Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Vanwege het feit dat ik geen stopmiddelen in het onopvallend voertuig had, kon ik de bestuurster geen stopteken geven.(…)”. De kantonrechter begrijpt hieruit dat de verbalisant geen middelen zoals een stoptransparant of optische- en geluidssignalen voorhanden had. Aangezien sprake is van een onopvallend voertuig is verder niet relevant of dit een dienstvoertuig of privévoertuig is geweest. Het is naar het oordeel van de kantonrechter niet mogelijk om – op een veilige en verantwoorde wijze – rijdend in een onopvallend voertuig zonder stopmiddelen de aandacht van de bestuurder van een ander voertuig te trekken en dit is daarom geen reële mogelijkheid. Aldus biedt de verklaring van de verbalisant voldoende grond voor het oordeel dat zich in het onderhavige geval geen reële mogelijkheid tot staandehouding heeft voorgedaan. Er blijkt uit de stukken in het dossier en uit de aangevoerde gronden in het beroepschrift bovendien geen contra-indicatie dat er wel een mogelijkheid was tot staandehouding. De boete is dus terecht opgelegd aan de kentekenhouder.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.