Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juli 2023 in de zaak tussen
Holland Steen B.V., uit Rijsenhout, eiseres 1 enRuiter Advies Verkoop B.V., uit Ursem, eiseres 2
Hollandia Dakkapellen B.V.uit Cruquius, (Hollandia Dakkapellen)
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van andere bedrijven dan de bedrijven die zijn bedoeld in artikel 8.1, sub a;
b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan ten behoeve van ondersteuning van de hoofdfunctie als bedoeld in artikel 8.1.
1. De activiteiten kunnen naar hun aard en invloed op de omgeving worden geacht te behoren tot de categorie die maximaal is toegestaan binnen de betreffende bestemming; en
2. Het betreft geen risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Vuurwerkbesluit.
‘namens haar cliënt de heer [naam 2] , van Hollandia Dakkapellen, gevestigd te [adres 2] , te Cruquius’indient
.Bestreden besluit
De adviescommissie acht redelijkerwijs duidelijk dat het bezwaarschrift is ingediend namens Hollandia Dakkapellen B.V, een concurrent van Ruiter dakkapellen.
Volgens de adviescommissie heeft verweerder de verkeerde procedure gevolgd.
Het verlenen van een binnenplanse ontheffing op grond van artikel 8.5, is niet mogelijk, omdat deze mogelijkheid ziet op bedrijfsactiviteiten en daarvan is geen sprake, omdat in het onderhavige geval sprake is van detailhandel [1] . Verweerder dient, gelet hierop te beoordelen of de aanvraag op een andere basis alsnog kan worden ingewilligd of slechts kan worden geweigerd.
Van gelijke gevallen is de adviescommissie niet gebleken. Slechts in één van de genoemde gevallen is een omgevingsvergunning verleend. Hieraan ligt geen inhoudelijke motivering ten grondslag. Het gelijkheidsbeginsel strekt verder niet zo ver dat een eenmaal gemaakte fout moet worden herhaald.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat, aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op bedrijfsactiviteiten, maar sprake is van detailhandel, van de binnenplanse afwijkingsmogelijkheid van artikel 8.5, van het bestemmingsplan geen gebruik kan worden gemaakt.
Van een gelijk geval dat verweerder zou dwingen om de aangevraagde vergunning op basis van het gelijkheidsbeginsel te verlenen is tot slot volgens verweerder geen sprake. Slechts voor The Outlet Factory B.V. is een vergunning verleend. Hiermee is echter volgens verweerder geen sprake van een wijziging van het beleid ten aanzien van de vestiging van detailhandel op deze locatie.
Beoordeling door de rechtbank
Ontvankelijkheid bezwaarschrift
‘namens haar cliënt de heer [naam 2] , van Hollandia Dakkapellen, gevestigd te [adres 2] , te Cruquius’is ingediend
.Ten eerste wordt in deze vermelding het adres genoemd van Hollandia Dakkapellen en niet van de heer [naam 3] . Tijdens de bezwaarprocedure is vervolgens aan de orde gekomen dat Rationel Impex B.V. enig aandeelhouder is van Hollandia Dakkapellen B.V. en dat [naam 3] enig aandeelhouder van deze B.V. is en beslissingsbevoegd is. Hiermee is voldoende duidelijk (geworden) dat het bezwaarschrift namens Hollandia Dakkapellen B.V. is ingediend. De enkele omstandigheid dat de naam van de enig aandeelhouder verkeerd is gespeld en dat gesproken wordt over cliënt in plaats van (de bij een onderneming gebruikelijke aanduiding) cliënte, leidt de rechtbank niet tot een ander oordeel. Nu verder niet in geschil is dat Hollandia Dakkapellen B.V. een concurrent is van eiseres 2, is het bezwaarschrift terecht ontvankelijk geacht. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Geschil
Indien deze mogelijkheid er niet is staat tussen partijen ter discussie of verweerder in redelijkheid heeft mogen afzien van vergunningverlening op grond van de zogenoemde buitenplanse afwijkingsmogelijkheid.
Nu geen sprake is van detailhandel, valt een showroom voor dakkapellen volgens eisers 1 te scharen onder bedrijfscategorie 1. Aangezien deze aanzienlijk minder belasting geeft dan de meeste bedrijven die op de locatie zijn toegestaan kan volgens eiseres 1 dan ook gebruik gemaakt worden van de uit artikel 8.5, van het bestemmingsplan volgende (binnenplanse) afwijkingsbevoegdheid.
Zoals ter zitting door eiseres 1 is toegelicht worden de potentiële klanten in de showroom ontvangen, kunnen zij daar voorbeelden van de dakkapellen bekijken en worden zij daarover geadviseerd. Indien zij geïnteresseerd zijn vindt het vervolg (zoals het opmaken van een offerte, de verkoop en uiteindelijk het inmeten en plaatsen van de dakkapel) plaats in Ursem en bij de klanten thuis. De rechtbank is, onder verwijzing naar de door de adviescommissie genoemde uitspraak van de Afdeling van 22 juli 2020, van oordeel dat verweerder het gevraagde gebruik terecht als detailhandel heeft aangemerkt zoals hiervoor bedoeld. Het ontvangen van particuliere klanten in de showroom is namelijk gericht op het te koop aanbieden van dakkapellen aan deze klanten. Dat het vervolg, waaronder de feitelijke (ver)koop, plaatsvindt in Ursem en bij die klanten thuis, doet daaraan niet af. Ook de omstandigheid dat uiteindelijk een op maat gemaakte dakkapel wordt verkocht en niet de in de showroom getoonde dummy’s, maakt dit niet anders.
Buitenplanse afwijkingsmogelijkheid
Ter zitting heeft eiseres 1 zich in aanvulling hierop op het standpunt gesteld dat de gevraagde vergunning niet in strijd is met gemeentelijk of provinciaal beleid. Zij wijst er daarbij op dat van een nieuwe vestiging van detailhandel geen sprake is nu verweerder haar principeverzoek tot gebruik van het perceel als garagebedrijf, inclusief autoverkoop (=detailhandel), eerder al heeft goedgekeurd.
Uit die uitspraak volgt voorts dat verweerder andere beweegredenen had om niet mee te werken aan de gevraagde vergunning en sprake was van een in onderhavige zaak niet aan de orde zijnde discussie. Waarom desondanks wel een vergunning is verleend blijft onduidelijk. De rechtbank kan zich echter niet aan de indruk onttrekken dat hierbij ook de locatie (zeer dicht gelegen bij de boulevard Cruquius) een rol kan hebben gespeeld.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep van eiseres 2 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep van eiseres 1 ongegrond.
F. Voskamp, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 juli 2023.