ECLI:NL:RBNHO:2023:8896

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 juni 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
15/133299-23
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging na voetbalwedstrijd AZ-West Ham met gevangenisstraf en taakstraf

Op 6 juni 2023 heeft de politierechter in Alkmaar uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die betrokken was bij openlijke geweldpleging na de voetbalwedstrijd AZ tegen West Ham United op 18 mei 2023. De verdachte werd beschuldigd van het plegen van geweld tegen andere supporters, stewards en politiemensen in het AFAS-stadion. De rechter oordeelde dat het ten laste gelegde feit bewezen was, waarbij de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan het geweld. De politierechter legde een gevangenisstraf op van 30 dagen, waarvan 22 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 150 uren. Daarnaast werd een locatieverbod geëist, maar deze vordering werd afgewezen omdat deze te ruim was. De rechter benadrukte de ernst van het feit en de impact op de veiligheid in de samenleving, vooral voor gezinnen die naar voetbalwedstrijden gaan. De verdachte had spijt van zijn daden en verklaarde dat hij op het verkeerde moment op de verkeerde plek was. De uitspraak werd gedaan na een openbare terechtzitting waar zowel de officier van justitie als de raadsman van de verdachte hun standpunten naar voren brachten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Politierechter
Parketnummer: 15/133299-23
Uitspraakdatum: 06 juni 2023
Tegenspraak
Proces-verbaalvan het verhandelde op de openbare terechtzitting van 06 juni 2023.
Aanwezig zijn:
mr. A. Buiskool, politierechter,
mr. S. Bahta, griffier,
mr. C.J. Booij, officier van justitie.
De
politierechterdoet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
In dit proces-verbaal zijn mededelingen van de procesdeelnemers steeds zakelijk en verkort weergegeven.
De
verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op vragen van de politierechter te zijn genaamd:
[verdachte 1],
geboren op [geboortedatum - en plaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1] ,
thans gedetineerd in Justitieel Complex Schiphol, [adres 2] .
Als
raadsman van verdachteis ter terechtzitting aanwezig mr. C.J.J. Visser, advocaat te Amsterdam.
De
politierechtervermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden is verplicht.
De
officier van justitiedraagt de zaak voor.
De
politierechterdeelt mede de korte inhoud van alle stukken van het onderzoek, voor zover van belang met het oog op enige door de politierechter te nemen beslissing.
De
verdachte, ter terechtzitting ondervraagd, verklaart – zakelijk weergegeven – als volgt:
A
Ik zag dat het hek was omgetrokken, toen ben ik die kant opgegaan. Er stonden mensen om mij heen. Ik heb iemand geschopt en geslagen. Ik trok aan iemands broek.
B
Ik heb niet op iemands gezicht geslagen. Ik trok aan iemands broek zodat ik zelf niet achterover zou vallen.
Ik was onder invloed, maar ik was niet dronken. Ik was boos omdat er werd gejuicht in ons vak, dat hoort niet. Wij werden geprovoceerd. Ik weet niet waarom ik die kant ben opgegaan. Ik was op het verkeerde moment op een verkeerde plek. Ik heb de beelden gezien. Ik schaam mij daar heel erg voor. Ik heb er spijt van. Ik kan mij voorstellen dat het incident beangstigend is geweest.
De
verdachte, ter terechtzitting ondervraagd, verklaart als volgt omtrent zijn persoonlijke omstandigheden:
Ik werk bij een installatiebedrijf. Mijn werkgever is op de hoogte van deze zaak, ik heb het eerlijk verteld. Nu ik vastzit heb ik vakantiedagen opgenomen. Als ik langer vast blijf zitten, word ik waarschijnlijk ontslagen.
Ik heb een huurwoning. Om het weekend zijn de kinderen bij mij. Door de detentie draagt mijn ex-vrouw nu alleen de zorg over onze kinderen.
Ik ben ook aangehouden geweest naar aanleiding van een andere wedstrijd in Amsterdam. Ik zat toen in de metro. Ik weet nog niet of ik daarvoor vervolgd word.
De
officier van justitievoert het woord en vordert dat de politierechter:
- het ten laste gelegde feit bewezen zal verklaren;
- de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van
negen wekenwaarvan
drie wekenvoorwaardelijk met aftrek van het voorarrest met een proeftijd van drie jaren met daaraan verbonden een locatieverbod als bijzondere voorwaarde, te weten:
het zich niet ophouden in een straal van 500 meter rondom het Afas-stadion (Alkmaar), en deze voorwaarde dadelijk uitvoerbaar zal verklaren;
- de gevangenhouding beveelt.
De
raadsmanvoert het woord ter verdediging:
Ik verzoek u de zaak te behandelen als soortgelijke zaken. Het is ongewoon dat mijn cliënt nog steeds vastzit. De woorden die de officier van justitie gebruikt en het verwijt dat mijn cliënt wordt gemaakt over de tijd en moeite die deze zaak de politie heeft gekost, vind ik typerend voor de aandacht die er voor deze zaak is. Ik begrijp dat mijn cliënt wordt vervolgd, maar het is krankzinnig dat hem wordt verweten dat dit politiecapaciteit vergt.
Aangezien de zaak nu pas inhoudelijk wordt behandeld, weten wij niet wat de gevolgen van het feit voor de slachtoffers zijn en of er letsel is ontstaan bij de slachtoffers door cliënt. De officier van justitie heeft er daarom niet voor gekozen om cliënt te vervolgen voor art. 141 lid 2 Sr. Het is bijzonder dat de officier van justitie in zijn eis zowel de LOVS-oriëntatiepunten als de richtlijnen van het Openbaar Ministerie niet volgt; de oriëntatiepunten en de richtlijnen schrijven namelijk een taakstraf voor. Er lijkt van de richtlijnen te worden afgeweken omdat er media-aandacht voor de zaak is. In soortgelijke zaken wordt namelijk – als er geen media-aandacht voor is – een taakstraf opgelegd.
Ik verzoek u om cliënt partieel vrij te spreken nu cliënt geen significante bijdrage heeft geleverd aan de openlijke geweldpleging tegen het hek en de politie. Cliënt is niet betrokken geweest bij de vernieling van het hek en het geweld tegen de politie heeft plaatsgenomen toen cliënt al weg was.
Mijn cliënt heeft openheid van zaken gegeven. Hij weet dat de redenen voor zijn gedraging geen rechtvaardiging is. Hij heeft spijt en hij schaamt zich. Cliënt droeg geen gezicht bedekkende kleding. Cliënt heeft zijn leven goed op orde. Hij heeft geen lange Justitiële Documentatie. Hij heeft een goede baan en hij is vader van twee kinderen. Cliënt heeft al grote nadelen ondervonden door deze zaak. De officier van justitie heeft een locatieverbod geëist maar cliënt wordt al een stadionverbod en een boete opgelegd door de club. Daarnaast ondervindt cliënt schade door de aandacht die er voor deze zaak is. Gelet op deze omstandigheden, het strafbare feit, de persoonlijke omstandigheden van cliënt en straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, verzoek ik u een (eventueel voorwaardelijke) taakstraf op te leggen.
Ten slotte verzoek ik u de vordering tot gevangenhouding af te wijzen en cliënt vandaag in vrijheid te stellen.
De
officier van justitierepliceert als volgt:
De verdediging bagatelliseert de handelingen van de verdachte. Ik kom tot mijn strafeis door de omstandigheden. Wellicht wordt er in soortgelijke zaken geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, maar dat doet niet af aan hetgeen in deze zaak wel aan de orde is.
De verdediging heeft mij gevraagd een soortgelijke zaak waarbij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is opgelegd te vinden, ik verwijs naar de uitspraak van Rechtbank Gelderland 18 maart 2016 (ECLI:NL:RBGEL:2016:1705).
De
raadsmandupliceert als volgt:
Uit de beelden blijkt niet dat cliënt iemand op het hoofd heeft geslagen. Ik kan ook niet vaststellen dat cliënt iemand hard heeft geslagen.
Indien u ervoor kiest een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, verzoek ik u de vordering tot gevangenhouding af te wijzen, zodat het Gerechtshof over de zaak kan oordelen; als cliënt de straf al heeft uitgezeten en een lagere straf opgelegd krijgt in hoger beroep, heeft hij daar niets meer aan. Subsidiair verzoek ik u de voorlopige hechtenis te schorsen.
De
verdachtewordt het recht gelaten het laatst te spreken en spreekt als volgt:
Ik heb er spijt van. Dit gaat niet meer gebeuren.
De
politierechtersluit het onderzoek ter terechtzitting en doet – na zich te hebben teruggetrokken voor beraad – direct mondeling uitspraak.
Van dit uitgesproken vonnis is aantekening gehouden op de wijze als hieronder vermeld.
Aantekening van het mondeling vonnis

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 mei 2023 te Alkmaar openlijk, te weten, in het AFAS-stadion (gelegen aan de [adres 3]) tijdens en/of kort na de voetbalwedstrijd AZ Alkmaar — West Ham United, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en/of een goed te weten tegen een persoon en/of een goed te weten tegen aldaar aanwezige politiemensen en/of één of meer aldaar aanwezige steward(s) en/of één of meer aldaar aanwezige toeschouwers, en/of tegen een of meer goederen (waaronder een stadionhek),
door
- ( met versnelde pas) (dreigend) (al dan niet met gezichtsbedekking) te lopen in de richting van die personen en/of goederen met het kennelijke doel om de confrontatie aan te gaan en/of
- ( met kracht) te rukken/trekken aan voornoemd hek en/of
- voornoemd hek te passeren en zich (vanaf de van de Ben-tribune) te begeven naar de hoofdtribune en/of
- de hoofdtribune te betreden teneinde het gevecht aan te gaan met (West Ham United)-toeschouwers en/of
- ( met kracht) (al dan niet met een broekriem) te slaan/stompen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en/of
- ( met kracht) te schoppen/trappen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en/of
- een of meer personen van een trap (naar beneden) te trekken en/of
- ( met kracht) te duwen tegen één of meer voornoemde personen en/of
- een vechthouding (tegenover andere toeschouwers) aan te nemen en/of;
- ( meermalen) (met kracht) te schoppen/te trappen, althans schoppende/trappende bewegingen te maken, tegen/in/naar de rug, althans tegen/naar het lichaam van een onbekend gebleven persoon (hierna: NN1) en/of (vervolgens)
- ( meermalen) (met kracht) te slaan/stompen, althans slaande bewegingen te maken, tegen/naar het hoofd en/of het (boven)lichaam van NN1 en/of (vervolgens)
- ( terwijl NN1 de trap op naar boven probeerde te vluchten) de broeksband van NN1 te pakken en/of NN1 (aan zijn broeksband) van de trap af naar beneden te trekken en/of (vervolgens)
- ( meermalen) te slaan, althans slaande bewegingen te maken, tegen/naar het lichaam van NN1.

2.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze politierechter is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1
Bewijsmiddelen
De bewezenverklaring steunt op de hiervoor onder A weergegeven verklaring van de verdachte en hetgeen van de dossierstukken in dit proces-verbaal hiervoor onder
I t/m IIIis opgenomen.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De door de politierechter als processen-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.
3.2
Bewijsoverweging
Ten aanzien van het bewijs overweegt de politierechter het volgende.
Op het einde van de wedstrijd van AZ tegen West Ham op 18 mei 2023 heeft een groep supporters, veelal gekleed in het zwart en sommigen met gezichtsbedekking in het AZ stadion toegangshekken naar een andere tribune, met daarop West Ham supporters en genodigden, met geweld doorbroken.
Deze groep heeft zich daarna op gewelddadige wijze tegen personen, te weten supporters, stewards en leden van de Mobiele Eenheid gekeerd. De groep is in gevecht is geraakt met de West Ham-supporters, beveiligers en later ook de ME. Daarbij is onder andere tegen het lichaam van personen is geslagen, geschopt en geduwd.
De verdachte wordt verweten deel te hebben uitgemaakt van deze groep en wordt beschuldigd van het in vereniging plegen van openlijk geweld.
Van het in verenging plegen van het geweld is sprake, als de verdachte een voldoende significatie of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld. Deze bijdrage hoeft op zichzelf niet van gewelddadige aard zijn, maar het alleen getalsmatig versterken van een groep is dan weer niet voldoende.
De vraag die vandaag beantwoord moet worden is of de bijdrage van de verdachte aan het geweld van voldoende gewicht is.
Uit de bewijsmiddelen en dan met name de beschrijving van de camerabeelden en verdachtes verklaring op zitting volgt dat de verdachte boos was, dat hij is meegegaan door het hek naar de hoofdtribune, dat hij daar met anderen vooraan op de trap stond en dat hij toen een Engelsman, die probeerde mensen tegen te houden, meerdere keren heeft geschopt, en geslagen en aan zijn broekriem getrokken en dat was er mede de oorzaak van dat hij van de trap afviel, waarna hij verder werd belaagd door anderen.
Daarmee heeft de verdachte een bijdrage van voldoende gewicht aan het geweld geleverd. Voor het in vereniging plegen van openlijk geweld is verder niet vereist dat de verdachte elke geweldshandeling van de groep zoals dan nu ten laste is gelegd zelf heeft begaan, dit betekent dat ook het overige geweld bewezen kan worden.
Daarbij overweegt de politierechter, anders dan de raadsman, het geweld van de groep in het stadion als één opvolgend geheel te zien, beginnend bij het neerhalen van het hek naar de hoofdtribune met West Ham supporters en genodigden, waarna de gevechten bij die tribune volgden, hetgeen weer gevolgd werd door agressie en geweld tegen de ME die de openbare orde en veiligheid kwam herstellen in het stadion. Het verweer tot partiële vrijspraak wordt dan ook verworpen.
3.3
Bewezenverklaring
De politierechter acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:
hij op 18 mei 2023 te Alkmaar openlijk, te weten, in het AFAS-stadion (gelegen aan de [adres 3]) tijdens en/of kort na de voetbalwedstrijd AZ Alkmaar — West Ham United, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en een goed te weten tegen aldaar aanwezige politiemensen en één of meer aldaar aanwezige steward(s) en één of meer aldaar aanwezige toeschouwers, en tegen een of meer goederen (waaronder een stadionhek), door
- ( met versnelde pas) (dreigend) (al dan niet met gezichtsbedekking) te lopen in de richting van die personen en goederen met het kennelijke doel om de confrontatie aan te gaan en
- ( met kracht) te rukken/trekken aan voornoemd hek en
- voornoemd hek te passeren en zich (vanaf de van de Ben-tribune) te begeven naar de hoofdtribune en
- de hoofdtribune te betreden teneinde het gevecht aan te gaan met (West Ham United)-toeschouwers en
- ( met kracht) (al dan niet met een broekriem) te slaan/stompen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en
- ( met kracht) te schoppen/trappen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en
- een of meer personen van een trap (naar beneden) te trekken en
- ( met kracht) te duwen tegen één of meer voornoemde personen en
- een vechthouding (tegenover andere toeschouwers) aan te nemen en;
- meermalen (met kracht) te schoppen/te trappen, althans schoppende/ trappende bewegingen te maken, tegen de rug, althans tegen het lichaam van een onbekend gebleven persoon (hierna: NN1) en
- meermalen (met kracht) te slaan/stompen, althans slaande bewegingen te maken, tegen/naar het hoofd en/of het (boven)lichaam van NN1 en
- de broeksband van NN1 te pakken en/of NN1 aan zijn broeksband van de trap af naar beneden te trekken en
- meermalen te slaan, althans slaande bewegingen te maken, tegen/naar het lichaam van NN1.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is daarom strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is daarom strafbaar.

6.Motivering van de sancties

6.1
Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de politierechter zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder overweegt de politierechter als volgt.
Het gaat om een ernstig feit. Zoals gezegd hebben na afloop van de wedstrijd AZ-West Ham een grote groep AZ supporters, na het eerst vernielen van een hekwerk, de hoofdtribune aangevallen waarop zich genodigden bevonden, familieleden van spelers en West Ham supporters. Mensen zijn aangevallen, ook stewards en beveiligers. Vervolgens heeft de groep zich ook op gewelddadige wijze tegen de ME gekeerd. Dit is heel beangstigend geweest, niet alleen voor de personen die werden aangevallen, maar voor alle aanwezigen in het stadion, waaronder ook ouders met kinderen. Het is niet voor niets geweest dat nationaal en ook internationaal in de media veel aandacht voor is geweest.
Dit voetbalgerelateerd geweld dat door een groep wordt gepleegd maakt de massale inzet van beveiligers en politie tijdens voetbalwedstrijden nodig, terwijl de club en de maatschappij met de kosten en gevolgen worden geconfronteerd. Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat feiten als dit, die zich in het openbaar afspelen, leiden tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Mensen vragen zich af of het nog wel veilig is om naar een voetbalwedstrijd te gaan, kan ik mijn kinderen wel meenemen.
De verdachte heeft met zijn gedrag hieraan bijgedragen. Het gaat om ontoelaatbaar gedrag en dat rekent de politierechter de verdachte aan.
Op grond van de oriëntatiepunten van de rechtspraak staan er taakstraffen op openlijk geweld.
Met de officier van justitie vindt de politierechter dat wat er op 18 mei 2023 is gebeurd, te ernstig is om te volstaan met een taakstraf.
Verder heeft de politierechter in aanmerking genomen de rol van de verdachte in het geheel, zijn persoonlijke omstandigheden en zijn documentatie.
Alles afwegende is de politierechter van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf voor de duur van 30 dagen moet worden opgelegd. De politierechter zal bepalen dat een gedeelte daarvan, te weten 22 dagen, vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat de verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
De politierechter is verder van oordeel dat een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van 150 uren moet worden opgelegd.
6.2
Vrijheidsbeperkende maatregelDe officier van justitie heeft een locatieverbod voor het Afas-stadion gevorderd als bijzondere voorwaarde en heeft gevorderd deze voorwaarde dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Omdat naar het oordeel van de politierechter het locatieverbod te ruim bepaald is, wijst de politierechter de vordering af.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 141 van het Wetboek van Strafrecht

8.Beslissing

De politierechter:
Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3 vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
30 [dertig] dagen, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
22 [tweeëntwintig] dagen,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot het verrichten van
150 [honderdvijftig] urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 75 [vijfenzeventig] dagen hechtenis.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van die voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de duur van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.

9.Rechtsmiddel

De politierechter deelt de verdachte mede, dat hij binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen tegen het vonnis, waarna de zaak opnieuw zal worden behandeld door het gerechtshof te Amsterdam en maakt de verdachte opmerkzaam op het recht om ter terechtzitting van dat rechtsmiddel afstand te doen.
Dit proces-verbaal is door de politierechter en de griffier vastgesteld en ondertekend.