In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft eiser [eiser/verweerder] een vordering ingesteld tegen [gedaagde/eiser1] en Palmo B.V. met betrekking tot een overeenkomst voor de levering en montage van een terrasoverkapping. De overeenkomst, die op 26 mei 2021 werd gesloten, omvatte een totaalprijs van € 49.919,24, met betaling in drie termijnen. Eiser heeft de eerste termijn van € 19.967,70 betaald, maar weigerde de tweede termijn te voldoen, wat leidde tot een geschil. Palmo B.V. heeft de reeds aangebrachte onderdelen gedemonteerd en de materialen meegenomen. Eiser vorderde ontbinding van de overeenkomst, terugbetaling van de eerste termijn en schadevergoeding van in totaal € 25.818,91, terwijl Palmo B.V. aanvoerde dat er een vaststellingsovereenkomst was gesloten die het geschil had afgewikkeld. De rechtbank oordeelde dat er inderdaad een vaststellingsovereenkomst tot stand was gekomen, waardoor de vorderingen van eiser werden afgewezen. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Palmo B.V. op € 4.752,00 werden begroot. In reconventie werden de vorderingen van Palmo B.V. eveneens afgewezen, en eiser werd veroordeeld in de proceskosten van € 598,00.