Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Pro Control Process Automation B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak staat de vraag centraal of de vaststellingsovereenkomst, waarmee de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en werkgever werd beëindigd, vernietigd moet worden op basis van dwaling. De werknemer, [eiser], heeft zijn vordering ingesteld tegen Pro Control Process Automation B.V. en stelt dat hij heeft gedwaald bij de totstandkoming van de overeenkomst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van onjuiste mededelingen of het verzwijgen van relevante informatie door de werkgever. De kantonrechter concludeert dat de overeenkomst niet onder invloed van dwaling tot stand is gekomen en dat bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst ook niet zou zijn gesloten. De vordering van [eiser] om de vaststellingsovereenkomst te vernietigen, het herstel van de arbeidsovereenkomst en de doorbetaling van loon wordt afgewezen.
Het procesverloop begon met een dagvaarding van [eiser] op 8 december 2022, waarna Pro Control schriftelijk heeft geantwoord. Tijdens de zitting op 26 juni 2023 heeft de kantonrechter de standpunten van beide partijen gehoord. De feiten van de zaak zijn als volgt: [eiser] was sinds 22 oktober 2018 in dienst bij Pro Control als Sales Manager. Op 18 februari 2022 vroeg Pro Control toestemming aan het UWV om de arbeidsovereenkomst op te zeggen wegens bedrijfseconomische redenen, maar deze procedure werd niet doorgezet. Op 24 februari 2022 werd een vaststellingsovereenkomst ondertekend, waarin werd afgesproken dat de arbeidsovereenkomst per 1 april 2022 zou eindigen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij heeft gedwaald bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter concludeert dat er geen grond is voor vernietiging van de overeenkomst en wijst de vordering van [eiser] af. Tevens wordt [eiser] veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Pro Control, die zijn vastgesteld op € 1.588,-. De wettelijke rente over de proceskosten en nakosten wordt toegewezen vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis.