ECLI:NL:RBNHO:2023:7770

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 augustus 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
C/15/341480 / FA RK 23-3060
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen crisismaatregel en verzoek om schadevergoeding in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 8 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een crisismaatregel die op 23 juni 2023 door de burgemeester van Haarlem was opgelegd. Betrokkene, die onder invloed was en vrijwel continu sliep, stelde dat de crisismaatregel onrechtmatig was opgelegd en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat de psychiater, die betrokkene via videobellen heeft beoordeeld, dit op een begrijpelijke en goed gemotiveerde wijze heeft gedaan. De rechtbank concludeerde dat de keuze voor videobellen gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden waaronder betrokkene zich bevond. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat cassatie open tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
beroep tegen een crisismaatregel en verzoek schadevergoeding
zaak-/rekestnr.: C/15/341479 / FA RK 23-3059 (beroep tegen een crisismaatregel)
zaak-/rekestnr.: C/15/341480 / FA RK 23-3060 (verzoek om een schadevergoeding)
beschikking van de enkelvoudige kamer van 8 augustus 2023,
naar aanleiding van het beroep ex artikel 7:6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) tegen een crisismaatregel en naar aanleiding van het verzoek tot schadevergoeding ex artikel 10:12 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [plaats] , [adres] ,
thans verblijvende te [verblijfplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat: mr. B.J. de Groot, gevestigd te Haarlem.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 11 juli 2023, heeft betrokkene beroep ingesteld tegen de door de burgemeester van de gemeente Haarlem (hierna: verweerder) op 23 juni 2023 om 23.15 uur jegens hem opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beslissing van de verweerder van 23 juni 2023 inhoudende het opleggen van de crisismaatregel;
- de medische verklaring van 23 juni 2023;
- het episode journaal;
- het informatierapport Wvggz van de politie.
1.2.
Bij verweerschrift, verzonden op 25 juli 2023, heeft verweerder verweer gevoerd tegen het ingestelde beroep. Bij het verweerschrift is meegezonden het verslag van het op 23 juni 2023 om 23.13 uur horen van betrokkene door de burgermeester.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 juli 2023, te [verblijfplaats] .
1.4.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- [medewerker] , medewerker van de gemeente Haarlem en gemachtigd vertegenwoordiger voor verweerder;
- [psychiater] , psychiater (welke met instemming van de advocaat via een telefonische verbinding heeft deelgenomen aan de zitting);
- [sociaal psychiatrisch verpleegkundige] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
2. Het beroep
2.1.
Betrokkene stelt dat de crisismaatregel onrechtmatig is opgelegd. Hij verzoekt zijn beroep gegrond te verklaren en voorts om een schadevergoeding aan hem toe te kennen.
2.2.
Betrokkene heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Ten eerste is het niet duidelijk wanneer en waar het medisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Dit is relevant voor de vraag of vormen van tijdelijke verplichte zorg (artikel 7:3 Wvggz) zijn ingezet en of het medisch onderzoek op correcte wijze heeft plaatsgevonden. Het dossier is volgens betrokkene wat dit betreft tweeledig. Zo volgt uit de medische verklaring dat het medisch onderzoek op 23 juni 2023 om 19:00 uur is gestart door de psychiater [psychiater] te [verblijfplaats] . Uit het episode journaal volgt echter dat de eerste handelingen voor de medische verklaring worden gestart om 20:34 uur door [arts] (geen psychiater). Psychiater [psychiater] wordt in het episode journaal om 20:58 uur pas genoemd. Daarnaast is het dossier tweeledig voor wat betreft de vraag waar de procedure gestart is. De informatie uit de medische verklaring en de informatie uit het informatierapport Wvggz van de politie, zijn hierin strijdig met elkaar.
Ten tweede voldoet het medisch onderzoek niet aan de vereiste zorgvuldigheid als laatstelijk door de Hoge Raad uiteen gezet in zijn uitspraak van 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:663. Betrokkene, althans zijn advocaat, begrijpt niet dat er weer gekozen is voor videobellen om betrokkene te beoordelen. Er was geen enkele reden om aan te nemen dat er sprake was van een uitzondering op de hoofdregel dat betrokkene fysiek beoordeeld had moeten worden.

3.Het verweer

3.1.
Verweerder verzoekt om het beroep ongegrond te verklaren en het verzoek om schadevergoeding af te wijzen.
3.2.
Verweerder heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van de eerste beroepsgrond van betrokkene stelt verweerder het volgende. In de medische verklaring staat dat betrokkene op 23 juni 2023 om 19:00 uur is onderzocht door psychiater [psychiater] . Betrokkene bevond zich op dat moment in [verblijfplaats] . De medische verklaring is hierover helder en verweerder heeft geen reden om daaraan te twijfelen of hierover nader vragen te stellen. Ook is het niet aan verweerder maar aan de rechtbank om te beoordelen of een zorgverlener die vormen van tijdelijke verplichte zorg (artikel 7:3 Wvggz) heeft ingezet, dit besluit in redelijkheid had mogen nemen.
Ten aanzien van de tweede beroepsgrond stelt verweerder het volgende. Verweerder heeft uit de medische verklaring afgeleid dat de psychiater eerder op de dag wel heeft getracht betrokkene fysiek te beoordelen, maar dat betrokkene steeds sliep. Hieruit valt op te maken dat de psychiater diverse kenmerken (waaronder zijn geur), waarop zij haar beoordeling heeft gebaseerd, wel fysiek zelf heeft waargenomen. Verweerder mocht vertrouwen op de deskundigheid en de medische verklaring van de psychiater. Daar komt bij dat de indruk die betrokkene op verweerder maakte bij het telefonisch horen, die dag om 23.23 uur, voor verweerder geen aanleiding gaf aan de (vermoedelijke) diagnose te twijfelen. Op grond daarvan kon verweerder concluderen dat sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel als gevolg van de (ernstig vermoede) stoornis hetgeen direct ingrijpen met het nemen van de crisismaatregel vergde.

4.Beoordeling

Ontvankelijkheid
4.1.
Op grond van artikel 7:6 lid 1 Wvggz kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoek binnen drie weken na de dag waarop de burgemeester de crisismaatregel heeft genomen, bij de rechter beroep worden ingesteld tegen de crisismaatregel. Op 23 juni 2023 is door de burgemeester een crisismaatregel genomen ten aanzien van betrokkene. Betrokkene heeft op 11 juli 2023 beroep ingesteld tegen deze crisismaatregel. Het beroep is derhalve tijdig ingesteld.
4.2.
De rechtbank moet voorts beoordelen of verweerder bij het afgeven van de crisismaatregel de in de vermelde beroepsgronden genoemde wettelijke voorwaarden, heeft geschonden.
Feitelijke toedracht van de crisismaatregel op 23 juni 2023
4.3.
In de medische verklaring van 23 juni 2023, opgesteld door psychiater [psychiater] , is onder meer het volgende opgenomen:
“Betrokkene is zowel door mijn collega [arts] (basisarts) face to face en door mij [psychiater] (psychiater) middels videobellen beoordeeld. Ik heb betrokkene middels videobellen beoordeeld omdat hij eerder op de dag bij poging tot beoordeling in slaap was gevallen en niet te beoordelen was. Betrokkene sliep eigenlijk een groot deel van de dag. Betrokkene is telkens maar kort wakker waarvoor gekozen voor beeldbellen op het moment dat hij wakker was. Betrokkene maakt goed contact met mij tijdens het videobellen. Bij hem in de kamer zijn de arts [arts] aanwezig en een verpleegkundige van de afdeling.”
Ter zitting van 26 juli 2023 is de feitelijke gang van zaken rondom de totstandkoming van de medische verklaring besproken. Voor een goede beoordeling van het beroep van betrokkene tegen de crisismaatregel worden de ter zitting afgelegde verklaringen en gegeven toelichtingen hierna zakelijk weergegeven:
4.3.1.
Toelichting [sociaal psychiatrisch verpleegkundige] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige.De ambulante zorg was al tijden op zoek naar betrokkene om hem te behandelen met medicatie. [sociaal psychiatrisch verpleegkundige] en zijn collega(s) zijn op vrijdag 23 juni 2023 naar de tennisbaan gegaan waar betrokkene aanwezig was. Zij werden daarbij vergezeld door de politie. Rond 10:30 uur is betrokkene vervolgens in een ambulance vertrokken richting [verblijfplaats] . Betrokkene heeft geen verzet getoond. Psychiater [psychiater] van de crisisdienst heeft op de gang in [verblijfplaats] geprobeerd een psychisch onderzoek te doen, maar betrokkene was dermate onder invloed dat dit niet mogelijk was. Vervolgens is betrokkene op bed gelegd. Er was op enig moment een verdenking dat betrokkene ernstige somatische klachten had, dus hij is nog in het ziekenhuis naar de spoedeisende hulp gebracht. [sociaal psychiatrisch verpleegkundige] was hierbij niet meer aanwezig.
4.3.2.
Toelichting [psychiater] , psychiater.Betrokkene was de hele dag aan het slapen toen hij tijdelijke verplichte zorg kreeg, voorafgaand aan de crisismaatregel. De psychiater van dienst, dat was psychiater [psychiater] , had een poging gedaan om betrokkene te beoordelen, maar dit was niet gelukt omdat betrokkene vrijwel continu sliep. De dienst van psychiater [psychiater] ging in om 17:00 uur en zij is in het kader van de overdracht van de dienst door psychiater [psychiater] geïnformeerd over betrokkene. Om 19:00 uur werd psychiater [psychiater] door een medewerker van [verblijfplaats] gebeld met het bericht dat betrokkene wakker was. Psychiater [psychiater] was toen niet fysiek aanwezig op [verblijfplaats] en zij heeft toen de afweging gemaakt dat het verstandiger was om betrokkene via videobellen te horen. Betrokkene sliep namelijk al de hele dag en de kans was groot dat betrokkene alweer sliep op het moment dat psychiater [psychiater] zou aankomen bij [verblijfplaats] , waardoor betrokkene niet beoordeeld zou kunnen worden. Het was van belang dat hij wel snel beoordeeld zou worden, gelet op de termijnen. Om 19:00 uur heeft psychiater [psychiater] via videobellen betrokkene ongeveer 25 á 30 minuten gesproken. De basisarts [arts] was fysiek aanwezig bij betrokkene in [verblijfplaats] tijdens deze medische beoordeling. Betrokkene was tijdens het gesprek manisch ontregelt. Vervolgens is in het programma Khonraad de medische verklaring opgemaakt. De procedure in Khonraad kan niet eerder starten dan dat betrokkene gesproken is door de onafhankelijk psychiater. Psychiater [psychiater] had nog een aantal gesprekken tussendoor, waardoor uiteindelijk de medische verklaring is ondertekend op 20:59 uur: het tijdstip in het episode journaal.
4.3.3.
Toelichting betrokkene.Betrokkene kan zich herinneren dat [sociaal psychiatrisch verpleegkundige] bij de tennisbaan aanwezig was met politie. Hij kan zich niet meer herinneren hoe hij vervolgens in [verblijfplaats] is gekomen en dat hij naar de spoedeisende hulp van het Ziekenhuis is gebracht. Hij weet ook niet of psychiater [psychiater] die dag bij hem is geweest. Betrokkene kan zich nog wel iets herinneren van het videobellen met psychiater [psychiater] . Hij weet alleen niet meer hoe laat dit was. Ten slotte weet betrokkene ook nog dat hij telefonisch met de burgemeester heeft gesproken, maar hij weet niet meer hoe laat dit was.
Juridisch kader: rechtmatigheid van de crisismaatregel
4.4.
Op grond van artikel 7:1 lid 3 sub a Wvggz neemt de burgemeester niet eerder een crisismaatregel dan nadat hij ervoor zorg heeft gedragen dat een psychiater in een medische verklaring zijn bevindingen vermeldt inzake de actuele gezondheidstoestand van betrokkene.
4.5.
Betrokkene stelt dat de crisismaatregel van 23 juni 2023 in strijd met de wet is genomen door verweerder, omdat niet duidelijk is waar en wanneer het medisch onderzoek heeft plaatsgevonden. De rechtbank verwerpt deze beroepsgrond. Ter zitting is voor de rechtbank voldoende duidelijk geworden dat het medisch onderzoek heeft plaatsgevonden op 23 juni 2023 om 19:00 uur in [verblijfplaats] . Dat in het programma Khonraad een ander tijdstip genoemd staat als start van de procedure, doet daar niet aan af. Het is begrijpelijk dat de psychiater na de medische beoordeling enige tijd nodig heeft om de medische verklaring op te maken en vervolgens te ondertekenen. Voorts blijkt uit het Informatierapport Wvggz, verstrekt op 26 juni 2023, niet dat er op 23 juni 2023 al eerder dan om 23.15 uur een crisismaatregel is genomen. Dat door de politie is geregistreerd
“Ze hadden een CM geregeld voor (naam betrokkene) en ze wilde hulp bij het overbrengen”zegt nog niet dat er daadwerkelijk een crisismaatregel door de burgemeester was afgegeven. Vast staat in ieder geval dat er op 23 juni 2023 niet eerder dan 23.15 uur een crisismaatregel is genomen.
4.6.
Daarnaast stelt betrokkene dat de crisismaatregel van 23 juni 2023 in strijd met de wet is genomen door verweerder, omdat het medisch onderzoek niet aan de vereiste zorgvuldigheid voldoet als laatstelijk door de Hoge Raad uiteen gezet in de uitspraak van 21 april 2023. Ook deze beroepsgrond verwerpt de rechtbank. De Hoge Raad heeft in de aangehaalde uitspraak overwogen dat een medisch onderzoek door de psychiater in fysieke aanwezigheid van de betrokkene het uitgangspunt dient te zijn en dat van dit uitgangspunt slechts kan worden afgeweken indien een onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene in de omstandigheden van het concrete geval redelijkerwijs niet mogelijk is. De rechtbank is van oordeel dat onderhavig geval een situatie is waarin volstaan kon worden met een medische beoordeling via videobellen in plaats van een fysieke beoordeling. Hiertoe acht de rechtbank van belang dat psychiater [psychiater] fysiek aanwezig was op het moment dat betrokkene [verblijfplaats] werd binnengebracht. Er is toen vastgesteld dat hij niet beoordeeld kon worden, omdat hij dermate onder invloed was en vrijwel continu sliep. Vervolgens heeft betrokkene de hele dag geslapen, waardoor een medisch onderzoek door psychiater [psychiater] later op de dag ook niet mogelijk was. De rechtbank acht de keuze van psychiater [psychiater] , om betrokkene via videobellen te horen op een moment dat betrokkene wakker was, begrijpelijk en ook goed gemotiveerd, dit aangezien het risico te groot was dat betrokkene alweer sliep als zij aan zou komen bij [verblijfplaats] . De rechtbank acht die keuze, gegeven voornoemde specifieke omstandigheden niet strijdig met de belangen van betrokkene. Het is de rechtbank niet gebleken dat psychiater [psychiater] deze keuze heeft gemaakt omdat het horen via videobellen voor haar gemakkelijker was dan het fysiek horen.
4.7.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat verweerder betrokkene op 23 juni 2023 om 23.13 uur telefonisch heeft gehoord voordat hij de crisismaatregel heeft genomen, zodat ook is voldaan aan het vereiste genoemd in artikel 7:1 lid 3 sub b Wvggz.
4.8.
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder de crisismaatregel niet onrechtmatig heeft opgelegd. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
4.9.
Voor zover betrokkene in het beroepschrift beoogt bezwaar te maken tegen het verlenen van tijdelijke verplichte zorg voorafgaand aan (het onderzoek door de psychiater) de crisismaatregel, overweegt de rechtbank dat daartegen een klacht kan worden ingediend ex artikel 10:3 sub c Wvggz en dat dat valt buiten het bereik van deze procedure. Bij de beoordeling van de rechtmatigheid van de crisismaatregel speelt dit geen rol.
Verzoek tot schadevergoeding
4.10.
Nu het beroep ongegrond wordt verklaard, komt de rechtbank niet toe aan een eventuele toekenning van een schadevergoeding aan betrokkene. Gelet hierop zal het verzoek om schadevergoeding worden afgewezen.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1.
verklaart het beroep tegen de crisismaatregel van 23 juni 2023 ongegrond.
5.2.
wijst het verzoek tot schadevergoeding af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F. Kleefmann, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Sicking als griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.