Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 15 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) opgelegd aan betrokkene wegens het negeren van een rood verkeerslicht. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 8 september 2023 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van betrokkene aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoorplicht is geschonden, omdat betrokkene niet 'fysiek' is gehoord door de officier van justitie. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond is en deze beslissing moet worden vernietigd.
Echter, de kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de opgelegde boete met 25% te verlagen, zoals door de gemachtigde van betrokkene was verzocht. De kantonrechter oordeelde dat de schending van de hoorplicht in deze zaak niet gelijkgesteld kan worden met eerdere uitspraken van het hof, omdat betrokkene werd bijgestaan door een gemachtigde. De gemachtigde had de mogelijkheid om het beroep schriftelijk toe te lichten, wat ook is gebeurd. De kantonrechter oordeelde verder dat de verklaring van de verbalisant voldoende was om de gedraging vast te stellen en dat er geen reden was om te twijfelen aan deze verklaring. Daarom werd het beroep tegen de beschikking waarbij de boete was opgelegd ongegrond verklaard en werd het verzoek om proceskosten afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van de hoorplicht in administratieve procedures, maar ook de noodzaak om de context van de zaak in overweging te nemen bij het bepalen van eventuele matiging van boetes.