Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
3.Verzoek
4.Het standpunt van de bijzondere curator
5.Beoordeling
Stb.1997, 324, tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met opneming daarin van bepalingen voor het geregistreerd partnerschap. Het geregistreerd partnerschap was bedoeld als een gelijkwaardig alternatief voor het huwelijk. De afstamming van binnen het geregistreerd partnerschap geboren kinderen was echter niet geregeld. Immers artikel 1:199 BW luidde samengevat als volgt: vader van een kind is de man die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd (a), binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind is overleden (b), die het kind heeft erkend (c), wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld (d), en die het kind heeft geadopteerd (e). Voor het ontstaan van een familierechtelijke band tussen het tijdens het geregistreerd partnerschap uit de moeder geboren kind en de geregistreerd partner was dus een afzonderlijke erkenning nodig.
rechtsgeldigDNA-onderzoek (bijvoorbeeld bij Verilabs Laboratorium voor Verwantschapsonderzoek, gevestigd in Gouda) nader te onderbouwen dat [broer man] de biologische vader van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] is, waarmee komt vast te staan dat [man] niet de biologische vader van die kinderen is. De rechtbank gaat ervan uit dat [broer man] en de kinderen daaraan zullen meewerken. De rechtbank gaat ervan uit dat de bijzondere curator haar verzoek tot vernietiging van de erkenning van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] door [man] daadwerkelijk overneemt en handhaaft indien de uitslag van het DNA-onderzoek daartoe aanleiding geeft.