3.4Bij het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag afgewezen. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit nadat eiser daartegen bezwaar had gemaakt in stand gelaten.
4. In het bestreden besluit is vermeld dat het project ziet op het realiseren van een garage met bijkeuken en een corridor (in het primaire besluit door verweerder “overkapping” genoemd). Volgens verweerder is het project niet vergunningvrij op grond van artikel 2 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Het project voldoet volgens verweerder wel aan de criteria van artikel 3, eerste lid, van bijlage II van het Bor, maar volgens verweerder moet bij toepassing van die bepaling ook worden voldaan aan de bouwregels van het bestemmingsplan. Daaraan wordt volgens verweerder niet voldaan, omdat het project in strijd is met artikel 12.2.2 van de planregels van het vigerende bestemmingsplan “Santpoort-Zuid”. Verweerder gaat er hierbij van uit dat de garage met bijkeuken als een bijgebouw is aan te merken en de corridor als een gebouw als bedoeld in artikel 1.40 van de planregels. De te bebouwen oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag op grond van artikel 12.2.2, onder a, van de planregels maximaal 70 m2 bedragen, maar het project voorziet in een te bebouwen oppervlakte van 92,46 m2. Daarnaast is de goothoogte volgens verweerder, uitgaande van een wijze van meten als omschreven in artikel 2.6 van de planregels, gelijk te stellen aan de bouwhoogte. De gewenste goot- en bouwhoogte is hoger dan die maximaal toelaatbaar is.
Verweerder heeft geweigerd met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef, onder a en onder 2°, van de Wabo in samenhang bezien met artikel 4, eerste lid, van bijlage II van het Bor omgevingsvergunning te verlenen voor het project.
Welke vergunningen zijn vereist voor het project?
5. In het bestreden besluit is vermeld dat het project volgens verweerder voldoet aan de criteria van artikel 3, eerste lid, van bijlage II van het Bor. Ter zitting heeft verweerder desgevraagd verklaard dat dit nog steeds zijn actuele standpunt is, zodat de rechtbank daarvan uitgaat bij de beoordeling.
Voor bouwwerken die voldoen aan de criteria van artikel 3, eerste lid, van bijlage II van het Bor, is, anders dan verweerder heeft verondersteld, geen omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo vereist. Ook niet als de bouwwerken in strijd met de bouwregels van het bestemmingsplan zouden zijn gebouwd. Voor dat bouwen in strijd met de bouwregels van het bestemmingsplan is in dat geval nog een afzonderlijke omgevingsvergunning voor de activiteit gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo vereist.
Het voorgaande betekent dat, nu tussen partijen niet in geschil is dat het project in strijd is met in elk geval enkele bouwregels uit het bestemmingsplan, daarvoor uitsluitend een omgevingsvergunning voor de activiteit gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo is vereist. Verweerder heeft dit in het bestreden besluit niet onderkend.
6. Ter plaatse vigeert op basis van het bestemmingsplan “Santpoort-Zuid” de enkelbestemming “Wonen”. Tussen partijen is niet in geschil dat het project in strijd is met de bouwregels van het bestemmingsplan, maar wel in welke mate.