Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 juli 2022 van [eiser], met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie van [gedaagde], met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie van [eiser], met producties,
- het tussenvonnis van 21 december 2022, waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- de akte nadere toelichting eis in reconventie van [gedaagde] met producties,
- de antwoordakte van [eiser], met een productie,
- de brief van 22 mei 2023 van mr. Klaver met een akte inbreng productie.
- de mondelinge behandeling van 5 juni 2023, waarbij [gedaagde] gebruik heeft gemaakt van spreekaantekeningen en waarvan voor het overige door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
proof of fundshad verstrekt voordat de koopovereenkomst werd gesloten. Verder had [eiser] [gedaagde] op het moment dat de waarborgsom uitbleef en de bankgarantie niet werd gestort moeten waarschuwen voor de daaraan verbonden risico’s en had zij direct de koper in gebreke moeten stellen. Als [gedaagde] had geweten dat de koper niet over de voor de aankoop benodigde middelen zou beschikken, had hij deze koopovereenkomst niet gesloten of had hij deze eerder ontbonden. In dat geval had hij niet op zeer korte termijn een andere woning hoeven kopen en had hij de daarmee samenhangende schade niet geleden.
4.De beoordeling
2.366,00(2 punten × tarief IV € 1.183)
proof of fundshad toegezonden. Verder had [eiser] op het moment dat de waarborgsom uitbleef en de bankgarantie niet werd gestort [gedaagde] moeten waarschuwen voor de daaraan verbonden risico’s en had zij direct de koper in gebreke moeten stellen.
proof of fundsuitbleef maakt dat niet anders, omdat het uitblijven daarvan niets zegt over de financiële middelen van koper. Bovendien hadden [gedaagde] en de koper juist afgesproken, ter voorkoming van onverhaalbare schade indien de koper toch niet zou (kunnen) afnemen, dat zij een waarborgsom zou storten of een bankgarantie zou doen stellen. De conclusie is dan ook dat [eiser] op dit punt niet is tekortgeschoten jegens [gedaagde].