionnaire attached to this RFP, you are requested to specify a list of sub-contracting companies per region (if any).
Forbo prefers to only have one single point of contact and will not communicate with any sub-contracting parties directly. Management and performance of sub-contracting parties is your full responsibility as main contractor.”
3.15.
In verband met het vervoer van de tall olie voor Forbo heeft Falcone ISO-tanks van International Equipment Leasing Inc. geleased.
3.16.
Op 26 maart 2018 heeft een bespreking tussen partijen in Nederland plaatsgevonden. Namens Falcone was [betrokkene 2] bij deze bespreking aanwezig. Tijdens deze bespreking introduceerde Falcone een nieuwe onderaannemer (CTVrede/Alt4).
3.17.
Een dag voor deze bespreking schreef [betrokkene 2] van Falcone aan Forbo:
“Meeting with Forbo Central Purchasing-Transparency of Rates 2018
1. Tanks-ISO Tanks are Falcone Owned-Move Tank discharge, heating and heating to Zaandam and negotiate direct deal on behalf of Forbo. Dedicate a set amount of Tanks for Forbo annually to use and store in Zaandam for crude tall. (…)”
3.18.
Op 26 maart 2018 reageerde Forbo naar aanleiding van de bespreking die dag als volgt:
“(…) We will stop the original agreed update of rates with the benchmark from Xeneta because only relying on this benchmark is not taking into account other aspects of the door-to-door rate, so this is not manageable anymore for Falcone (…)”
3.19.
In zijn e-mailbericht van 6 april 2018 heeft [betrokkene 2] van Falcone – onder meer – aan Forbo bericht:
“(…) Tanks-We have a few more weeks until we make the switch over to CTV/[betrokkene 4] and the Transparent Model. [betrokkene 3] and I have the rates from CTV but are waiting to hear from [betrokkene 4] to counter the CTV rates. Attached is the Tanker (Forbo costs) for 2017. Our Q 1 2018 numbers went up significantly for Tanks due to multiple variable’s we outlined in the beginning of the year-USA Trucking Shortage Crisis, US Export Container Rates increase, Heating, Tanks costs in Holland. Once we finalize the contracts with CTV/[betrokkene 4], our landed cost for the Crude Tall based on Falcone’s projections allocated to 12/31/18 will be in about net with 2017 costs. (…)”
3.20.
In zijn e-mailbericht van 28 juni 2018 schreef [betrokkene 2] van Falcone aan [betrokkene 5] (hierna: [betrokkene 5]) van Forbo:
“(…) First and most importantly, as an officer of Falcone I cannot and will not agree to these items via email without our General Counsel in a formal legal agreement. There are Federal Laws per our licenses that I cannot override like Ocean Rates we have to file with the Federal Maritime Commission. Hence, I will digress from all comments unless they are in a legally binding agreement, not an e-mail.Falcone has to comply with the Federal Rules of the FMC Rules and Tariff and FGS 100 as well as ON A separate issue the Bank ownership of receivables which as we stated need paid in full by Forbo to avoid a trigger of default by Forbo by the Falcone and Banks in the USA. (…)”
3.21.
[betrokkene 5] heeft daar diezelfde dag per e-mail als volgt op gereageerd:
“Just wanted to understand timings for tall-oil rates [betrokkene 2], that’s all – fully aligned with all your remarks below. (…)”
3.22.
Falcone heeft bij het uitvoeren van haar werkzaamheden voor Forbo onder meer gebruik gemaakt van de diensten van onderaannemer [betrokkene 6] (hierna: [betrokkene 6]). [betrokkene 6] zou het Europese deel van de transportwerkzaamheden voor Forbo verrichten. Tussen Falcone en [betrokkene 6] is een geschil ontstaan over de betaling van aan Falcone gerichte facturen. In het kader van dat geschil heeft [betrokkene 6] onder zichzelf beslag gelegd op 87 voor de Forbo-groep bestemde containers en een retentierecht uitgeoefend op de cognossementen voor die containers. Hiermee werd een tijdige levering van de containers aan Forbo verhinderd, waardoor Forbo schade leed. Forbo is Falcone vervolgens financieel te hulp geschoten om haar containers los te krijgen bij [betrokkene 6]. Dit resulteerde in een op 28 april 2018 gesloten overeenkomst tussen Forbo NL, Forbo US en Falcone (de “Business Letter”) met afspraken over financiële steun van Forbo aan Falcone zodat Falcone aan haar verplichtingen jegens [betrokkene 6] kon voldoen en vrijgave van de containers aan Forbo gerealiseerd kon worden. In de Business Letter is door partijen onder meer afgesproken:
“Payment to [betrokkene 6] of $ 243.000, split $ 121.500 cash by Falcone and $ 121.500 cash as cash advance for Falcone by Forbo. Falcone will repay this to Forbo through issuing credit notes amounting to $ 121.500,-.”
3.23.
Ter uitvoering van bovenstaande afspraak heeft Falcone tussen 23 juli 2018 en 25 juli 2018 in totaal 13 creditnota’s verstrekt aan Forbo die zagen op in totaal 70 onderliggende facturen. Volgens Forbo was echter een deel van de creditnota’s ten onrechte door Falcone verstuurd (omdat dit deel niet gelinkt kon worden aan openstaande facturen van Falcone). Op 10 september 2018 heeft Forbo Falcone per e-mail laten weten dat voor een bedrag ter hoogte van $ 99.300,- onterechte creditnota’s door Falcone aan haar waren verstuurd:
“As per our agreement you have issued credit notes aimed to re-pay USD $ 121,5K cash advance that Forbo wired to [betrokkene 6].Forbo has reviewed the credit notes based on the principle is that a credit note is valid when linked to open invoice, i.e. invoice for legitimate cost that is received and validated by Forbo.Enclosed review file shows USD 22,2K of valid repayment, and we need to close the remaining USD $99,3K now.”
3.24.
Naar aanleiding van voorgaande e-mail hebben partijen telefonisch met elkaar gesproken en heeft Forbo per mail van 11 september 2018 aan Falcone bevestigd dat een deel van de creditnota’s onterecht was ($28.600,-), een ander deel van de creditnota’s terecht was ($ 8.300,-) en dat het resterende bedrag ($ 84.600,-) een week later door partijen zou worden besproken. [betrokkene 2] heeft ter voorkoming van verdere discussie over de hoogte van het bedrag diezelfde dag per e-mail een aanbod aan Forbo gedaan om eenmalig $ 81.762,- aan Forbo te betalen. Hoewel Forbo zich aanvankelijk op het standpunt stelde dat zij recht had op een hoger bedrag, heeft zij uiteindelijk per e-mail van 12 september 2018 het aanbod van Falcone geaccepteerd.
3.25.
In verband met haar voornemen om een nieuwe tender uit te schrijven heeft Forbo de Overeenkomsten voor het vervoer van grondstoffen en eindproducten in de loop van 2018 opgezegd. Per e-mail van 12 oktober 2018 heeft Forbo Falcone laten weten dat zij voornemens was de overeenkomst 2017 per 1 januari 2019 op te zeggen:
“To allow for formal full tender on a later stage, I herewith formally notify you that Forbo terminates agreement following tender 49737 “Tank containers door to door Brunswick-Assendelft/Kirkcaldy” as per 01 January 2019.”
3.26.
Per e-mail van 27 november 2018 heeft Forbo aan Falcone meegedeeld dat zij ook voornemens was de overeenkomst 2016 op te zeggen (met als einddatum 1 mei 2019):
“(…) To allow for fair parameters concerning the RFP process, Forbo herewith formally notify you that the business dealings following tender 38836 “Forbo containers door to door” for deliveries from Europe to North America will terminate as per 01 May 2019.”
3.27.
Bij brief van 16 januari 2019 heeft Falcone Forbo aansprakelijk gesteld:
“(…) Forbo Flooring et al credit terms have been revoked immediately as per FSG 100 Forbo Terms and Conditions (…)Flooring had been engaging in repeated and blatant violation of Business Letter by unlawfully holding Falcone Receivables. Further to the aforementioned, Forbo will be held liable for all damages and costs arising from these violations.”
3.28.
Per e-mail van 13 maart 2019 heeft Falcone aan Forbo bericht dat zij Forbo aansprakelijk houdt voor schade aan de ISO-tanks (deze tanks werden gebruikt voor het vervoer dan de tall oil) die zouden zijn geretourneerd in het depot van Falcone.
“ (…) Another topic that needs to be discussed is we had approximately 120 Brand new ISO tanks returned to our Depot from Forbo damaged in different ways. Our surveyors had all the documentation of damages and costs to Falcone to repair the Brand New ISO’s.We will to discuss the liability portion. (…)”
3.29.
In haar e-mail van 23 mei 2019 heeft Falcone aan Forbo medegedeeld dat de hoogte van de schade aan de ISO-tanks en de schade als gevolg van het beëindigen van de “Dedicated Tanks-overeenkomst” in totaal $ 400.092,84 bedraagt. Ook stelde Falcone zich op het standpunt dat Forbo nog $ 82.000,- aan haar moest terugbetalen (dit bedrag zag op het door Forbo voorgeschoten bedrag in verband met geschil tussen Falcone en [betrokkene 6], zie ook 3.24).
3.30.
Op 4 juli 2019 heeft Falcone conservatoir beslag gelegd op een bankrekening van Forbo bij Deutsche Bank AG en op een onroerende zaak van Forbo aan de Instructieweg 12 en 12A in Assendelft (hierna ook: het eerste beslag). De in het kader van het beslag in te stellen eis in de hoofdzaak is door Falcone in een procedure tussen Falcone en Forbo US in de Verenigde Staten als reconventionele vordering ingediend. Falcone is door de gerechtelijke instantie(s) in de Verenigde Staten onbevoegd verklaard in haar vorderingen jegens Forbo (NL).
3.31.
Uit een uittreksel uit het Kadaster is gebleken dat het eerste beslag op de onroerende zaken van Forbo nog staat ingeschreven.
3.32.
Falcone heeft op 25 mei 2022 en 16 juni 2022 – opnieuw – conservatoir derdenbeslag onder Deutsche Bank AG laten leggen. Op 28 mei 2022 heeft Falcone wederom beslag laten leggen op de onroerende zaak aan de Instructieweg 12 en 12A in Assendelft. De onderhavige procedure betreft de ingestelde eis in de hoofdzaak binnen de in het verlofrekest gestelde termijn van vier weken (hierna ook: het tweede beslag).
3.33.
De vordering van Falcone in het tweede beslagrekest ($ 926.637,46) is substantieel hoger dan haar vordering in het eerste beslagrekest ($ 400.092,84).
3.34.
Falcone verricht momenteel geen werkzaamheden meer voor Forbo.

4.Het geschil

in conventie

4.1.
Falcone vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
(i) veroordeling van Forbo tot betaling van $ 926.637,46 (zegge: negenhonderdzesentwintigduizend zeshonderdzevenendertig Amerikaanse dollar en zesenveertig Amerikaanse dollarcent), wat betreft post (i) tot en met (iv) (zie hierna 4.3) vermeerderd met een rentepercentage van 1,5% per maand met een maximum van 18% per jaar te berekenen vanaf 17 juni 2019, althans vanaf 30 juli 2019 en wat betreft post (v) vermeerderd met datzelfde rentepercentage te berekenen vanaf 12 september 2018, althans vanaf 17 juni 2019, althans vanaf 30 juli 2019, althans alle posten vanaf de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
(ii) veroordeling van Forbo om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis aan Falcone te betalen de kosten van dit geding, waaronder mede begrepen de volledige advocaatkosten (€ p.m.), de kosten van de op 25 & 28 mei 2022 en 16 juni 2022 gelegde (conservatoire) beslagen, te vermeerderen met nakosten, onder bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen de genoemde termijn zijn betaald, hierover vanaf de achtste dag wettelijke rente verschuldigd is.
4.2.
Falcone legt aan haar vorderingen – onder meer – ten grondslag dat partijen op 26 maart 2018 mondeling een nieuwe overeenkomst hebben gesloten waarop haar eigen algemene voorwaarden van toepassing zijn. Volgens Falcone is Forbo vanwege de plotselinge beëindiging van die overeenkomst, gehouden de schade te vergoeden die Falcone daardoor heeft geleden.
4.3.
Het gevorderde bedrag is opgebouwd uit de volgende componenten:
i. - $ 263.851,60 in verband met de kosten die door International Equipment Leasing aan Falcone in rekening zijn gebracht als gevolg van de beëindiging van het leasecontract voor de ISO-tanks;
ii. - $ 38.103,70 in verband met de kosten die door Eurotainer (voorheen Taylor Ministry Leasing) aan Falcone in rekening zijn gebracht in verband met de beëindiging van de huurovereenkomst;
iii. - $ 111.895,28 in verband met de herstelkosten voor de schade aan de ISO-tanks (waaronder gebroken aanplakborden, ontbrekende of beschadigde pakkingen, verhogen loopbruggen en gaten);
iv. - $ 431.024,88 in verband met de door Falcone voorgeschoten ‘shipping charges’ (daaronder vallen belastingen en douanekosten, leverings- en schoonmaakkosten, opslag- en afhandelingskosten en andere kosten waarvoor Forbo volgens Falcone niet heeft betaald);
v. - $ 81.762,- in verband met door Forbo niet erkende creditnota’s (in verband met afspraken tussen partijen die voortvloeiden uit het geschil tussen Falcone en [betrokkene 6]).
4.4.
Forbo voert verweer.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
4.6.
Forbo vordert uitvoerbaar bij voorraad:
1. Falcone te veroordelen tot betaling van € 42.690,28 uit hoofde van openstaande facturen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente te rekenen vanaf de datum van de reconventionele vordering;
2. Falcone te veroordelen tot vergoeding van de juridische kosten van Forbo op grond van artikel 6.9 Forbo Algemene Voorwaarden, per 30 september 2022 € 103.426,28, te vermeerderen met de kosten na 30 september 2022, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na de datum van de reconventionele vordering;
3. Falcone te veroordelen tot onmiddellijke opheffing en doorhaling van het eerste beslag en het tweede Beslag, te weten de beslagen op een bankrekening van Forbo NL bij Deutsche Bank AG en op de onroerende zaak aan de Instructieweg 12 en 12A in Assendelft, en Falcone te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 5.000,- althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag – voor elke dag – een dagdeel daaronder begrepen – dat Falcone na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis hiermee in verzuim is.
in conventie en reconventie vordert Forbo:4. Falcone te veroordelen tot betaling van de kosten van het geding, die van de gelegde beslagen daaronder begrepen, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 163,- zonder betekening, dan wel € 248,- in het geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na-)kosten niet binnen die termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na-)kosten te rekenen vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
4.7.
Forbo legt aan haar vorderingen ten grondslag:
- dat Falcone de verschuldigdheid van diverse facturen van Forbo heeft erkend, maar deze facturen nog niet heeft betaald;
- dat Falcone op grond van de Forbo Algemene Voorwaarden de door Forbo daadwerkelijk gemaakte juridische kosten dient te vergoeden;
- dat Falcone gehouden is de door haar gelegde beslagen op te heffen.
4.8.
Falcone voert verweer.
4.9.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Toepasselijk recht en bevoegde rechter

5.1.
Nu Falcone in het Amerika gevestigd is, heeft deze zaak een internationaal karakter en moet eerst de vraag worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen en, zo ja, naar welk recht de vorderingen moeten worden beoordeeld. Voor de beantwoording van die laatste vraag is bepalend welke algemene voorwaarden op de rechtsverhouding van partijen van toepassing zijn (de voorwaarden van Falcone of de voorwaarden van Forbo). De rechtbank is daarom genoodzaakt een voorschot te nemen op hetgeen hieronder verder zal worden toegelicht. In tegenstelling tot wat hieromtrent door Falcone is gesteld, is de rechtbank van oordeel dat de Forbo Algemene Voorwaarden van toepassing zijn op de rechtsverhouding van partijen. Als gevolg van de toepasselijkheid van deze voorwaarden worden de vorderingen van Falcone beheerst door Nederlands recht (artikel 22.1 Forbo Algemene Voorwaarden), en niet door het recht van de staat Georgia, Verenigde Staten van Amerika, zoals door Falcone is gesteld.
5.2.
Ingevolge artikel 6 van de Brussel I bis-Verordening dient de rechtsmacht van de Nederlandse rechter te worden beoordeeld aan de hand van het Nederlandse procesrecht. Artikel 2 Rv bepaalt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft als de gedaagde in Nederland zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft (waarbij geldt dat de woonplaats van een rechtspersoon ingevolge artikel 1:10 lid 2 BW daar is waar hij zijn statutaire zetel heeft). Vast staat dat de statutaire zetel van Forbo is gelegen in Zaanstad. De rechtbank concludeert derhalve dat zij bevoegd is om van het onderhavige geschil tussen partijen kennis te nemen.
Weliswaar is in de Forbo Algemene Voorwaarden een forumkeuze voor de rechtbank Amsterdam opgenomen, maar Forbo heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen behandeling van het geschil door de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem.
in conventie
5.3.
Het onderhavige geschil heeft betrekking op (de gevolgen van) de beëindiging van de overeenkomst tussen partijen voor het vervoer van grondstoffen in ISO-tanks. Volgens Falcone is tijdens het overleg van Falcone en Forbo op 26 maart 2018 voor het vervoer van ISO-tanks een nieuwe overeenkomst tot stand gekomen. Forbo betwist dit en voert aan dat de Overeenkomst 2017 in 2018 doorliep en enkel nieuwe prijsafspraken zijn gemaakt. Het antwoord op de vraag of al dan niet in 2018 een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen, is vooral ook relevant voor de vaststelling wiens algemene voorwaarden van toepassing zijn op de rechtsverhouding tussen partijen.
5.4.
Forbo betoogt dat haar algemene voorwaarden – de Forbo Algemene Voorwaarden – van toepassing zijn op de rechtsverhouding tussen partijen. Volgens Forbo is de toepasselijkheid van deze voorwaarden zowel in de Overeenkomst 2016 als in de Overeenkomst 2017 als uitdrukkelijke eis gesteld aan de dienstverlening die Falcone zou verrichten voor Forbo en is Falcone daarmee expliciet en uitdrukkelijk akkoord gegaan (zie 3.7).
5.5.
Falcone stelt zich op het standpunt dat haar algemene voorwaarden – de FGS 100 Terms – van toepassing zijn op de rechtsverhouding van partijen. Zij betwist niet dat de Forbo Algemene Voorwaarden van toepassing waren op de Overeenkomsten 2016 en 2017. De Overeenkomst 2017 zag volgens haar echter op de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, waarbij er mogelijk nog wat opdrachten ‘nasijpelden’ begin 2018. Falcone stelt dat partijen in maart 2018 mondeling een nieuwe overeenkomst zijn aangegaan. Forbo stuurde volgens Falcone aan op een ‘dedicated ISO-tank model’. Dat was ook het onderwerp van gesprek tijdens de bijeenkomst van partijen in maart 2018. Tijdens dat overleg kwamen verschillende onderwerpen aan de orde: welke prijs Forbo zou gaan betalen voor het transport van de ISO-tanks, wie de lokale onderaannemer zou aansturen, hoeveel ISO-tanks noodzakelijk waren, etc. Met ingang van de nieuwe overeenkomst zou Falcone de ISO-tanks leveren aan Forbo waarbij Forbo zelf de tanks, trucking, onderaannemers, schoonmaak en het retourneren zou gaan beheren via het FalcTrak systeem van Falcone. Forbo nam daarmee de controle over de onderaannemers en leveranciers over van Falcone. Dit blijkt volgens Falcone uit een e-mailbericht van [betrokkene 7] (Alt4) van 17 mei 2018 aan CTVrede waarin wordt gevraagd om een medewerker van Forbo wekelijks een overzicht te sturen van de lege tanks die bij de onderaannemer staan.
Volgens Falcone kunnen de op 26 maart 2018 tussen partijen mondeling gemaakte afspraken, in samenhang met de boekingen van Forbo die vanaf dat moment via het FalcTrak-platform verliepen (alwaar volgens Falcone de uitdrukkelijke aanvaarding van haar algemene voorwaarden, de ‘FGS 100 Terms’, door Forbo plaatsvond) gezien worden als een nieuwe overeenkomst. Falcone noemt deze overeenkomst de “
ISO Tank Overeenkomst”. Zij baseert haar vorderingen op deze nieuwe overeenkomst tussen partijen.
5.6.
Forbo betwist dat partijen op 26 maart 2018 een nieuwe overeenkomst (“de ISO Tank Overeenkomst”) hebben gesloten. In de Overeenkomst 2017 is geen einddatum opgenomen waardoor deze niet van rechtswege na een jaar eindigde. Bovendien liepen de boekingen van het transport van de tall olie in januari 2018 door op dezelfde wijze als daarvoor.
Tijdens het overleg tussen partijen in maart 2018 is volgens Forbo slechts gesproken over een aanpassing van de prijs en de introductie van een nieuwe onderaannemer (vanwege de verstoorde relatie tussen Falcone en haar vorige onderaannemer [betrokkene 6]). De (overige) afspraken uit de Overeenkomst 2017 bleven echter onverkort gelden, aldus Forbo.
De Overeenkomst 2017 bood partijen ook de ruimte om na verloop van tijd nadere afspraken over de prijs te maken. Artikel 1.3.3. anticipeert bijvoorbeeld op een herziening van de prijs in het tweede jaar en in artikel 1.1.17 staat dat de prijsafspraken “
the coming year(s)” een competitieve prijs moesten garanderen.
Forbo betwist eveneens dat zij na de bespreking in maart 2018 de onderaannemer(s) ging aansturen. Dat bleef de verantwoordelijkheid van Falcone. Dat Forbo wel eens rechtstreeks contact had met een onderaannemer in verband met de timing van de af te leveren tall olie betekent volgens haar niet dat er een nieuwe overeenkomst zou zijn gesloten. Ook voor maart 2018 was een dergelijke afstemming tussen Forbo en de onderaannemer van Falcone gebruikelijk, aldus Forbo. Daarbij ontving Falcone een totaalprijs voor het gehele transport en bleef zij de verantwoordelijke vervoerder (zoals in de Overeenkomst 2017 ook tussen partijen is afgesproken). Falcone was de partij die contracteerde met een onderaannemer, die diezelfde onderaannemer van instructies voorzag en die de opslag van lege ISO-tanks coördineerde.
5.7.
Forbo betwist bovendien dat zij na de bespreking op 26 maart 2018 haar opdrachten aan Falcone via het FalcTrak-systeem boekte. Zij gebruikte FalcTrak enkel als tracking tool om te kunnen nagaan wanneer zij over de voor haar productieproces noodzakelijke grondstoffen kon beschikken. De boekingsopdrachten verstrekte zij echter altijd via de e-mail aan Falcone, aldus Forbo. Daarbij doet volgens Forbo de verwijzing naar de algemene voorwaarden van Falcone in het FalcTrak-systeem niet af aan het feit dat Falcone bij het sluiten van de Overeenkomst 2017 uitdrukkelijk akkoord is gegaan met de toepasselijkheid van de Forbo Algemene Voorwaarden (zie 3.6 en 3.7). Falcone heeft de algemene voorwaarden van Forbo nooit uitdrukkelijk van de hand gewezen, waardoor op grond van artikel 6:225 lid 3 BW geen werking kan toekomen aan de algemene voorwaarden van Falcone.
5.8.
De rechtbank overweegt als volgt.
Ter zitting hebben beide partijen bevestigd dat Forbo haar boekingen van het transport altijd via de e-mail bij Falcone plaatste. Anders dan Falcone stelt, blijkt nergens uit dat partijen in maart 2018 hebben afgesproken dat de boekingen van het transport voortaan via het FalcTrak-systeem zouden plaatsvinden en dat vanaf dat moment tevens de algemene voorwaarden van Falcone van toepassing zouden zijn. Uit de overgelegde correspondentie blijkt enkel dat tijdens de bespreking is gesproken over een aanpassing van de prijs en de introductie van een nieuwe onderaannemer. Dat Forbo vanaf dat moment boekingen via het FalcTrak-systeem zou plaatsen wordt nergens genoemd. Mede gelet op het gemotiveerde verweer van Forbo lag het dan ook op de weg van Falcone deze stelling nader te onderbouwen met bijvoorbeeld een ‘uitdraai’ uit het betreffende systeem. Falcone heeft dit nagelaten. De rechtbank zal daarom deze stelling als onvoldoende onderbouwd passeren. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat indien wel was komen vast te staan dat Forbo na de bespreking in maart 2018 het transport via het FalcTrak-systeem boekte, dit niet automatisch tot gevolg zou hebben gehad dat de algemene voorwaarden van Falcone op de rechtsverhouding van partijen van toepassing zijn. Forbo heeft terecht aangevoerd dat het gelet op de toepasselijkheid van de Forbo Algemene Voorwaarden onder de Overeenkomst 2017 in samenhang met artikel 6:225 lid 3 BW in dat geval op de weg van Falcone had gelegen om de algemene voorwaarden van Forbo uitdrukkelijk van de hand te wijzen. Gesteld noch gebleken is dat dat is gebeurd. De rechtbank merkt in dit verband op dat de verwijzing van Falcone naar een ‘entire agreement clause’ in haar FGS 100 Terms niet kan kwalificeren als “uitdrukkelijk van de hand wijzen”.
5.9.
Falcone stelt weliswaar dat de Overeenkomst 2017 al op 31 december 2017 was afgelopen en dat de boekingen tot aan de bespreking eind maart 2018 nog slechts het ‘nasijpelen’ van deze overeenkomst betroffen, maar daarin wordt zij niet gevolgd. De Overeenkomst 2017 kende immers geen einddatum. Dat is ook terug te zien in de handelwijze van partijen. Vanaf januari 2018 hebben zij op dezelfde voet zaken gedaan als daarvoor in 2017. Dat partijen tijdens de bespreking in maart 2018 tot een aanpassing van de prijs voor de diensten van Falcone zijn gekomen en dat een nieuwe onderaannemer is geïntroduceerd, maakt niet dat gesproken kan worden van een geheel nieuwe overeenkomst tussen partijen. Forbo heeft terecht aangevoerd dat de Overeenkomst 2017 juist ruimte bood om na verloop van tijd nadere afspraken over de prijs voor de diensten van Falcone te maken (zie de artikelen 1.1.17 en 1.3.3. van de Overeenkomst 2017).
5.10.
Falcone heeft in dit kader nog gesteld dat uit de e-mail van [betrokkene 5] van 28 juni 2018 aan Falcone blijkt dat Forbo de algemene voorwaarden van Falcone (de FGS 100 Terms) ondubbelzinnig en onvoorwaardelijk heeft aanvaard (“
fully aligned with all your remarks below”,zie 3.21). Ook dit betoog faalt. Dit e-mailbericht is een reactie op de e-mail van [betrokkene 2] van Falcone van diezelfde datum, waarin hij duidelijk aangeeft dat het Falcone zelf is die de FGS 100 Terms in acht dient te nemen (
“Falcone has to comply with the Federal Rules of the FMC Rules and Tariff and FGS 100 (…)”,zie 3.20).
5.11.
Bij deze stand van zaken oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van een nieuwe – op 26 maart 2018 gesloten – ‘ISO-tank overeenkomst’, maar dat de Overeenkomst 2017 in 2018 is voortgezet, zoals ook de Overeenkomst 2016 – met betrekking tot het vervoer van eindproducten – na 2017 is voortgezet. De rechtbank concludeert dan ook dat de Forbo Algemene Voorwaarden (zoals van toepassing verklaard bij het aangaan van de Overeenkomst 2017) nog altijd op de rechtsverhouding van partijen van toepassing waren ten tijde van de beëindiging van de overeenkomst. De overige stellingen en verweren die partijen in het kader hiervan naar voren hebben gebracht behoeven gelet op het voorgaande geen bespreking meer.
De schade van Falcone
5.12.
Falcone stelt als gevolg van de beëindiging van de overeenkomst schade te hebben geleden. Zij heeft haar vordering tot vergoeding van deze schade grotendeels gebaseerd op de toepasselijkheid van haar eigen algemene voorwaarden. Nu hiervoor is vastgesteld dat deze voorwaarden niet van toepassing zijn op haar rechtsverhouding met Forbo, vervalt daarmee ook goeddeels de grondslag van haar vorderingen tot vergoeding van de schade die zij stelt te hebben geleden.
a)schade in verband met stopzetting lease- en huurcontracten
5.13.
Falcone stelt onder meer schade te hebben geleden doordat zij als gevolg van de plotselinge opzegging van de ‘ISO-tank overeenkomst’ door Forbo een bedrag heeft moeten betalen aan International Equipment Leasing Inc. ter hoogte van $ 263.851,60 en aan Eurotainer ter hoogte van $ 38.103,70 in verband met de stopzetting van respectievelijk een leasecontract voor de ISO-tanks en van een huurovereenkomst.
5.14.
Volgens Forbo heeft Falcone zelf besloten om de ISO-tanks te huren zodat zij aan de behoefte van Forbo kon voldoen. Uit niets blijkt dat dit op verzoek van Forbo is gebeurd. Aan de huur van de ISO-tanks ligt een eigen commerciële afweging van Falcone ten grondslag waarvoor zij zelf het risico dient te dragen, aldus Forbo. Daarbij volgt uit artikel 30.1 van de Forbo Algemene Voorwaarden dat Falcone verantwoordelijk is voor het door haar gebruikte materiaal, in dit geval de ISO-tanks (zie 3.11). Forbo heeft de Overeenkomst 2017 op 12 oktober 2018 rechtmatig en op goede gronden opgezegd nadat de relatie met Falcone verstoord was geraakt door haar conflict met [betrokkene 6] en de gevolgen daarvan voor Forbo. Er is geen rechtsgrond om de ‘schade’ van de opzegging bij Forbo neer te leggen. Bovendien heeft Falcone haar schade onvoldoende onderbouwd en voerde Falcone de vervoersopdrachten van Forbo volledig voor eigen rekening en risico uit (zie 3.11), aldus Forbo.
5.15.
De rechtbank stelt vast dat de Overeenkomst 2017 op 12 oktober 2018 per e-mail met inachtneming van een termijn van ruim 2 ½ maand (tegen 1 januari 2019) door Forbo is opgezegd. Forbo heeft in haar opzeggingsmail tevens een laatste vervoersopdracht aan Falcone verstrekt. De reactie van Falcone op dit bericht van Forbo beperkte zich tot de gegeven vervoersopdracht. Niet is gesteld, noch gebleken dat bij de opzegging van de Overeenkomst 2017 door Forbo sprake is geweest van onregelmatigheden. Falcone stelt weliswaar dat zij pas in april 2019 op de hoogte was van de opzegging door Forbo, maar dat is gelet op de inhoud van de e-mail van 12 oktober 2018 van Forbo aantoonbaar onjuist.
Bovendien blijkt nergens uit dat de huur van de ISO-tanks of van een onroerende zaak door Falcone in opdracht van Forbo is geschied. Falcone was onder de Overeenkomst 2017 (30.1 van de Forbo Algemene Voorwaarden) zelf verantwoordelijk voor de door haar bij het uitvoeren van de vervoersopdrachten gebruikte materialen, zoals de ISO-tanks, en zij ontving op basis van de Overeenkomst 2017 een ‘all-in-prijs’ voor haar diensten (zie 3.8). Nog daargelaten dat enige, laat staan toereikende, onderbouwing van de schade ontbreekt, is voor toewijzing van deze schadepost dan ook geen plaats.
b) schade ISO-tanks
5.16.
Falcone vordert betaling van bedrag ter hoogte van $ 111.895,28 aan herstelkosten in verband met schade aan de ISO-tanks die volgens haar door Forbo is veroorzaakt. De schade zou zien op gebroken aanplakborden, ontbrekende of beschadigde pakkingen, verbogen loopbruggen en gaten. Ter onderbouwing van de schade legt Falcone een door haar zelf opgesteld overzicht van facturen over.
5.17.
Forbo betwist ook deze schadepost en voert aan dat Falcone volgens de Overeenkomst 2017 zelf het risico droeg voor de ISO-tanks. Als gevolg daarvan bestaat er volgens haar geen rechtsgrond om de beweerdelijke schade bij Forbo neer te leggen. Dit betoog slaagt.
Zoals hiervoor is vastgesteld zijn niet de algemene voorwaarden van Falcone van toepassing, maar die van Forbo.
De rechtbank stelt vast dat – zoals door Forbo terecht is aangevoerd – uit het door Falcone overgelegde facturenoverzicht niet kan worden opgemaakt dat de gestelde schade aan de ISO-tanks zich daadwerkelijk heeft voorgedaan. Het overgelegde overzicht van facturen biedt onvoldoende aanknopingspunten om het causaal verband tussen de beweerdelijke schade en de huur van de ISO-tanks door Forbo vast te stellen, dan wel de omvang van de schade te bepalen. Ook deze post zal daarom worden afgewezen.
c) overige kosten
5.18.
Falcone vordert voorts betaling van $ 431.024,88 aan overige kosten (‘shipping charges’) zoals duties, belastingen en douanekosten, leverings- en schoonmaakkosten, opslag- en afhandelingskosten, en andere kosten waarvoor Forbo volgens Falcone niet heeft betaald. Falcone baseert ook deze vordering op de toepasselijkheid van haar eigen algemene voorwaarden.
5.19.
Forbo voert aan dat zij niet gehouden is om deze kosten te vergoeden. Partijen hebben in artikel 1.1.17 van de Overeenkomst 2017 een all-in prijs afgesproken voor het vervoer als gevolg waarvan Falcone niet ineens allerlei aanvullende kosten kan doorberekenen aan Forbo. Bovendien blijft onduidelijk in hoeverre deze kosten verband houden met de dienstverlening van Falcone aan Forbo, op basis waarvan Forbo gehouden zou zijn om die kosten aan Falcone te vergoeden en – gelet op de gebrekkige onderbouwing – of de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Op basis van de door Falcone zelf geproduceerde overzichten kan niet worden geconcludeerd dat deze kosten daadwerkelijk door Falcone gemaakt zijn.
5.20.
Voornoemd verweer slaagt. De rechtbank is met Forbo van oordeel dat Falcone onvoldoende heeft gesteld om aanspraak op vergoeding van deze niet onderbouwde extra kosten te kunnen maken. Nu ook voor deze vordering een grondslag ontbreekt, zal de vordering van Falcone tot vergoeding van overige kosten eveneens worden afgewezen.
d. creditnota’s
5.21.
Falcone stelt tot slot dat Forbo haar nog een bedrag van $ 81.762,- verschuldigd is. Nadat haar onderaannemer ([betrokkene 6]) beslag had gelegd op zeecontainers met goederen van Forbo, heeft Forbo een bedrag aan de onderaannemer betaald waarna de betreffende containers door de onderaannemer werden vrijgegeven. In dat kader accepteerde Forbo volgens Falcone ongeveer $ 121.500,- aan creditnota’s waarmee Falcone het door haar aan Forbo verschuldigde bedrag weer heeft afgelost. Deze creditnota’s zagen op openstaande facturen van Falcone aan Forbo (voor diensten die Falcone aan Forbo had geleverd). Falcone stelt dat Forbo medio september 2018 zonder grond weigerde om $ 81.762,- aan creditnota’s te erkennen. Falcone heeft dit bedrag vervolgens onder dwang aan Forbo betaald, terwijl zij dit niet meer verschuldigd was. Falcone vordert daarom betaling door Forbo van $ 81.762,-.
5.22.
Forbo betwist ook deze vordering en voert aan dat van onverschuldigde betaling geen sprake is, aangezien de in september 2018 gemaakte afspraken de rechtsgrond voor de betaling van dit bedrag vormen. Volgens Forbo zijn die afspraken niet onder dwang, maar juist vrijwillig en op initiatief van Falcone tot stand gekomen. Er is geen sprake geweest van een dubbele betaling. De betaling vond plaats naar aanleiding van een overeenkomst ter afwikkeling van door Falcone onjuist verstrekte creditnota’s. In het kader van de terugbetaling van het door Forbo aan onderaannemer [betrokkene 6] betaalde voorschot zou Falcone voor een bedrag ter hoogte van $ 121.500,- aan creditnota’s uitschrijven. Deze creditnota’s waren echter voor een bedrag ter hoogte van $ 99.300,- onterecht omdat ze geen betrekking hadden op openstaande facturen voor werkelijk geleverde diensten aan Forbo of zagen op facturen die al door Forbo waren voldaan. Forbo heeft Falcone vervolgens op deze gebreken gewezen. Om een einde te maken aan verdere discussies over de hoogte van de onjuiste creditnota’s was het juist Falcone die voorstelde om een bedrag ter hoogte van $ 81.762,- te betalen aan Forbo in het kader van een definitieve afwikkeling. Forbo heeft het voorstel van Falcone geaccepteerd. Van dwang of onverschuldigde betaling was aldus geen sprake, aldus Forbo.
5.23.
De rechtbank wijst ook deze vordering van Falcone af. De overgelegde e-mailcorrespondentie tussen partijen (zie 3.22 tot en met 3.24) bevestigt de door Forbo omschreven gang van zaken. Uit niets is gebleken dat sprake is geweest van een dubbele betaling van het betreffende bedrag door Falcone. Integendeel, de betaling van het bedrag ter hoogte $ 81.762,- vond plaats op initiatief van Falcone zelf. Daarmee werd uitvoering gegeven aan door partijen eerder gemaakte afspraken in de door hen opgestelde Business Letter in verband met het conflict tussen Falcone en haar onderaannemer [betrokkene 6].
5.24.
Falcone zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Forbo vordert daarnaast veroordeling van Falcone in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De rechtbank zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden. De kosten aan de zijde van Forbo worden begroot op:
- griffierecht 5.737,00
- salaris advocaat 8.532,50 (2,5 punt × tarief € 3.413,-)
Totaal € 14.269,50
5.25.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
in reconventie
Openstaande facturen
5.26.
Forbo vordert betaling van nog openstaande facturen. Forbo vordert in totaal betaling van € 42.690,28 van Falcone (€ 33.169,19 vermeerderd met de wettelijke rente ter hoogte van
9.521,08, berekend vanaf datum opeisbaarheid (27 juli 2019) tot de datum van de reconventionele vordering (2 november 2022)).
Forbo wijst erop dat Falcone in het eerste beslagrekest heeft erkend dat dat zij een bedrag ter hoogte van € 33.169,19 verschuldigd is aan Forbo uit hoofde van onbetaalde facturen vanaf 27 juli 2019. Dat bedrag heeft Falcone in datzelfde rekest ook in mindering gebracht op haar vermeende vordering. Daarmee is de verschuldigdheid van deze openstaande facturen onbetwist, aldus Forbo.
5.27.
Falcone betwist de vordering en voert aan dat zij een deel van deze vordering van Forbo (€ 15.114,19 ten aanzien van drie facturen) al heeft betaald. Zij verwijst daartoe naar het door haar overgelegde ‘remittance advice’. Volgens Falcone kan dat alleen door de bank worden geproduceerd indien deze betalingen zijn verricht. Mocht in rechte alsnog komen vast te staan dat deze drie facturen niet door Falcone zijn betaald, dan voert Falcone aan dat de werkzaamheden die verband houden met deze facturen in opdracht zijn gegeven door een andere Forbo entiteit. Daarbij is Forbo NL als een soort onderaannemer ingeschakeld, waarbij Falcone aan Forbo NL betalingen verschuldigd was. De andere Forbo entiteit betaalde Falcone echter niet, aldus Falcone. Over deze kwestie loopt momenteel een procedure in de Verenigde Staten. Door onder die omstandigheden (het resterende bedrag van) de vordering ter hoogte van € 33.169,19 te incasseren, gedraagt Forbo zich niet overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid waartoe schuldeiser en schuldenaar jegens elkaar zijn gehouden, aldus Falcone.
5.28.
Forbo betwist dat Falcone de openstaande facturen al deels heeft betaald. Falcone heeft ook geen betalingsbewijs overlegd: de ‘remittance advice’ ziet slechts op een voorgenomen betaling. Na een interne controle van Forbo is geen betaling door Falcone van deze facturen aangetroffen. Het is aan Falcone om te bewijzen dat haar betaling daadwerkelijk is overgeboekt. Ook betwist Forbo in strijd met de redelijkheid en billijkheid te handelen door betaling te vorderen. Het geschil waar Falcone aan refereert is iets tussen Falcone en Forbo US, een andere entiteit. Daarover loopt een aparte procedure die los staat van deze kwestie, aldus Forbo.
5.29.
De rechtbank is met Forbo van oordeel dat gelet op de eerdere erkenning, het aan Falcone is om te bewijzen dat zij de openstaande facturen van Forbo wel heeft betaald. Het door haar overgelegde ‘remittance advice’ is daartoe onvoldoende, nu hieruit niet blijkt dat het bedrag daadwerkelijk aan Forbo is overgemaakt. De rechtbank zal dit verweer van Falcone daarom als onvoldoende onderbouwd passeren. Ook heeft Falcone verzuimd voldoende feiten en omstandigheden te stellen aan de hand waarvan kan worden geoordeeld dat Forbo zich niet overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid gedraagt door betaling van deze openstaande facturen te vorderen. De in dat kader door Falcone geschetste omstandigheden zijn daartoe in ieder geval ontoereikend. Een en ander leidt tot de slotsom dat de vordering van Forbo ter zake de nog openstaande facturen zal worden toegewezen.
Juridische kosten
5.30.
Forbo vordert op grond van artikel 6.9 van de Forbo Algemene Voorwaarden (zie 3.11) betaling van haar werkelijk gemaakte juridische kosten. Die kosten bedragen volgens Forbo per 30 september 2022 € 103.426,28 te vermeerderen met de kosten na 30 september 2022. Ook vordert zij het totaalbedrag te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na het instellen van de reconventionele vordering.
Forbo stelt zich op het standpunt dat Falcone deze kosten moet vergoeden omdat zij meermaals heeft gewanpresteerd onder de Overeenkomsten. De onderaannemer [betrokkene 6], waarvoor Falcone verantwoordelijk was, heeft containers onder zich gehouden waardoor transporten van Forbo werden vertraagd. Forbo heeft hierdoor juridische kosten moeten maken. Ook heeft Falcone volgens Forbo in strijd met de Overeenkomst 2017 in deze procedure kosten en vergoedingen gevorderd waartoe zij niet gerechtigd is. Ook hiervoor heeft Forbo juridische kosten moeten maken.
5.31.
Falcone betwist dat de juridische kosten, voor zover die zijn gemaakt door andere entiteiten dan Forbo Flooring B.V., op haar kunnen worden verhaald. Als de Forbo Algemene Voorwaarden al van toepassing zijn, dan geldt dat deze kosten van Forbo International SA en Forbo Management SA niet onder het bereik van artikel 6.9 van de Forbo Algemene Voorwaarden vallen. Die partijen zijn immers geen contractspartij van Falcone en geen partij in deze procedure waardoor er voor Forbo geen rechtsgrond is om deze kosten op Falcone te verhalen. Bovendien geven volgens Falcone de door Forbo overgelegde overzichten geen inzage in de aard en achtergrond van de door haar verrichte werkzaamheden. De redelijkheid van de gemaakte kosten kan zo niet getoetst worden. Forbo heeft haar vordering op dit punt onvoldoende onderbouwd. Forbo heeft een interne factuur van 23 maart 2023 overgelegd, waaruit valt op te maken dat Forbo Management SA advocaatkosten doorbelast aan Forbo Flooring B.V. Specificaties daarvan ontbreken echter. Dit roept volgens Falcone diverse vragen op: waarop zien deze bedragen? Is Forbo Flooring B.V. dit verschuldigd? En waarom is deze factuur pas onlangs verstuurd?
5.32.
Falcone voert tevens aan dat Forbo ten onrechte veronderstelt dat sprake is van wanprestatie van Falcone (zodat sprake is van “
to obtain compliance with any obligation” ingevolge artikel 6.9 van de Forbo Algemene Voorwaarden). Het enkele feit dat [betrokkene 6] heeft geweigerd om containers vrij te geven, heeft niet automatisch tot gevolg dat Falcone een wanprestatie pleegt jegens Forbo. Falcone is van oordeel dat [betrokkene 6] niet gerechtigd was om de betreffende containers vast te houden. Deze kwestie ligt nog ter beoordeling voor aan de Amerikaanse rechter, aldus Falcone.
5.33.
De rechtbank zal de vordering van Forbo tot betaling van de werkelijk gemaakte juridische kosten afwijzen nu Falcone gemotiveerd heeft betwist dat sprake is van kosten die verband houden met de in artikel 6.9 van de Forbo Algemene Voorwaarden opgenomen doeleinden. Het lag op de weg van Forbo om op dit punt een nadere toelichting en onderbouwing te geven. Dat heeft zij niet gedaan. De enkele opmerking ter zitting dat alle juridische werkzaamheden vallen onder de noemer “
to obtain compliance with any obligation” is daartoe onvoldoende. De rechtbank constateert voorts dat op de door Forbo overgelegde overzichten ook andere entiteiten van de Forbo groep staan vermeld, maar geen kostenspecificatie of cessie-overeenkomst is overgelegd. De rechtbank kan hierdoor de causaliteit en redelijkheid van de kosten niet vaststellen. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van juridische kosten, daarom als onvoldoende onderbouwd afwijzen. De overige verweren van Falcone ten aanzien van de gevorderde werkelijke juridische kosten behoeven – gelet op het voorgaande – geen verdere bespreking meer.
Opheffing en doorhaling eerste beslag
5.34.
Falcone heeft volgens Forbo ten onrechte nagelaten om het eerste beslag op de onroerende zaken van Forbo door te halen toen dit beslag op grond van artikel 704 lid 2 Rv van rechtswege was vervallen nadat de gerechtelijke instanties in de Verenigde Staten zich onbevoegd hadden verklaard, en Falcone niet-ontvankelijk in haar vorderingen hadden verklaard. De Amerikaanse rechter heeft de zaak immers niet verwezen en de onderhavige procedure kan dan ook niet gelden als eis die tijdig is ingesteld (artikel 700 lid 3 Rv). Dat is ook de reden dat Falcone opnieuw beslag heeft gelegd en opnieuw een bodemprocedure heeft ingesteld, aldus Forbo.
5.35.
Forbo heeft Falcone reeds op een eerder moment verzocht het eerste beslag door te halen. Nu Falcone dat nog altijd niet heeft gedaan, ziet Forbo zich genoodzaakt een vordering in te stellen die ertoe strekt Falcone te dwingen tot medewerking aan de opheffing van het beslag op straffe van een dwangsom.
5.36.
Falcone voert op haar beurt aan dat met zowel het eerste als met het tweede gelegde (derden)beslag tegoeden zijn getroffen die cumulatief van aard zijn en waarvan de optelsom dient als zekerheid voor de in deze procedure ingediende vorderingen van Falcone. Falcone heeft Forbo gevraagd naar haar belang in verband met de opheffing van het beslag op de onroerende zaak van Forbo aan de Industrieweg in Assendelft. Forbo heeft daar geen antwoord op gegeven. Falcone is bereid om het op 5 juli 2019 geregistreerde beslag alsnog door te halen indien Forbo haar vraag beantwoord.
5.37.
De rechtbank is met Forbo van oordeel dat het eerste door Falcone gelegde beslag van rechtswege is komen te vervallen. De gerechtelijke procedures in de Verenigde Staten zijn immers – zonder verwijzing naar de Nederlandse rechter – tot een einde gekomen. De Amerikaanse rechter heeft zich onbevoegd verklaard en Falcone niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen. De vordering tot doorhaling van dit beslag zal daarom worden toegewezen.
Opheffing en doorhaling tweede beslag
5.38.
Forbo vordert – indien de rechtbank de vorderingen van Falcone in conventie afwijst – tevens opheffing en doorhaling van het tweede door Falcone gelegde beslag.
5.39.
Met betrekking tot het tweede beslag voert Falcone aan dat de vordering tot opheffing daarvan afgewezen moet worden omdat de beslagen strekken tot zekerheid van voldoening van haar vorderingen. Ook in verband met een eventueel hoger beroep heeft Falcone belang bij het in stand houden van de beslagen, waarbij het Forbo vrij staat vervangende zekerheid aan te bieden.
5.40.
De rechtbank stelt voorop dat de vorderingen van Falcone tot zekerheid van het verhaal waarvan de beslagen zijn gelegd in conventie zijn afgewezen. De rechtbank is van oordeel dat een afweging van de wederzijdse belangen van partijen, waarbij moet worden beoordeeld of het belang van Falcone als beslaglegger bij handhaving van het beslag op grond van de door haar naar voren gebrachte omstandigheden zwaarder dient te wegen dan het belang van Forbo als beslagene bij opheffing van het beslag, daarom in het voordeel van Forbo dient uit te vallen. Falcone heeft onvoldoende toegelicht waarom haar belang bij handhaving van het tweede beslag zwaarder dient te wegen. Dat zij overweegt hoger beroep in te stellen in geval van een afwijzing van haar vorderingen, is in dat kader niet toereikend. De vordering van Forbo tot opheffing en doorhaling van het tweede beslag zal daarom ook worden toegewezen.
5.41.
Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten in reconventie worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt Falcone tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Forbo ten bedrage van € 14.269,50 binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
6.3.
bepaalt dat Falcone wettelijke rente is verschuldigd als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
6.4.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
6.5.
veroordeelt Falcone om aan Forbo te betalen een bedrag van € 42.690,28 (tweeënveertigduizend zeshonderdnegentig euro en achtentwintig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW over dit bedrag met ingang van 2 november 2022 tot de dag van volledige betaling,
6.6.
veroordeelt Falcone tot onmiddellijke opheffing en doorhaling van het eerste beslag en het tweede beslag, te weten de beslagen op een bankrekening van Forbo bij Deutsche Bank AG en op de onroerende zaak aan de Instructieweg 12 en 12A in Assendelft, en veroordeelt Falcone aan Forbo een dwangsom te betalen van € 5.000,- voor elke dag – een dagdeel daaronder begrepen – dat Falcone na betekening van het vonnis hiermee in verzuim is, tot een maximum van € 250.000,- zal zijn bereikt,
6.7.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.8.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wolfs, mr. H.A. Pott Hofstede en mr. N.B.F. Telders en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2023. [1]

Voetnoten

1.Conc.: 1422