ECLI:NL:RBNHO:2023:8078

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
17 augustus 2023
Zaaknummer
10266398 \ CV EXPL 23-115
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van factuur voor meerwerk door Omnyacc aan Muric

In deze zaak vordert Omnyacc Schagen Accountants & Adviseurs B.V. betaling van een factuur van € 5.202,14 van Muric B.V. voor door Omnyacc verrichte werkzaamheden. De kantonrechter heeft op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar. De vordering van Omnyacc is toegewezen, omdat de werkzaamheden die zijn verricht door Omnyacc zijn aangemerkt als meerwerk, dat niet onder de reguliere werkzaamheden viel waarvoor een vaste prijs was afgesproken. Muric had in eerdere communicatie aangegeven dat er geen meerwerk mocht worden verricht zonder voorafgaande goedkeuring, maar de kantonrechter oordeelde dat Omnyacc op basis van een verzoek van Muric om hulp met stukken richting de bank mocht aannemen dat er een meerwerkopdracht was gegeven. De kantonrechter oordeelde dat Muric in verzuim was en dat de factuur van Omnyacc terecht was verzonden. Daarnaast werd de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen aan Omnyacc. De tegenvordering van Muric werd afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De proceskosten werden ook aan Muric opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10266398 \ CV EXPL 23-115 (TB)
Uitspraakdatum: 26 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Omnyacc Schagen Accountants & Adviseurs B.V.
gevestigd te Schagen
eiseres
verder te noemen: Omnyacc
gemachtigde: S. Baldinger
tegen
de besloten vennootschap
Muric B.V.
gevestigd te Schagen
gedaagde
verder te noemen: Muric
procederend in persoon
De zaak in het kort
Eiseres vordert betaling van een factuur voor de door haar verrichte werkzaamheden. De kantonrechter wijst de vordering toe omdat de verrichte werkzaamheden worden aangemerkt als meerwerk in die zin dat deze werkzaamheden niet vallen onder de overeengekomen reguliere werkzaamheden. De vordering in de zaak van de tegenvordering wordt afgewezen omdat die vordering onvoldoende onderbouwd is.

1.Het procesverloop

1.1.
Omnyacc heeft bij dagvaarding van 30 december 2022 een vordering tegen Muric ingesteld. Muric heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend. Omnyacc heeft een schriftelijke reactie gegeven in de zaak van de tegenvordering.
1.2.
Op 6 juni 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Omnycc bij brief van 30 mei 2023 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Naar aanleiding van een gesprek op 26 september 2019 heeft Omnyacc op 4 oktober 2019 aan Muric een offerte gestuurd. In de offerte staat een voorstel tot dienstverlening van onder meer de administratie, jaarrekening en vennootschapsbelasting tegen een totaalprijs van € 5.519,00 exclusief btw. Muric heeft de offerte op 12 december 2019 geaccepteerd.
2.2.
Bij e-mail van 31 maart 2020 van Muric aan Omnyacc schrijft Muric
“Voor de rest willen we graag dat jullie bij alles wat er gedaan word buiten de offerte een mail sturen met dit gaat het kosten en als ik daar akkoord op geeft dan pas mag het gedaan worden zonder mijn akkoord mag er geen werk gedaan worden buiten de offerte.”.
2.3.
Bij e-mail van 16 september 2020 van Muric aan Omnyacc schrijft Muric kort samengevat dat Omnyacc geen werk mag verrichten wat niet binnen de offerte valt. Muric mag als enige akkoord geven op werk dat niet binnen de offerte valt en anders zijn de kosten voor rekening van Omnyacc. Bij meerwerk moet eerst een offerte worden opgesteld.
2.4.
Op 19 juli 2021 stuurt Muric een e-mail van de [Bank] aan Omnyacc door waarin door de [Bank] gevraagd wordt stukken aan te leveren voor uitbreiding van een krediet. Deze stukken bestaan uit: enkelvoudige jaarcijfers 2020 van [bestuurder] , geconsolideerde jaarcijfers 2020 van [bestuurder] , IB 2019 + partner, geconsolideerde exploitatieprognose 2021, actuele debiteuren- en crediteurenoverzicht, onderbouwing van de kredietbehoefte. Muric vraagt Omnyacc:
“Kan jij mij helpen met de stukken richting de [Bank] ?”.
2.5.
Op 28 oktober 2021 schrijft Omnyacc aan Muric:
“Nog even ter aanvulling, het opstellen van de prognose t.b.v. de [Bank] zit niet in de vaste prijsafspraak.”.
2.6.
Omnyacc heeft op 18 maart 2022 factuur 908823 van € 4.404,10 aan Muric toegezonden, vergezeld met een specificatie. De gefactureerde werkzaamheden zien op een periode tot en met februari 2022 en betreffen: subsidieonderzoek, vennootschapsbelasting, bedrijfseconomisch advies, algemene adviezen en juridische adviezen.
2.7.
Omnyacc heeft op 23 april 2022 de dienstverlening beëindigd, waarmee een einde is gekomen aan de overeenkomst tussen partijen.

3.De vordering

3.1.
Omnyacc vordert dat de kantonrechter Muric veroordeelt tot betaling van € 5.202,14, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente over € 4.404,10 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Muric in de kosten van deze procedure en in de nakosten.
3.2.
Omnyacc legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Muric toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende betalingsverplichting. Omnyacc heeft ondanks herhaalde aanmaningen geen betaling verkregen van Muric van factuur 908823 ter hoogte van € 4.404,10. Muric verkeert tegenover Omnyacc in verzuim. Muric is daarom primair ook buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd en subsidiair de interne invorderingskosten. Daarnaast is Muric ook rente verschuldigd.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
Muric betwist de vordering (gedeeltelijk). Zij voert aan – samengevat – dat met Omnyacc een vaste prijs is afgesproken en de in rekening gebrachte uren onder deze prijsafspraak vallen. Muric heeft nooit opdracht gegeven voor meerwerk.
4.2.
Muric vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter Omnyacc veroordeelt tot betaling van € 20.909,96 (€ 9.657,97 voor 2020, € 5.808,00 voor 2021 en € 5.443,99 voor 2022).
4.3.
Zij legt aan de tegenvordering ten grondslag – kort weergegeven – dat € 9.657,97 is betaald voor werkzaamheden in 2020 waar Muric geen opdracht voor heeft gegeven. De offerte voor Muric en [bestuurder] bedraagt € 9.804,63. Betaald door Muric en [bestuurder] over 2020 is € 19.462,60 incl. btw. Omdat Omnyacc weigert een jaarrekening voor 2020 op te stellen, moet Muric op zoek naar een nieuw kantoor om de jaarrekening op de stellen. De kosten die Muric in 2021 heeft betaald bedragen € 5.808,00. In 2022 heeft Omnyacc nog geen werkzaamheden uitgevoerd, maar wel € 5.443,99 ontvangen. Dit wil zij terug ontvangen van Omnyacc. Verder stelt Muric – zo begrijpt de kantonrechter – dat zij de kosten van € 18.755,00 die zij moet betalen aan de nieuwe accountant en een ingeschakelde derde terug wil.
4.4.
Omnyacc betwist de tegenvordering en stelt dat Muric twee zaken door elkaar haalt, te weten de vordering welke Omnyacc op Muric heeft en een vordering welke Omnyacc heeft op [bestuurder] Omnyacc heeft ook aan [bestuurder] een offerte uitgebracht en heeft op [bestuurder] een vordering. Muric gooit alle bedrag gemakshalve op één hoop waardoor het voor Omnyacc wordt bemoeilijkt om verweer te voeren en de tegenvordering te weerleggen. In 2022 is de samenwerking op verzoek van Muric stopgezet en beëindigd.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
Deze zaak gaat om de vraag of Omnyacc betaling kan verlangen van Muric van de nog openstaande factuur uit hoofde van door Omnyacc verrichte werkzaamheden.
5.2.
De kantonrechter zal hierna aan de hand van het door Muric gevoerde verweer de onderlinge geschilpunten tussen partijen bespreken.
5.3.
Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of de door Omnyacc aan Muric verstuurde factuur van € 4.404,10 betrekking heeft op door Omnyacc verrichte werkzaamheden die moeten worden aangemerkt als reguliere werkzaamheden dan wel of deze betrekking hebben op door Omnyacc verricht meerwerk. Vast staat tussen partijen dat zij zijn overeengekomen dat Omnyacc voor Muric de reguliere werkzaamheden zou verrichten zoals hiervoor onder 2.1. opgenomen, voor een verwacht totaalbedrag van € 5.519,00 exclusief BTW.
5.4.
Muric stelt zich in dit kader op het standpunt dat de door Omnyacc verrichte werkzaamheden vallen onder de reeds overeengekomen reguliere werkzaamheden waarvoor een bedrag is afgesproken van € 5.519,00. Als door Omnyacc werkzaamheden zijn verricht die zouden moeten worden aangemerkt als meerwerk, dan hoeft Muric deze niet te betalen omdat Omnyacc in strijd met de afspraken niet vooraf een offerte aan Muric heeft gestuurd en waar Muric akkoord op heeft gegeven.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter is in voldoende mate komen vast te staan dat de factuur die Omnyacc heeft verstuurd aan Muric en waarvan Omnyacc in deze procedure betaling vordert, betrekking heeft op werkzaamheden die moeten worden aangemerkt als meerwerk, in die zin dat deze werkzaamheden niet vallen onder de genoemde reguliere werkzaamheden die zijn begroot op een bedrag van € 5.519,00, exclusief BTW. Weliswaar heeft Muric in haar e-mails van zowel 31 maart 2020 als 16 september 2020 aan Omnyacc gezegd dat er geen meerwerk meer mocht worden verricht zonder zijn uitdrukkelijke toestemming, echter mocht Omnyacc gelet op haar verzoek van 19 juli 2021 om te helpen met de stukken richting de [Bank] er vanuit gaan dat Muric een meerwerkopdracht gaf. Dat heeft Omnyacc mogen opvatten als een uitdrukkelijk door Muric gegeven opdracht tot het verrichten van meerwerk, nu zij niet kon twijfelen of dit al dan niet binnen de vaste prijsafspraak viel. Bovendien heeft Omnyacc onweersproken gesteld dat zij voor Muric eerder werkzaamheden heeft verricht die strekte tot het verkrijgen van een financiering die zij als meerwerk heeft gefactureerd aan Muric en door Muric ook zijn betaald. Het standpunt van Muric dat het enkel gaat om het toesturen van stukken aan de [Bank] die al door Omnyacc gemaakt moeten worden en dus geen extra werkzaamheden zijn gaat dus niet op. Omnyacc heeft dit ter zitting ook gemotiveerd betwist. Daar komt bij dat Omnyacc in haar e-mail van 28 oktober 2021 aan Muric heeft laten weten dat het opstellen van de prognose ten behoeve van de [Bank] niet in de vaste prijsafspraak zit. Niet gesteld of gebleken is dat Muric hier bezwaar tegen heeft gemaakt. Het tijdsverloop tussen het verzoek van Muric op 19 juli 2021 en de e-mail van Omnyacc op 28 oktober 2021 kan Omnyacc verklaren omdat de aanvraag voor de uitbreiding van het krediet een langdurig traject was omdat Muric een andere contactpersoon wilde bij de [Bank] . Dit is door Muric niet weersproken. Voorts blijkt uit de factuurspecificatie dat een aantal werkzaamheden met betrekking tot de financiering bij de [Bank] ook pas na voornoemde e-mail van 28 oktober 2021 hebben plaatsgevonden. Tot slot heeft Muric de factuur van 18 maart 2022 ontvangen en vervolgens zonder protest behouden. Het verweer van Muric dat hij niet gehouden is de factuur te voldoen wordt dan ook gepasseerd. Muric is in beginsel gehouden het door Omnyacc gevorderde bedrag te betalen.
5.6.
Vervolgens resteert de vraag of het gefactureerde bedrag voor de werkzaamheden redelijk is. De factuur van Omnyacc is zeer nauwkeurig gespecificeerd. Het had op de weg van Muric gelegen om op dit punt haar verweer nader te specificeren en concreet te stellen welke posten voor haar niet inzichtelijk zijn. Gelet op de toelichting die Omnyacc heeft gegeven, heeft de kantonrechter onvoldoende reden om te twijfelen dat de daarmee gemaakte werkzaamheden nodig waren.
5.7.
Op basis van bovenstaande overwegingen zal de kantonrechter de vordering van Omnyacc toewijzen. Muric moet een bedrag van € 4.404,10 inclusief btw aan Omnyacc betalen.
5.8.
Muric heeft de factuur niet op tijd betaald, zodat zij ook wettelijke handelsrente verschuldigd is. De gevorderde rente van € 232,63 zal daarom worden toegewezen, naast de wettelijke handelsrente vanaf de dag van dagvaarding.
5.9.
Omnyacc vordert een bedrag ter vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat voldoende is gesteld en onderbouwd dat er buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag van € 565,41 komt overeen met het gebruikelijke tarief en zal worden toegewezen.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van Muric, omdat zij ongelijk krijgt. Omnyacc vordert daarnaast veroordeling van Muric in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak [1] levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten – die worden begroot op € 132,00 en, als betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, de explootkosten van betekening van het vonnis – een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De kantonrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.
de tegenvordering
5.11.
De door Muric ingediende tegenvordering komt niet voor toewijzing in aanmerking. Daartoe wordt het volgende overwogen.
5.12.
De kantonrechter is van oordeel dat Muric haar tegenvordering gelet op de gemotiveerde betwisting van Omnyacc onvoldoende heeft onderbouwd. Omnyacc heeft bij conclusie van antwoord in reconventie gesteld dat Muric twee zaken door elkaar haalt, te weten een vordering welke Omnyacc heeft op Muric en een vordering welke Omnyacc heeft op [bestuurder] is bestuurder van Muric. Muric vermengt de vorderingen met elkaar waardoor het voor Omnyacc wordt bemoeilijkt om het verweer en de tegenvordering te weerleggen. Het had op de weg van Muric gelegen om bijvoorbeeld nader te concretiseren en te onderbouwen welke bedragen volgens haar te veel zijn betaald. Dat heeft zij niet gedaan. Ook ten aanzien van de schade die Muric stelt te hebben geleden door Omnyacc omdat Omnyacc ten onrechte haar werkzaamheden heeft opgeschort en Muric noodgedwongen op zoek moest naar een andere accountant heeft zij onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat schade is geleden ten gevolge van het handelen van Omnyacc. De vordering van Muric dient dan ook als onvoldoende onderbouwd te worden afgewezen.
5.13.
De proceskosten komen voor rekening van Muric, omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
veroordeelt Muric tot betaling aan Omnyacc van € 5.202,14, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 4.404,10 vanaf 30 september 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Muric tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Omnyacc tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 108,41
griffierecht € 514,00
salaris gemachtigde € 660,00 ;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
6.5.
wijst de vordering af;
6.6.
veroordeelt Muric tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Omnyacc worden vastgesteld op een bedrag van € 330,00 aan salaris van de gemachtigde van Omnyacc.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.