Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. De betrokkene, Orange Finance B.V., had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De officier van justitie verklaarde het beroep van de betrokkene ongegrond, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 4 april 2023 was de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig en verzocht om vernietiging van de beslissing van de officier van justitie vanwege een geschonden hoorplicht.
De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant. De betrokkene had onvoldoende feiten aangedragen om aan de juistheid van deze verklaring te twijfelen. De kantonrechter erkende echter dat de hoorplicht was geschonden, wat leidde tot de gegrondverklaring van het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd, maar het beroep tegen de boete zelf werd ongegrond verklaard. De kantonrechter wees ook het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de betrokkene inhoudelijk ongelijk kreeg.
De uitspraak benadrukt het belang van de hoorplicht in bestuursrechtelijke procedures, maar ook dat een schending daarvan niet automatisch leidt tot vernietiging van de opgelegde sanctie als de gedraging voldoende is vastgesteld.