Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een verkeersboete die aan de betrokkene is opgelegd voor het niet volgen van de richting die de voorsorteerstrook op een kruispunt aangaf. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. De zitting vond plaats op 21 april 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.
De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld en de verweren van de betrokkene beoordeeld. De gemachtigde voerde aan dat er sprake was van langzaam rijdend verkeer, waardoor het toegestaan zou zijn om een andere richting te volgen. Ook werd er getwijfeld aan de bevoegdheid van de verbalisant. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde echter de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter oordeelde dat de hoorplicht was geschonden, omdat de betrokkene niet fysiek was gehoord door de officier van justitie. Desondanks werd de boete niet verlaagd, omdat de gemachtigde telefonisch was gehoord. De kantonrechter concludeerde dat de gedraging terecht was vastgesteld en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep tegen de beschikking werd ongegrond verklaard, en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.