5.6Tijdens een controle op 31 januari 2023 is geconstateerd dat er 12 stacaravans en chalets aanwezig waren. Verder zijn tegen drie units bijbehorende bouwwerken geplaatst.
6. Op grond van de bestemmingsplannen Buitengebied Texel 2013, het Reparatieplan Buitengebied Texel en het Tweede Reparatieplan Buitengebied Texel hebben de betreffende gronden deels de bestemming “Wonen” en deels de bestemming “Tuin”. Het (laten) plaatsen en geplaatst houden van de stacaravans/chalets al dan niet met bijbehorend bouwwerk en het gebruik daarvan ten behoeve van personeelshuisvesting is in strijd met de bouw- en gebruiksregels behorende bij deze bestemmingen. Het gebruik van het recreatief opstal ten behoeve van personeelshuisvestiging is in strijd met de gebruiksregels behorend bij de bestemming “Wonen” omdat geen sprake is van recreatief verblijf.
7. Omdat wordt gehandeld in strijd met de artikelen 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en artikel 2.3a, eerste lid, van de Wabo heeft verweerder [verzoeker 1] respectievelijk [verzoeker 2] en [verzoekster] gelast:
1. De overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo te beëindigen en beëindigd te houden door de stacaravans/chalets en bijbehorende bouwwerken op het achtererf van het perceel [locatie 1] – [perceel] in [vestigingsplaats] te verwijderen of te laten verwijderen en verwijderd te houden. Dit dient hij/dienen zij te doen uiterlijk binnen zes weken na de verzenddatum van het besluit. Voldoet hij/voldoen zij niet, niet tijdig of niet volledig aan de lastgeving dan verbeurt hij/verbeuren zij een dwangsom van € 1.500,- per stacaravan/chalet (al dan niet met bijbehorend bouwwerk) per week tot een maximum van € 15.000,- per stacaravan/chalet (al dan niet met bijbehorend bouwwerk);
2. De overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wabo met betrekking tot het toelaten van huisvesting van personeel in het recreatief opstal op het perceel [perceel] in [woonplaats] te beëindigen en beëindigd te houden door de huisvesting van personeel in de recreatieve opstal op het adres [locatie 1] in [vestigingsplaats] te staken en gestaakt te houden. Dit dient hij/dienen zij te doen uiterlijk 16 weken na verzending van de definitieve last onder dwangsom. Voldoet hij/voldoen zij niet, niet tijdig of niet volledig aan deze lastgeving dan verbeurt hij/verbeuren zij een dwangsom van € 1.000,- per week tot een maximum van € 10.000,-.
8. [verzoeker 1] en [bedrijf 1] alsmede [verzoeker 2] en [verzoekster] hebben de voorzieningenrechter gevraagd de besluiten van 5 april 2023 te schorsen. Verweerder heeft op verzoek van de rechtbank de aan de besluiten verbonden begunstigingstermijn weliswaar verlengd tot twee weken na de uitspraak van de voorzieningenrechter, maar [verzoeker 1] en [bedrijf 1] alsmede [verzoeker 2] en [verzoekster] kunnen onder deze omstandigheden een spoedeisend belang bij de gevraagde voorlopige voorziening niet worden ontzegd.
9. De voorzieningenrechter stelt vast, hetgeen door [verzoeker 1] en [bedrijf 1] noch door [verzoeker 2] en [verzoekster] wordt betwist, dat verweerders terecht heeft geconstateerd dat wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder a en c van de Wabo alsmede artikel 2.3a, eerste lid, van de Wabo. Verweerder was derhalve bevoegd handhavend op te treden.
Overtreder en in zijn macht: [verzoeker 1]