Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
“(…) Ik, verbalisant [ ], zag dat de bestuurder zijn mobiele telefoon in zijn handen had tijdens het rijden. Toen ik hem een stopteken gaf en de controle plaats op leidde zag ik dat hij nog steeds de telefoon in zijn handen had. Verbalisanten [1],[2] en [3] zagen dat de bestuurder zijn mobiele telefoon in zijn handen had toen hij de controle plaats op kwam rijden. (…)”Deze verklaring is voldoende om de gedraging te kunnen vaststellen. Bovendien heeft betrokkene de gedraging bij staandehouding niet ontkend. Een ontkenning nadien is onvoldoende om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter ziet in hetgeen namens betrokkene is aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.