ECLI:NL:RBNHO:2023:7409

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 juli 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
HAA 21/2548
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering WIA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid van eiseres met Dunnevezelneuropathie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 juli 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om haar een WIA-uitkering toe te kennen. Eiseres, die voorheen als apothekersassistente werkte, had zich op 6 september 2018 ziekgemeld en verzocht om een WIA-uitkering. Het UWV had haar aanvraag afgewezen, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid was vastgesteld op 22,69%. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat haar beperkingen groter waren dan door het UWV was aangenomen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 2 maart 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 19 september 2020 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op een zorgvuldige manier had beoordeeld en dat er geen objectieve medische onderbouwing was voor verdergaande beperkingen. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder haar klachten van pijn en vermoeidheid, in overweging genomen, maar concludeerde dat deze niet leidden tot een andere beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, maar heeft het UWV wel veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.674,-. Tevens moet het UWV het door eiseres betaalde griffierecht van € 49,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. R.J. van Lochem, rechter, en zal openbaar worden gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: HAA 21/2548

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. D.S.G.M.J.M. Deijle),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: W.M.G. van Nieuwburg).

Inleiding

Het UWV heeft de aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA afgewezen, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 22,73%.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 22,69%.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit).
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift, een aanvullend rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) en een aanvullend rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B).
De rechtbank heeft het beroep op 2 maart 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het UWV. Vervolgens is het onderzoek gesloten.
De rechtbank heeft het onderzoek met de heropeningsbeslissing van 16 maart 2023 heropend en de behandelend neuroloog van eiseres, dr. [neuroloog 1] , gevraagd om een toelichting met betrekking tot de diagnose. Vervolgens heeft het UWV gereageerd met een rapport van een verzekeringsarts B&B.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres heeft voor het laatst gewerkt als apothekersassistente voor gemiddeld 31,95 uur per week. Op 6 september 2018 heeft eiseres zich ziekgemeld voor dit werk vanwege gezondheidsklachten.
2. Eiseres heeft een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA gedaan. Het UWV heeft na medisch en arbeidskundig onderzoek de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat eiseres op 19 september 2020 22,69% arbeidsongeschikt is en heeft daarom geweigerd om aan eiseres een WIA-uitkering toe te kennen.
4. Het UWV heeft in het bestreden besluit de medische grondslag van deze beslissing gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts B&B van 14 april 2021. De medische belastbaarheid van eiseres is in bezwaar aangescherpt door de verzekeringsarts B&B en opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 19 april 2021.
5. Het UWV heeft in het bestreden besluit de arbeidskundige grondslag van deze beslissing gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige B&B van 19 april 2021.

Wat vindt eiseres

6. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij stelt dat haar beperkingen groter zijn dan de verzekeringsarts B&B heeft aangenomen en dat zij met haar beperkingen niet in staat is de geduide functies te verrichten.
Eiseres is gediagnosticeerd met Dunnevezelneuropathie en de verzekeringsarts B&B is uitgegaan van een chronisch pijnsyndroom. Het is eiseres niet duidelijk waarom de diagnose Dunnevezelneuropathie niet tot voldoende objectiviteit kan leiden en zij wenst een gemotiveerde toelichting waarom er een zodanig verschil is tussen de bevindingen van de neuroloog en die van de verzekeringsarts. Volgens eiseres zou de diagnose van de neuroloog als voldoende medische objectieve basis kunnen dienen voor de beperkingen die zij ervaart.
Eiseres stelt verder dat door de verzekeringsarts B&B bij de vaststelling van de belastbaarheid geen rekening is gehouden met de bevindingen van haar therapeuten bij Multidisciplinair behandelcentrum [naam 2] waaruit blijkt dat zij vermoeid is.
Ook heeft eiseres een rolstoel nodig vanwege pijn in haar voeten en benen en verplaatsen met het OV of de fiets kost teveel energie. Er zijn daarom ten onrechte geen beperkingen aangenomen in de rubriek persoonlijk functioneren, bij punt 9. De rolstoel is inmiddels aangevraagd via de gemeente (WMO) en is ook toegekend. Verder stelt eiseres dat de verzekeringsarts B&B haar belastbaarheid in rubriek 4 dynamische handelingen, bij duwen, trekken, tillen en dragen heeft overschat gezien de pijnprikkels in haar handen en armen.
Eiseres voert ook aan dat er een grotere urenbeperking aangenomen had moeten worden, omdat zij niet in staat is om gemiddeld ongeveer 8 uur per dag of 40 uur per week te werken. Eiseres heeft haar werk hervat voor tweemaal 1,5 uur per week in aangepast werk en meer kon zij niet aan. Zij heeft rustmomenten nodig van 30 minuten na 30 minuten activiteit en zij moet 1 à 2 uur slapen in de middag om haar lijf bij te trekken van de ochtend. Daarnaast dient eiseres lang te reizen met auto, OV of fiets en moet zij na die activiteit rusten als gevolg van haar klachten. Omdat eiseres na een activiteit vaak een langere periode moet rusten is zij niet gemiddeld 40 uur per week effectief beschikbaar voor werk.
7. Eiseres voert aan dat zij niet in staat is de geduide functies te verrichten. De geduide functies zijn allemaal functies waarbij zij met haar handen moet werken, terwijl zij hier beperkingen bij ondervindt. Zij heeft pijn aan haar voetzolen, maar ook aan haar handpalmen. Zij kan niet vier uur per dag werken met een toetsenbord of muis. De functie van receptionist zal zij niet kunnen uitvoeren zonder pijn. In de functie van monteur printplaten moet zij omgaan met handgereedschap en kunnen solderen waarvoor zij haar armen, handen en handpalmen moet gebruiken. Ook herkent eiseres zich niet in de functies textielproductenmaker en monteur printplaten. Zij zal omgeschoold moeten worden omdat zij geen ambachtelijke werkervaring heeft en matige technische vaardigheden. Daarnaast is het in de functies goed mogelijk dat zij langer dan tien minuten achtereenvolgend moet staan. Door de arbeidsdeskundige is geen rekening gehouden met het feit dat eiseres afhankelijk kan zijn van een rolstoel en dat deze omstandigheid mogelijk problemen oplevert bij het vinden, uitvoeren en behouden van een baan in de functie van textielproductenmaker en monteur printplaten. In de functie van textielproductenmaker kan er sprake zijn van wekelijkse deadlines in verband met spoedlevering aan klanten. Als hier sprake van is, dan kan het zijn dat eiseres terechtkomt in een omgeving zonder regelmatige werktijden/arbeidsstructuur, terwijl dit onder rubriek 6 van de FML wel wordt geadviseerd. Eiseres vindt dat niet is gebleken dat de arbeidsdeskundige heeft gekeken naar beschikbare banen in de geduide functies [in plaats] . Vijf dagen per week naar [plaats 3] vergt veel van eiseres en zij zal haar rolstoel ongetwijfeld nodig hebben. Tot slot voert eiseres aan dat de geduide functies een hogere arbeidsbelasting hebben dan het werk dat zij deed als apothekersassistente zodat de functies niet passend zijn.

Wat vindt de rechtbank

8. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 19 september 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
9. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 19 september 2020 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
10. Voordat de rechtbank zich inhoudelijk over de zaak zal uitlaten, wordt het volgende overwogen. Naar aanleiding van de toelichting van de behandelend neuroloog van eiseres, Dr. [neuroloog 1] , met betrekking tot de diagnose Dunnevezelneuropathie heeft de verzekeringsarts B&B de FML aangepast. Er is een beperking ten aanzien van persoonlijk risico toegevoegd. Deze gewijzigde FML van 2 mei 2023 is vervolgens voorgelegd aan de arbeidsdeskundige B&B, die aan de hand van deze FML nader onderzoek heeft verricht. Volgens de arbeidsdeskundige B&B kan de functie van monteur printplaten (SBC-code 267051) niet langer worden gehandhaafd vanwege overschrijding van de belastbaarheid ten aanzien van item 1.8.6. persoonlijk risico. Bij de overige functies is er geen kenmerkende belasting op het item persoonlijk risico aan de orde. De reservefunctie van administratief ondersteunend medewerker (SBC-code 315100) is in de plaats gekomen van de functie van monteur printplaten. Het arbeidsongeschiktheidspercentage bedraagt ongewijzigd 22,69%.
11. Omdat de verzekeringsarts B&B tijdens de beroepsprocedure verdere beperkingen heeft aangenomen in de FML van 2 mei 2023 kleeft er aan de besluitvorming in bezwaar een zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek. Het UWV heeft het gebrek met het rapport van de verzekeringsarts B&B van 20 april 2023 en de arbeidsdeskundige B&B van
4 mei 2023 naar het oordeel van de rechtbank hersteld. De rechtbank zal dit laatste hieronder nader uitleggen. Niet is gebleken dat eiseres door het gebrek in het bestreden besluit is benadeeld, omdat het arbeidsongeschiktheidspercentage hetzelfde blijft en eiseres in de gelegenheid is gesteld om aanvullende gronden in te dienen. Dit maakt dat de rechtbank het gebrek in het bestreden besluit met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) passeert.
Medische grondslag van het bestreden besluit
Het onderzoek
12. De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier en het bezwaar van eiseres. Hij heeft eiseres gesproken tijdens de hoorzitting en de door eiseres ingebrachte medische informatie meegewogen in zijn beoordeling. Gelet hierop vindt de rechtbank dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten, namelijk chronische pijnklachten en vermoeidheid in verband met Dunnevezelneuropathie, heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist.
De beoordeling van de belastbaarheid
13. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 19 september 2020 in de rapporten op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd.
14. De verzekeringsarts B&B heeft in zijn rapport van 20 april 2023, anders dan in het rapport van 14 april 2021, geaccepteerd dat de diagnose Dunnevezelneuropathie getuige de brief van [neuroloog 2] op grond van anamnese kan worden gesteld. Uit de brief blijkt volgens de verzekeringsarts B&B dat de anamnese neuropathische pijn en andere sensibele verschijnselen van disfunctie van de dunne zenuwvezels omvat. Hij motiveert verder dat de sensibele verschijnselen waar eiseres mee kampt kunnen worden verwerkt met een aanvullende beperking ten aanzien van persoonlijk risico en dat er aanleiding is de FML aan te passen op het punt persoonlijk risico voor verwondings- of verbrandingsgevaar.
15. De verzekeringsarts B&B heeft in zijn nadere rapport van
20 april 2023 gemotiveerd uiteengezet dat eiseres met haar medische klachten niet in aanmerking komt voor een urenbeperking. Hij heeft toegelicht dat sensibele klachten geen algeheel conditionele implicaties dragen die afbreuk doen aan de fysieke conditie en dat de brief van de neuroloog daarom geen aanleiding geeft de oordeelsvorming aangaande een urenbeperking te herzien. In zijn rapport van 5 juni 2023 heeft de verzekeringsarts B&B nader gemotiveerd dat een urenbeperking kan worden onderbouwd op grond van toetsbare bevindingen. Bij een maligniteit kan dit worden afgelezen aan het bloedbeeld, met een te laag hemoglobine of een te laag aantal witte bloedcellen, waaruit kan worden afgeleid dat de weerstand is verlaagd. Ook bij infectieziekten kan op dergelijke parameters worden afgegaan, naast daarbij de temperatuur of de bloedbezinking. Bij auto-immuunziekten kan dit uit serologische bevindingen zoals de anti nucleaire factor of LE-cel fenomeen worden afgelezen. Dit gaat volgens de verzekeringsarts B&B om objectiveerbare getallen waaruit een gegeneraliseerd proces kan worden afgelezen dat afbreuk doet aan het functioneren van het lichaam. Dit kan grond vormen voor een urenbeperking. Degelijke parameters zijn bij Dunnevezelneuropathie niet aan de orde, waardoor er geen onderbouwing is voor een urenbeperking. Evenmin kunnen gronden worden aangevoerd vanuit een verstoord dag-nachtritme, zoals bij ernstige depressies of vanuit evident verminderde conditie zoals bij cardiaal of pulmonaal lijden. De verzekeringsarts B&B geeft aan dat het mogelijk is dat eiseres door deconditionering sneller vermoeid is, maar dat dit kan worden verbeterd door middel van opbouw van
(de rechtbank begrijpt: conditie)en dat dit geen indicatie vormt voor een blijvende beperking in werktijden. De rechtbank acht deze uitleg begrijpelijk en ziet geen aanleiding aan de vaststelling van de belastbaarheid te twijfelen.
16. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, merkt de rechtbank op dat er geen medisch objectieve onderbouwing is voor verdergaande beperkingen op 19 september 2020.
17. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op
19 september 2020 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die door de verzekeringsarts B&B zijn vastgesteld in de FML van 2 mei 2023.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
18. De arbeidsdeskundige B&B heeft op grond van de FML van 2 mei 2023 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als apothekersassistente, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige B&B heeft vervolgens functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies en één reservefunctie opgeleverd.
Het gaat om:
- ( sbc-code 111160) Textielproductenmaker (excl. vervaardigen textiel);
- ( sbc-code 315120) Receptionist;
- ( sbc-code 315100) Administratief ondersteunend medewerker.
19. De arbeidsdeskundige B&B heeft in de rapporten van 19 april 2021, 7 juli 2021 en 4 mei 2023 en in de resultaat functiebeoordeling voldoende uitgelegd waarom de functies geschikt zijn voor eiseres. De arbeidsdeskundige B&B heeft bij alle geduide functies de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn.
20. De arbeidsdeskundige B&B heeft in zijn rapport van 7 juli 2021 gereageerd op de in beroep aangevoerde gronden van eiseres. Hij heeft toegelicht dat eiseres niet beperkt is op deadlines en productiepieken en dat er bij de functie van textielproductenmaker geen veelvuldige deadlines/productiepieken voorkomen. Bij de functie van textielproductenmaker komt 1 minuut aaneen staan voor en totaal op een werkdag minder dan 1 uur. Eiseres kan 15 minuten aaneen staan en totaal op een werkdag tot 4 uur. Daarnaast heeft hij toegelicht dat eiseres niet is beperkt op hand- en vingergebruik en er geen beperking is aangegeven ten aanzien van de fijne motoriek en repetitieve handelingen. Er geldt wel een beperking voor het werken met toetsenbord en muis in die zin dat eiseres dit maximaal 4 uur per werkdag kan. Binnen de geduide functies komt meer dan 4 uur werken met een toetsenbord of muis niet voor. De arbeidsdeskundige B&B heeft verder toegelicht dat er voor de geduide functies geen ervaringseisen worden gesteld en het opleidingsniveau maximaal VMBO-niveau is. Eiseres voldoet hier volgens de arbeidsdeskundige B&B ruimschoots aan. Ten aanzien van de grond van eiseres dat de arbeidsdeskundige geen rekening heeft gehouden met de woonomgeving heeft de arbeidsdeskundige toegelicht dat bij het duiden van gangbare functies niet wordt gezocht naar functies in de directe woonomgeving. Er worden gangbare functies geduid die in voldoende mate op de Nederlandse arbeidsmarkt voorkomen. Of eiseres deze arbeid daadwerkelijk in haar woonomgeving kan verkrijgen blijft buiten beschouwing. Ten aanzien van het aantal uren per week heeft de arbeidsdeskundige B&B opgemerkt dat eiseres belastbaar wordt geacht voor ongeveer 8 uur per dag c.q. 40 uur per werk en dat de geduide functies een urenomvang kennen van maximaal 8 uur per dag en 36 tot en met 40 uur per week. Een overschrijding van het aantal uur is derhalve niet aan de orde.
21. De toelichtingen van de arbeidsdeskundige B&B zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen. De stelling van eiseres dat zij de functies gezien haar pijnklachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite ook gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen.
22. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 19 september 2020 met de middelste van de drie geduide functies 77,31% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 22,69% arbeidsongeschikt is.

Conclusie en gevolgen

23. Het UWV heeft terecht geweigerd om eiseres per 19 september 2020 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij per die datum voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
24. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt.
25. In de toepassing van artikel 6:22 van de Awb ziet de rechtbank aanleiding om het UWV te veroordelen in de proceskosten van eiseres. De rechtbank stelt deze vergoeding met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 1.674,-, omdat de gemachtigde van eiseres een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen (2 punten met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1). Daarnaast bepaalt de rechtbank dat het UWV het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
  • draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiseres te vergoeden;
  • veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.674,-
Deze uitspraak is gedaan op 31 juli 2023 door mr. R.J. van Lochem, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Zwager, griffier.
griffier
Rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.