In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Noord-Holland op 2 augustus 2023, betreft het een incident tot zekerheidstelling op basis van artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De eisende partij, Infinity Global Consulting Group Inc., gevestigd in de Verenigde Staten, heeft een vordering ingesteld tegen Best Buying Service B.V. (BBS), een Nederlandse vennootschap. Infinity vordert dat BBS wordt veroordeeld tot betaling van USD 500.000,-, vermeerderd met rente en kosten, wegens tekortkomingen in de nakoming van een overeenkomst over de verkoop van nitril handschoenen. BBS heeft in het incident gevorderd dat Infinity zekerheid stelt voor de proceskosten, omdat Infinity geen woonplaats in Nederland heeft. BBS stelt dat de uitzonderingsgronden van artikel 224 lid 2 Rv niet van toepassing zijn en dat Infinity verplicht is zekerheid te stellen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de incidentele vordering tot zekerheidstelling moet worden afgewezen. De rechtbank oordeelt dat, hoewel Infinity in de Verenigde Staten is gevestigd, artikel V van het Verdrag van vriendschap, handel en scheepvaart tussen Nederland en de VS een expliciet verbod op zekerheidstelling bevat. Dit betekent dat Infinity niet gehouden is om zekerheid te stellen voor de proceskosten. De rechtbank heeft BBS als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het incident, begroot op € 598,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De zaak zal op 13 september 2023 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord aan de kant van BBS.