Op 13 september 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, een vonnis gewezen in een incident tot tussenkomst en voeging in een civiele procedure. De zaak betreft een geschil tussen de Duitse rechtspersoon Renowall WDVS Systemtechnik GmbH en twee gedaagden, waarvan één een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is en de ander een onderneming die onder een handelsnaam opereert. Renowall vordert betaling van openstaande facturen uit een overeenkomst van opdracht, terwijl de gedaagde partij en de onderneming onder handelsnaam een verzoek tot voeging en tussenkomst hebben ingediend, omdat zij een eigen vordering op Renowall stellen te hebben.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak een internationaal karakter heeft, aangezien Renowall in Duitsland is gevestigd en de andere gedaagde in Nederland. De rechtbank heeft de rechtsmacht van de Nederlandse rechter bevestigd op basis van de Europese verordening inzake rechterlijke bevoegdheid. De rechtbank heeft de vordering tot tussenkomst van de onderneming onder handelsnaam afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de uitkomst van de hoofdzaak nadelige gevolgen voor deze onderneming kan hebben. De rechtbank oordeelt dat de vordering tot voeging niet verder besproken hoeft te worden, aangezien de voorwaarde voor de tussenkomst niet is vervuld.
De rechtbank heeft de onderneming onder handelsnaam veroordeeld in de proceskosten van het incident, die zijn begroot op € 508,00. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord op 25 oktober 2023, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.