ECLI:NL:RBNHO:2023:6737

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 juli 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
15.140180.20
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ladingdiefstal van grote partij Apple iWatches op Schiphol met gevangenisstraf

Op 18 juli 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ladingdiefstal van een grote partij Apple iWatches op Schiphol. De verdachte, geboren in Bulgarije, werd beschuldigd van het samen met anderen wegnemen van 4400 Apple iWatches, met een totale waarde van ongeveer € 500.000,-. De diefstal vond plaats op 16 mei 2020, waarbij de verdachte met een bestelbus het terrein van een vrachtafhandelaar betrad en de pallets met iWatches inlaadde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning van betrokkenheid, als chauffeur een significante rol had gespeeld in de diefstal. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig en concludeerde dat hij zich schuldig had gemaakt aan medeplegen van diefstal. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 14 maanden geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van 10 maanden op, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van € 50.000,- aan de benadeelde partij, [naam bedrijf] S.a.r.l., als schadevergoeding voor de materiële schade die zij had geleden door de diefstal.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/140180-20 (P)
Uitspraakdatum: 18 juli 2023
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 4 juli 2023 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Bulgarije),
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Duin en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. B. Ivanov-Petkova, advocaat te 's-Gravenhage, en mr. D. den Teuling, advocaat te Amsterdam, namens de benadeelde partij [naam bedrijf] S.a.r.l. (hierna: ‘ [naam bedrijf] ) naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 16 mei 2020 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meerdere (4400) Apple I-watches , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijfsnaam 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair
tot op heden onbekend gebleven personen op of omstreeks 16 mei 2020 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meerdere (4400) Apple I-watches, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijfsnaam 2], in elk geval aan een ander dan aan die tot op heden onbekend gebleven personen en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 16 mei 2020 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- als bestuurder de bestelbus te rijden waarin de pallets met de meerdere (4400) apple I-watches in geladen zijn/werden en/of
- met de meerdere (4400) apple I-watches weg te rijden naar een andere locatie;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 16 mei 2020 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, meerdere (4400) apple I-watches, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de verdachte integraal vrij te spreken. Niet kan worden bewezen dat de verdachte opzettelijk betrokken is geweest bij het ten laste gelegde.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.2
Bewijsoverweging
De verdachte wordt primair verweten dat hij zich op 16 mei 2020 samen met een of meer anderen heeft schuldig gemaakt aan een ladingdiefstal van Apple iWatches op Schiphol. De rechtbank moet beoordelen of bewezen kan worden dat de verdachte bij deze diefstal betrokken is geweest en zo ja, of hij daaraan dan als medepleger een bijdrage heeft geleverd en hij het daarvoor vereiste opzet heeft gehad. De rechtbank beantwoordt die vragen bevestigend. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
De bewijsmiddelen houden onder andere de volgende feiten en omstandigheden in.
Op 16 mei 2020 vond tussen 18:49 uur en 19:20 uur bij vrachtafhandelaar [bedrijfsnaam 2] Cargo Services te Schiphol een diefstal plaats van een lading Apple iWatches. De gestolen lading, die bestemd was voor [naam bedrijf] , betrof 6 pallets en had een geschatte (winkel)waarde van € 500.000,-. De verdachte arriveerde op 16 mei 2020 omstreeks 18:49 uur bij het terrein van [bedrijfsnaam 2] met een witte bestelbus, voorzien van het kenteken [kenteken] . Hij reed daarmee het terrein op. Medeverdachte [medeverdachte] bevond zich als loodsmedewerker reeds in de loods van [bedrijfsnaam 2]. [medeverdachte] was op de hoogte gebracht van de komst van de verdachte en had een zogenaamd ‘manifest’ vervalst om de 6 pallets te kunnen inladen. Uit de camerabeelden van [bedrijfsnaam 2] is gebleken dat [medeverdachte] de 6 pallets vervolgens heeft ingeladen in de bestelbus nadat, hij de bewuste pallets door de deurcoördinator toegewezen had gekregen. Omstreeks 19:20 uur verliet de verdachte het terrein met de volgeladen bestelbus. Waar de lading als geheel daadwerkelijk terecht is gekomen is niet duidelijk geworden.
Aldus heeft de verdachte naar de uiterlijke verschijningsvorm meegewerkt aan het wederrechtelijk wegnemen van de lading, die immers bestemd was voor een ander. Bij de beoordeling van deze zaak is evenwel van belang wat de verdachte zelf over die bewuste avond heeft verklaard. Op de zitting heeft de verdachte ontkend dat hij enige wetenschap van de ladingdiefstal heeft gehad, laat staan dat hij daaraan als medepleger een bijdrage heeft geleverd. Hij heeft verklaard dat hij op een aanbod van een derde, die hij via een kennis had leren kennen, een proef aflegde om zijn bekwaamheid als chauffeur te tonen en bij goed gevolg eventueel meer werk te kunnen afnemen. Dat hij op 16 mei 2020 op Schiphol is geweest met de witte bestelbus en de pallets heeft opgehaald, wordt door de verdachte dan ook niet betwist, zij het dat hij niet wist van de wederrechtelijkheid van de wegneming.
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte dat hij niet wist dat hij onderdeel uitmaakte van de ladingdiefstal ongeloofwaardig en schuift deze dan ook terzijde. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting houdt in dat de verdachte – kort nadat hij naar Nederland terug was gekomen – op zoek was naar werk en werk aangeboden kreeg via [naam kennis] , een kennis van de verdachte. De verdachte, die heeft verklaard tot dan met name te hebben gewerkt als stucadoor, zou als koerier of chauffeur kunnen gaan werken. Omdat de verdachte daarmee geen ervaring had, zou hij de eerste opdracht bij wijze van proef moeten verrichten. Een week later werd de verdachte op 16 mei 2020 naar een parkeerplaats gebracht door [naam kennis] en een Turkse man. Op die parkeerplaats stond de witte bestelbus klaar en de verdachte kreeg een diensttelefoon en de adresgegevens mee. Verder houdt de verklaring van de verdachte in dat hij de pallets na het ophalen daarvan op een voorbestemde locatie heeft afgeleverd, waar ook de Turkse man zou zijn geweest. Aldus zou de verdachte in feite misbruikt zijn door anderen om de diefstal van een waardevolle lading te bewerkstelligen.
Het is, in het bijzonder gelet op de geschatte en zeer hoge verkoopwaarde van de pallets met iWatches, hoogst onwaarschijnlijk dat voor deze geraffineerd georganiseerde ladingdiefstal een onwetende chauffeur is gebruikt. Dit zou immers aanzienlijke risico’s voor de organisatie met zich brengen, zoals het risico van verlies van de iWatches wanneer de chauffeur later niet meer kan worden achterhaald of dat de chauffeur de diefstal voortijdig zelf ontdekt en bij de autoriteiten meldt. Daar komt bij dat medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard over de verdeling van de rollen bij de diefstal en de verdeling van de opbrengst. In die verdeling wordt ook de rol en de aanzienlijke beloning van de chauffeur benoemd. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan een dergelijke rolverdeling en beloning van degenen die bij de ladingdiefstal betrokken waren, waaronder de verdachte als chauffeur.
Op grond van de hiervoor opgesomde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat de verdachte zich in een nauwe en bewuste samenwerking met anderen schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van een lading Apple iWatches op Schiphol. De rechtbank is ook van oordeel dat de bijdrage van de verdachte aan de uitvoering en de afhandeling van de ladingdiefstal, als chauffeur en vervoerder van de pallets met iWatches naar de afleverplaats, van zodanig significant en wezenlijk gewicht is geweest, dat sprake is van medeplegen. Daarmee acht de rechtbank het primair ten laste gelegde feit bewezen.
3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 16 mei 2020 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer tezamen en in vereniging met anderen, meerdere (4400) Apple iWatches die geheel aan [bedrijfsnaam 2], in elk geval aan een ander dan aan die tot op heden onbekend gebleven personen en/of zijn mededader(s) toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
Medeplegen van diefstal.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is dus strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft – indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt – verzocht rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Zij heeft verzocht een taakstraf voor de duur van 180 uur in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 3 jaren op te leggen.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft daarbij ook acht geslagen op het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een vergelijkbaar strafbaar feit. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft in mei 2020 samen met anderen een grote hoeveelheid Apple iWatches gestolen. De gestolen horloges zijn vervoerd vanuit de loods van een vrachtafhandelaar op Schiphol, vermoedelijk naar een loods in Roosendaal, waar de gestolen lading vervolgens is gelost en vermoedelijk is overgeladen ten behoeve van verder vervoer. De lading is in elk geval verdwenen.
Diefstal is een ernstig strafbaar feit, waarbij inbreuk wordt gemaakt op het eigendomsrecht van een ander en grote financiële schade wordt berokkend. Een diefstal als de onderhavige tast bovendien het vertrouwen in de internationale luchthaven Schiphol en in de op het luchthaventerrein gevestigde bedrijven aan. Het gaat in deze zaak om een omvangrijke lading met een aanzienlijke waarde (ongeveer € 500.000,-). Bij deze geraffineerd uitgevoerde ladingdiefstal vanaf het beveiligde terrein van Schiphol is voorts gebruik gemaakt van een vals manifest.
De ernst van het feit maakt dat niet kan worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank heeft wel rekening gehouden met de relatief ondergeschikte rol die de verdachte bij de ladingdiefstal heeft gehad, namelijk “slechts” die van vervoerder van de gestolen lading. Dat wat de raadsman heeft aangevoerd over de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, geeft de rechtbank evenwel geen aanleiding tot matiging van de straf. Ook een deels voorwaardelijke straf vindt de rechtbank niet aangewezen. Daarvoor is het feit te ernstig. Een gevangenisstraf voor de duur van elf maanden acht de rechtbank passend en geboden.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens met bijna twaalf maanden is overschreden. De verdachte is op 4 augustus 2020 verhoord en de rechtbank wijst nu pas vonnis. Daarom zal de rechtbank in plaats van een gevangenisstraf van elf maanden, een gevangenisstraf van tien maanden opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.Vordering benadeelde partij [naam bedrijf] en schadevergoedingsmaatregel

7.1
Vordering benadeelde partij [naam bedrijf]
De benadeelde partij [naam bedrijf] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 50.000,- ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
De oorspronkelijke schade bestaat uit het onder de verzekering bij AXA Xl voor rekening van [naam bedrijf] blijvende eigen risico. De iWatches waren immers ten behoeve van Apple tegen het risico van diefstal door [naam bedrijf] verzekerd. De schade van de diefstal is bepaald op € 528.768,44 met aftrek van het toepasselijke eigen risico van € 50.000,-. Verzekeraar AXA XL heeft op 16 september 2020 dekking erkend en op 18 september 2020 is een bedrag van € 478.768,44,- aan [naam bedrijf] uitgekeerd.
7.2
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de gevorderde schade, het eigen risico, in zijn geheel toe te wijzen.
7.3
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de vordering af te wijzen dan wel de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren.
7.4
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde schade rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. De vordering zal derhalve worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
7.5
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: medeplegen van diefstal] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
- 36f, 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
10 maanden.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering benadeelde partij [naam bedrijf]
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
S.a.r.l.geleden schade tot een bedrag van
€ 50.000,-,als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [naam bedrijf] S.a.r.l., voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [naam bedrijf] S.a.r.l. de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 50.000,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 285 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.A. Duker, voorzitter,
mr. J.J. Roos en mr. M.A.J. van Beek, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. T.J.A. Krips,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juli 2023.