Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 4 juli 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de gemachtigde van de betrokkene was niet verschenen. De officier van justitie heeft verzocht om het beroep ongegrond te verklaren, wat de kantonrechter heeft gedaan.
De kantonrechter overwoog dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, in overeenstemming was met artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De kantonrechter concludeerde dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding van de bestuurder was, omdat de verbalisant op dat moment aan het tanken was. Hierdoor was het terecht dat de boete aan de kentekenhouder was opgelegd. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskosten af, omdat het beroep ongegrond werd verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.