Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
mr. M.A. Boheur, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. D.N. de Jonge, advocaat te Rotterdam, naar voren is gebracht.
1.Tenlastelegging
2.Procesafspraken
- de officier van justitie zal rekwireren tot een bewezenverklaring en kwalificatie als opgenomen in de procesafspraken;
- de verdediging ziet af van het indienen van onderzoekswensen en trekt al ingediende onderzoekswensen uiterlijk ter zitting en bij voorkeur al eerder schriftelijk in;
Inhoudelijke behandeling
3.Beantwoording van de vragen van artikelen 348 en 350 Sv
Beoordeling van het bewijs
van hoeveelheden cocaïne,
De rechtbank merkt in dit verband op dat in de definitieve, ondertekende overeenkomst tussen het Openbaar Ministerie en de verdachte als kwalificatie van feit 2 (pagina 6) staat vermeld:
‘
het (...) opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens die zijn opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk, voor een ander overnemen en doorgeven’.
De rechtbank stelt echter vast dat de tenlastelegging – zoals deze is komen te luiden na de toegewezen vordering ex artikel 314a Sv op de zitting van 13 maart 2023 – niet langer het bestanddeel ‘en/of heeft doorgegeven’ bevat.
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de straf
Persoon van de verdachte
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
24 (vierentwintig) maanden.