ECLI:NL:RBNHO:2023:6905

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 juli 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
15.184649.22 (zaak A); 15.109402.23 (zaak B); 15.100389.22 (zaak C)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van diefstal, witwassen en wapenbezit met betrekking tot meerdere voertuigen en MDMA

Op 20 juli 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere strafbare feiten, waaronder medeplegen van diefstal van vijf Volkswagen busjes, witwassen van gestolen voertuigen en het voorhanden hebben van een geladen revolver, munitie en MDMA. De rechtbank heeft de zaken, die onder verschillende parketnummers waren ingediend, gevoegd behandeld. De verdachte werd beschuldigd van diefstal in vereniging, waarbij hij samen met anderen op professionele wijze te werk ging. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachten zich volgens een gezamenlijk plan bezighielden met het stelen van de voertuigen, waarbij gebruik werd gemaakt van valse sleutels. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstallen bewezen, evenals het witwassen van gestolen goederen die in zijn loods werden aangetroffen. Daarnaast werd de verdachte verweten dat hij opzettelijk MDMA in zijn bezit had. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 365 dagen op, waarvan 292 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 480 uur. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jeugdige leeftijd en het feit dat hij zich tijdens zijn schorsing aan de voorwaarden had gehouden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een gevaar voor de samenleving vormde door zijn handelen en dat een vrijheidsbenemende straf gerechtvaardigd was.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 15.184649.22 (zaak A); 15.109402.23 (zaak B); 15.100389.22 (zaak C); (ttz. gev.) (P)
Uitspraakdatum: 20 juli 2023
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
6 juli 2023 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres].
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. A.M.H.G. Peters, en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. A. Wijburg, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Zaak A
1.
hij (op een of meerdere tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 28 augustus 2022 tot en met 1 september 2022 te Julianadorp en/of Bergen aan Zee, althans (telkens) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- ( ZD 1) een bestelauto (Volkswagen California, voorzien van (Duits) kenteken [kenteken 1]), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] toebehoorde en/of
- ( ZD 2) een bestelauto (Volkswagen California, voorzien van (Zwitsers) kenteken [kenteken 2]), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] toebehoorde
in elk geval (telkens) aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen auto's onder zijn hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel (te weten (een) nagemaakte(n) en/of een niet rechtmatig aan verdachte en/of zijn mededaders
toebehorende(n) (auto)sleutel(s));
2.
hij (op een of meerdere tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 1 juni 2021 tot en met 1 september 2022 te Julianadorp en/of Volendam en/of Egmond aan Zee, althans (telkens) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- ( ZD 4) (in of omstreeks de periode van 15 augustus 2022 tot en met 16 augustus 2022) een bestelauto (Volkswagen California Beach, voorzien van (Duits) kenteken [kenteken 3]), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] toebehoorde en/of
- ( ZD 5) (in of omstreeks de periode van 4 augustus 2022 tot en met 5 augustus 2022) een bestelauto (Volkswagen t5 California, voorzien van (Duits) kenteken [kenteken 4]), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4] toebehoorde en/of
- ( ZD 11) een bestelauto (Volkswagen T5 Multivan, voorzien van (Duits) kenteken [kenteken 5]), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 5] toebehoorde en/of
in elk geval (telkens) aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen auto's onder zijn hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel (te weten (een) nagemaakte(n) en/of een niet rechtmatig aan verdachte en/of zijn mededaders toebehorende(n) (auto)sleutel(s))
3.
hij op of omstreeks 3 september 2022 te Enkhuizen
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een (geladen) revolver, van het merk BBM, type Olympic 6, kaliber .22, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 2, scherpe kogelpatronen van het kaliber .22 en/of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 35, scherpe kogelpatronen van het kaliber 7.65mm
voorhanden heeft gehad;
Zaak B
hij op of omstreeks 3 september 2022 te Enkhuizen, in ieder geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 139,21 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Zaak C
hij, op of omstreeks 20 augustus 2021, te Hem, gemeente Drechterland
(van) een of meerdere voorwerp(en), te weten:
- een motorfiets (van het merk Gilera, met motornummer [motornummer]) en/of
- een dak van een kampeerauto (van het merk Volkswagen met [ID nummer 1]) en/of
- stoelbekleding die oorspronkelijk is geplaatst in een personenauto (van het merk Volkwagen, type Multivan, met ID-nummer [ID nummer 2]) en/of
- een waterscooter (van het merk SeaDoo, voorzien van WIN-nummer [WIN nummer])
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het in zaak C ten laste gelegde feit. Hiertoe heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte niet wist dat zich in zijn loods goederen bevonden die afkomstig waren uit enig misdrijf en dat hij dit evenmin redelijkerwijs moest vermoeden. De verdachte heeft namelijk verklaard dat hij zijn loods beschikbaar heeft gesteld aan anderen en dat hij zijn auto in de ten laste gelegde periode had uitgeleend. Voor het in zaak A onder 2 ten laste gelegde feit heeft de raadsman betoogd dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat de bijdrage van de verdachte kan worden gekwalificeerd als medeplegen.
Voor de overige ten laste gelegde feiten heeft de raadsman zich ten aanzien van het bewijs gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat en de volgende bewijsoverwegingen.
3.3.2
Medeplegen feit 2 (zaak A)
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank af dat de verdachte en zijn medeverdachten zich volgens een gezamenlijk plan bezig hielden met het stelen van Volkswagen busjes van een bepaald type. Allereerst werden voorverkenningen gepleegd. Wanneer een gewenst Volkswagen busje werd aangetroffen, werd deze ’s nachts gestolen met gebruikmaking van een valse sleutel. In de auto van de verdachte werd software aangetroffen waarmee sleutels konden worden geprogrammeerd. Om minder op te vallen werd het busje in de vroege ochtend weggereden zodat met het normale werkverkeer mee kon worden gereden. De gestolen busjes werden daarna een paar dagen ergens op een parkeerplaats ‘koud gezet’ om af te wachten of een ‘track and trace’-systeem in het busje zat. Als het busje er een paar dagen later nog stond, werd het busje naar een loods gebracht, om te worden gedemonteerd. De losse onderdelen werden daarna afgevoerd. [1] Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachten bij het stelen van de Volkswagen busjes soms met zijn drieën waren, soms met zijn tweeën en soms alleen. De verdachten brachten elkaar naar de locatie van het Volkswagen busje of naar de auto die bij het gestolen Volkswagen busje was achtergebleven. De verdachten haalden elkaar ook op bij de parkeerplaatsen waar de busjes werden ‘koud gezet’. Bij de uitvoering van het gezamenlijke plan was sprake van wisselende samenstellingen.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
3.3.3
Witwassen (zaak C)
De verdachte wordt verweten dat hij in zijn loods een motorfiets, een dak van een kampeerauto, stoelbekleding van een Volkswagen busje en een waterscooter voorhanden heeft gehad waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze – onmiddellijk of middellijk – uit enig misdrijf afkomstig waren.
Toetsingskader
Naar inmiddels bestendige jurisprudentie kan, in een geval als zich hier voordoet, waarin geen direct bewijs aanwezig is dat de betreffende voorwerpen afkomstig zijn uit een concreet misdrijf, het in de tenlastelegging opgenomen onderdeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’ desalniettemin bewezen worden geacht, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Het ligt op de weg van het Openbaar Ministerie om zicht te bieden op het bewijs waaruit zodanige feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid.
Daarbij moeten de volgende stappen worden doorlopen.
Allereerst moet worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van zodanige aard zijn dat sprake is van een vermoeden van witwassen.
Als dit het geval is, dan mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de ten laste gelegde voorwerpen. Zijn verklaring moet concreet, in enige mate verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn.
Zodra de verklaring van de verdachte daartoe aanleiding geeft, is het (eventueel) aan het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de door de verdachte gestelde alternatieve herkomst van de voorwerpen.
Vermoeden van witwassen
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. Op 20 augustus 2021 vindt een observatie plaats bij de loods die de verdachte op dat moment sinds twee maanden huurt. Hierbij wordt waargenomen dat een auto die op naam van de verdachte staat bij deze loods geparkeerd staat. Op enig moment komen twee mannen uit de loods. Een van hen rijdt weg in voornoemde auto. Wanneer kort daarna in de loods wordt binnengetreden ruiken verbalisanten de geur van verf en zien zij dat het nog ‘mistig’ is in de loods. In de loods treffen zij een waterscooter aan op een aanhanger. De aanhanger staat op naam van de verdachte. Het registratienummer van de waterscooter blijkt te zijn verwijderd. De waterscooter is overgespoten en de verf is nog nat. Ook worden frames aangetroffen zonder chassisnummer. Uit onderzoek volgt dat de volgende voorwerpen aanwezig waren in de loods:
- een gestolen motorfiets, merk Gilera, waarvan de frameplaat met het voertuigidentificatienummer is verwijderd;
- een afgeslepen dak van een gestolen Volkswagen busje, type California;
- bekledingspanelen van een gestolen Volkswagen busje, type Multivan;
- een gestolen waterscooter waarvan het Watercraft Identification Number is verwijderd, terwijl dit niet zonder opzet kan zijn gebeurd.
Bij de motorfiets en de waterscooter is sprake van het verwijderen van het voertuigidentificatienummer. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen dergelijke manipulaties naar hun uiterlijke verschijningsvorm enkel tot doel hebben de herkomst van deze onderdelen te verhullen en daarmee een mogelijk misdrijf te maskeren, wat leidt tot het gerechtvaardigde vermoeden dat deze onderdelen van enig misdrijf afkomstig zijn en welk vermoeden vervolgens is bevestigd door onderzoek van het Landelijk Intelligence- en expertisecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV).
Op grond van voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat een vermoeden van witwassen tegen de verdachte is gerechtvaardigd. In dat geval mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand als hoogst onwaarschijnlijk aan te merken verklaring geeft voor de legale herkomst van de aangetroffen voorwerpen.
Verklaring van de verdachte over de herkomst van de aangetroffen voorwerpen
Tijdens zijn verhoor bij de politie heeft de verdachte een beroep gedaan op zijn zwijgrecht. Eerst tijdens de behandeling ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij zijn loods beschikbaar had gesteld aan anderen en dat hij zijn auto in de ten laste gelegde periode wel eens had uitgeleend. Hij wil niet verklaren wie deze personen zijn.
Conclusie: witwassen
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van de verdachte geen concrete en in enige mate verifieerbare gegevens biedt over de herkomst van de aangetroffen voorwerpen. Evenmin kan worden gezegd dat de verklaring van de verdachte aannemelijk is te noemen, omdat de inhoud van het dossier hier op geen enkele wijze ondersteuning aan biedt. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank dan ook van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de in de tenlastelegging opgenomen voorwerpen onmiddellijk of middellijk afkomstig zijn uit enig misdrijf en dat de verdachte dat wist.
De gevoerde verweren vinden voor het overige hun weerlegging in de bewijsmiddelen.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Zaak A
1.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 29 augustus 2022 tot en met 1 september 2022 te Julianadorp en Bergen aan Zee, telkens tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
- een Volkswagen California, voorzien van Duits kenteken [kenteken 1], die geheel aan [benadeelde 1] toebehoorde en
- een Volkswagen California, voorzien van Zwitsers kenteken [kenteken 2], die geheel aan [benadeelde 2] toebehoorde
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) die weg te nemen auto's onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
2.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 13 juli 2022 tot en met 16 augustus 2022 te Volendam en/of Egmond aan Zee, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
- op 16 augustus 2022 een Volkswagen California Beach, voorzien van Duits kenteken [kenteken 3], die geheel aan [benadeelde 3] toebehoorde en
- op 5 augustus 2022 een Volkswagen t5 California, voorzien van Duits kenteken [kenteken 4], die geheel aan [benadeelde 4] toebehoorde en
- een Volkswagen T5 Multivan, voorzien van Duits kenteken [kenteken 5], die ten dele aan [benadeelde 5] toebehoorde
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen auto's onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
3.
hij op 3 september 2022 te Enkhuizen
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een geladen revolver, van het merk BBM, type Olympic 6, kaliber .22, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 2 scherpe kogelpatronen van het kaliber .22 en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 35 scherpe kogelpatronen van het kaliber 7.65mm
voorhanden heeft gehad;
Zaak B
hij op 3 september 2022 te Enkhuizen opzettelijk aanwezig heeft gehad 139,21 gram van een materiaal bevattende MDMA;
Zaak C
hij op 20 augustus 2021, te Hem, gemeente Drechterland
van meerdere voorwerpen, te weten:
- een motorfiets van het merk Gilera, met motornummer [motornummer]) en
- een dak van een kampeerauto van het merk Volkswagen met [ID nummer 1] en
- stoelbekleding die oorspronkelijk is geplaatst in een personenauto van het merk Volkwagen, type Multivan, met ID-nummer [ID nummer 2] en
- een waterscooter van het merk SeaDoo, voorzien van WIN-nummer [WIN nummer]
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst en de vindplaats heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verhuld wie de rechthebbenden op die voorwerpen waren
Sub b
- voorhanden heeft gehad
terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Zaak A
Ten aanzien van feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Zaak B
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Zaak C
Witwassen
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is dus strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is daarom strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, met een proeftijd van 2 jaren en aftrek van het voorarrest.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en heeft naar voren gebracht dat de verdachte op dit moment actief aan zichzelf werkt. Dit blijkt in het bijzonder uit de door de reclassering uitgebrachte rapportage van 27 juni 2023 en het feit dat de verdachte zich tijdens zijn schorsing aan alle voorwaarden heeft gehouden die de rechtbank heeft gesteld. De raadsman verzoekt om dit allemaal mee te wegen en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan het voorarrest, in combinatie met een voorwaardelijk strafdeel en een onvoorwaardelijke taakstraf.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan diefstal van 5 Volkswagen busjes van buitenlandse toeristen die in Nederland op vakantie waren. Hierbij gingen zij op voorbedachte, professionele wijze te werk. Midden in de nacht werd doelbewust naar Volkswagen busjes gezocht. Wanneer een geschikt voertuig werd gevonden werd dit door middel van een door verdachten geprogrammeerde sleutel geopend en werd het busje elders gestald voor een paar dagen, om te controleren of er geen ‘track and trace’-systeem in het voertuig aanwezig was. Vervolgens werden de busjes naar een loods gereden om daar volledig te worden gedemonteerd. De losse onderdelen werden afgevoerd en zullen – vermoedelijk – zijn verkocht voor geld. De mensen die met deze busjes op vakantie waren, zagen zich niet alleen geconfronteerd met het verlies van hun voertuig, maar ook van hun persoonlijke bagage en reisbescheiden, waarvan het verlies groot ongemak met zich mee kan brengen. Bovendien betekenen dergelijke diefstallen voor de gedupeerden een onverwachte en directe doorkruising van hun reisplannen en brengen daardoor veel bijkomend nadeel. De verdachte heeft zich op geen enkel moment bekommerd om de financiële schade en overlast die hij door zijn handelen heeft veroorzaakt.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een geladen vuurwapen en munitie. Illegaal wapenbezit vormt een onaanvaardbare bedreiging van een veilige samenleving en dient daarom met kracht bestreden te worden. De rechtbank rekent de verdachte deze feiten zwaar aan.
Verder heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een motorfiets, een dak van een kampeerauto, stoelbekleding en een waterscooter. Het kan niet anders dan dat de verdachte bij dit alles gedreven werd door winstbejag, zulks ten koste van de samenleving.
Ook heeft de verdachte 139,21 gram MDMA voorhanden gehad. Het gebruik van harddrugs is in de regel zeer bezwarend voor de samenleving vanwege de daarmee gepaard gaande handel en criminaliteit. Daarom wordt niet alleen de productie en handel in dergelijke drugs, maar ook het enkele bezit ervan bestreden.
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen de aard en de ernst van de hiervoor beschreven feiten de oplegging van een vrijheidsbenemende straf van aanzienlijke duur.
De persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 25 mei 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens soortgelijke feiten.
Verder heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het over de verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies van 27 juni 2023. In dit rapport wordt geadviseerd om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan verbonden een aantal bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht, een verplichting tot ambulante behandeling, een inspanningsverplichting voor het vinden van een dagbesteding en een contactverbod met de medeverdachten. De reclassering adviseert om deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
De rechtbank kan zich grotendeels met bovengenoemd advies verenigen en zal de door de reclassering geadviseerde meldplicht, verplichting tot ambulante behandeling en een inspanningsverplichting tot het vinden van een dagbesteding verbinden aan een voorwaardelijk op te leggen strafdeel. De rechtbank ziet echter geen aanknopingspunten voor het opleggen van een contactverbod. De rechtbank zal de op te leggen voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar verklaren, omdat niet is voldaan aan het daarvoor geldende wettelijke criterium dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte houdt de rechtbank bij de straftoemeting verder nog in belangrijke mate rekening met zijn jeugdige leeftijd, het geringe strafblad en het gegeven dat de verdachte op dit moment de goede weg ingeslagen lijkt te zijn. Deze persoonlijke omstandigheden leiden de rechtbank tot het oordeel dat de strafmodaliteit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor een langere duur dan de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, ondanks de ernst van de feiten, niet passend is.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van 365 dagen moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan, te weten 292 dagen, vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en verbindt daaraan een proeftijd van drie jaren, zodat de verdachte gedurende langere tijd ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat een proeftijd van drie jaren in dit geval geboden is vanwege de aard en omvang van de bewezen verklaarde feiten. Daarnaast krijgt de verdachte met een proeftijd van deze duur, gedurende een langere periode de benodigde ondersteuning bij het bewerkstelligen van een (blijvende) gedragsverandering, wat de rechtbank noodzakelijk en geboden acht. De rechtbank zal aan de proeftijd de bijzondere voorwaarden van een meldplicht, verplichting tot ambulante behandeling en een inspanningsverplichting tot het vinden van een dagbesteding verbinden.
De rechtbank zal daarnaast een taakstraf voor de duur van 480 uren opleggen, subsidiair 240 dagen hechtenis. De rechtbank overweegt daarbij dat nu sprake is van meerdaadse samenloop, de cumulatie van taakstraffen niet is begrensd tot 240 uur. Bovendien acht de rechtbank het mogelijk voor de verdachte om deze taakstraf binnen de wettelijke termijn van 18 maanden af te kunnen ronden.
7. Beslissingen met betrekking tot in beslag genomen, niet teruggegeven voorwerpen
7.1
Zaak A
Onder de verdachte zijn in zaak A de volgende voorwerpen in beslag genomen en niet teruggegeven:
1. EUR (03-09-2022)
2. 1 STK Boksbeugel (Omschrijving: Goednummer: 1405493)
3. 2 STK Portofoon (Omschrijving: Goednummer: 1406143, zwart, merk: Motorola)
4. 1 STK Slotentrekker (Omschrijving: Goednummer: 1405551, zwart, merk: Master Kir-Fir 4)
5. 1 STK Slotentrekker (Omschrijving: Goednummer: 1405491, Zilverkleurig, merk: Beta)
6. 1 STK Boot (Omschrijving: Goednummer: 7741, groen, merk: Quicksilver)
7. 1 STK Aanhanger (Omschrijving: Goednummer: 1406524, zilverkleurig)
8. 1 STK Buitenboordmotor (Omschrijving: Goednummer: 1406526, zwart, merk: Yamaha)
9. 1 STK Revolver (Omschrijving: Goednummer: 1406163, zwart)
10. 35 STK Patroon (Omschrijving: Goednummer: 1406167)
11. 1 STK Personenauto
De officier van justitie heeft gevorderd de onder 2, 3, 4, 5, 9, 10 en 11 in beslag genomen voorwerpen te onttrekken aan het verkeer. Ten aanzien van de personenauto heeft de officier van justitie hiertoe aangevoerd dat hierin een verborgen ruimte is aangetroffen. Op de voorwerpen die in beslag zijn genomen onder 1, 6, 7 en 8 rust conservatoir beslag, zodat daar in de onderhavige procedure geen beslissing op hoeft te worden genomen.
De verdediging heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen personenauto moet worden teruggegeven aan de verdachte, nu geen sprake is van een verborgen ruimte maar een ruimte die standaard aanwezig is in een auto. De raadsman heeft in dit verband verwezen naar de conclusie van de advocaat-generaal van 20 december 2022 (ECLI:NL:PHR:2022:1218). Met betrekking tot het overige beslag heeft de raadsman geen standpunt ingenomen.
Verbeurdverklaring
Uit het dossier volgt dat er geen verborgen ruimten zijn aangetroffen zodat er geen grondslag is voor onttrekking aan het verkeer van de auto. De rechtbank is echter van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten:
11. 1 STK Personenauto
dient te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de in zaak A onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten met behulp van dat voorwerp, dat aan de verdachte toebehoort, is begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
2. 1 STK Boksbeugel (Omschrijving: Goednummer: 1405493)
3. 2 STK Portofoon (Omschrijving: Goednummer: 1406143, zwart, merk: Motorola)
4. 1 STK Slotentrekker (Omschrijving: Goednummer: 1405551, zwart, merk: Master Kir-Fir 4)
5. 1 STK Slotentrekker (Omschrijving: Goednummer: 1405491, Zilverkleurig, merk: Beta)
9. 1 STK Revolver (Omschrijving: Goednummer: 1406163, zwart)
10. 35 STK Patroon (Omschrijving: Goednummer: 1406167)
dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu deze voorwerpen aan de verdachte toebehoren en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
7.2
Zaak C
Onder de verdachte is in zaak C het volgende voorwerp in beslag genomen en niet teruggegeven:
1. STK Navigator (Omschrijving: PL1100-2021173479-G1290418, Zwart)
De officier van justitie heeft gevorderd dat het voornoemde voorwerp wordt onttrokken aan het verkeer, nu het onduidelijk is wat dit voorwerp precies is en waar het voor dient.
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot het beslag op de navigator.
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1. STK Navigator (Omschrijving: PL1100-2021173479-G1290418, Zwart)
dient te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte meerdere goederen heeft witgewassen. De rechtbank is van oordeel dat de navigator uit de baten van dit strafbare feit is verkregen. Omdat niet kan worden vastgesteld aan wie dit voorwerp toebehoort zal de rechtbank dit voorwerp verbeurdverklaren.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 47, 57, 311, 420bis Sr;
2 en 10 Opiumwet;
26 en 55 Wet wapens en munitie.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
DRIEHONDERDVIJFENZESTIG (365) DAGEN.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot TWEEHONDERDTWEEËNNEGENTIG (292) DAGEN
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich meldt op afspraken bij Reclassering Nederland op het adres Drechterwaard 102, 1824 DX te Alkmaar of de spreekruimte in Hoorn. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
  • zich laat behandelen door ggz Noord Holland Noord of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
  • zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot het verrichten van
VIERHONDERDTACHTIG (480) URENtaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door TWEEHONDERDVEERTIG (240) DAGEN hechtenis.
Verklaart verbeurd:
1. STK Navigator (Omschrijving: PL1100-2021173479-G1290418, Zwart)
11. 1 STK Personenauto
Onttrekt aan het verkeer:
2. 1 STK Boksbeugel (Omschrijving: Goednummer: 1405493)
3. 2 STK Portofoon (Omschrijving: Goednummer: 1406143, zwart, merk: Motorola)
4. 1 STK Slotentrekker (Omschrijving: Goednummer: 1405551, zwart, merk: Master Kir-Fir 4)
5. 1 STK Slotentrekker (Omschrijving: Goednummer: 1405491, Zilverkleurig, merk: Beta)
9. 1 STK Revolver (Omschrijving: Goednummer: 1406163, zwart)
10. 35 STK Patroon (Omschrijving: Goednummer: 1406167)
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.J.M. Uitermark, voorzitter,
mr. E. Broekhof en mr. A.M.C. de Haan, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. T.A.F. Pomper,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 juli 2023.
mr. A.M.C. de Haan is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Zie o.a. het proces-verbaal van verhoor verdachte K. Pondman van 27 september 2022 (Dossier onderdeel B, p.300 e.v.) en het proces-verbaal van verhoor verdachte K. Pondman van 29 september 2022 (Dossier onderdeel B, p.309 e.v.).