ECLI:NL:RBNHO:2023:5991

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
C/15/332679 / HA ZA 22-616
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen in het kader van dienstverlening tussen DPAR B.V. en EKS INSTALLATIE MANAGEMENT B.V.

In deze civiele procedure vordert DPAR B.V. betaling van openstaande facturen van EKS INSTALLATIE MANAGEMENT B.V. voor verrichte werkzaamheden. DPAR heeft in de periode van augustus 2019 tot en met mei 2020 verschillende facturen aan EKS gestuurd, waarvan EKS er één heeft betaald en de overige zonder protest heeft behouden. EKS betwist echter de verplichting tot betaling, stellende dat de werkzaamheden door de indirect bestuurder van DPAR, [betrokkene 1], als vriendendienst zijn verricht. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een overeenkomst tussen partijen, aangezien EKS de facturen zonder protest heeft behouden en één ervan heeft betaald. De rechtbank beoordeelt de specifieke bezwaren van EKS per openstaande factuur en komt tot de conclusie dat DPAR recht heeft op betaling van de gefactureerde bedragen, met uitzondering van enkele uren die niet zijn onderbouwd. De rechtbank wijst de vordering van DPAR toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelt EKS in de proceskosten. Het vonnis is gewezen door mr. A.J. Wolfs op 26 april 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/332679 / HA ZA 22-616
Vonnis van 26 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DPAR B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres,
advocaat mr. R.A.P. de Jager te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EKS INSTALLATIE MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Zaandam,
gedaagde,
advocaat mr. B.J. Mekkelholt te Den Helder.
Partijen zullen hierna DPAR en EKS worden genoemd.
De zaak in het kort
DPAR heeft voor EKS werkzaamheden verricht, waarvoor maandelijks facturen zijn verstuurd. DPAR vordert hiervan betaling. EKS erkent dat [betrokkene 1], de indirect bestuurder van DPAR, enige werkzaamheden voor haar heeft verricht. Zij heeft de facturen zonder protest behouden en ook één ervan betaald, maar betwist verplicht te zijn te betalen. [betrokkene 1] zou de werkzaamheden voor haar hebben verricht als vriendendienst.
Gezien de betaling van een van de door DPAR verstuurde facturen, het vervolgens contineren van de werkzaamheden en het uitblijven van enige vorm van protest op de overige facturen, concludeert de rechtbank dat er sprake is van een overeenkomst tussen partijen op basis waarvan DPAR werkzaamheden voor EKS heeft verricht en laatstgenoemde verplicht is tot betaling. De rechtbank heeft aan de hand van de subsidiair aangevoerde specifieke bezwaren van EKS per openstaande factuur beoordeeld in hoeverre EKS de in rekening gebrachte uren en kosten is verschuldigd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 14 december 2022 en de daarin genoemde stukken
  • de akte overlegging nadere producties van DPAR
  • de akte indiening USB stick productie 17 van DPAR
  • de akte indiening nadere productie 37 van DPAR
  • de mondelinge behandeling van 21 maart 2023 waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt en de daarbij overgelegde spreekaantekeningen van mr. De Jager.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
DPAR verleent diensten binnen vastgoedmanagement. De heer [betrokkene 1] (hierna ‘[betrokkene 1]’) is indirect bestuurder van DPAR. EKS is een installateur van verwarmings- en luchtbehandelingsapparatuur. De bestuurder van EKS is de heer [betrokkene 2] (hierna ‘[betrokkene 2]’).
2.2.
[betrokkene 1] is ook bestuurder van Convorus B.V. (hierna ‘Convorus’) die zich onder meer bezighoudt met softwareontwikkeling.
2.3.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] hebben sinds 2010 contact en waren op enig moment bevriend.
2.4.
DPAR heeft in de periode van augustus 2019 t/m mei 2020 de volgende facturen aan EKS verstuurd:
factuurnummer
factuurdatum
periode
factuurbedrag
19700002
19700003
22 augustus 2019
1 september 2019
juli 2019
augustus 2019
€ 1.788,99
€ 3.858,69
19700004
6 oktober 2019
september 2019
€ 1.227,55
19700006
3 november 2019
oktober 2019
€ 3.697,16
19700007
6 december 2019
november 2019
€ 4.247,10
19700009
12 december 2019
-
€ 232,71
19700010
31 december 2019
december 2019
€ 2.796,46
20202002
26 februari 2020
januari 2020
€ 4.618,93
20202004
13 mei 2020
februari 2020
€ 2.349,97
2.5.
DPAR hanteerde hierbij eerst een uurtarief van € 58,00 en een kilometervergoeding. De facturen vermelden een betalingstermijn van tien dagen en vervaldata van drie weken na de factuurdatum.
2.6.
EKS heeft de factuur van 1 september 2019 van DPAR voldaan.
2.7.
Op 19 november 2019 was [betrokkene 1] namens EKS aanwezig bij een huurdersoverleg.
2.8.
In december 2019 had [betrokkene 1] namens EKS contact met een detacheringbureau voor de inhuur van een monteur.
2.9.
Op 9 januari 2020 was [betrokkene 1] samen met [betrokkene 2] aanwezig bij een bespreking met zorginstelling Amsta waarbij [betrokkene 1] zichzelf introduceerde als werkzaam bij EKS en verantwoordelijk voor processen en contractbeheer. [betrokkene 2] wees [betrokkene 1] bij die gelegenheid aan als EKS’ contactpersoon voor Amsta. Op 11 februari 2020 was [betrokkene 1] namens EKS bij een andere bespreking met Amsta aanwezig.
2.10.
Via Whatsapp hadden [betrokkene 1] en [betrokkene 2] veelvuldig contact over werkzaamheden voor EKS. Ook had [betrokkene 1] contact met medewerkers van EKS voor de uitvoering van de werkzaamheden:
24 januari 2020:
Moge[werknemer x]
, Kindergarden heeft alleen de code nodig, we hoeven er niet heen. Had je[werknemer y]
al gesproken?
29 januari 2020:
Hai[werknemer z]
, ik vond nog en opdracht in [adres], kan je kijken of je deze kan meenemen
29 januari 2020:
Hai[werknemer y]
, sorry dat ik je stoor tijdens je vakantie. Maar we hebben een probleem met de toegangsunit achter.[…]
2.11.
Met de e-mails van 13 mei en 11 juni 2020 heeft DPAR EKS aan de openstaande facturen herinnerd.
2.12.
Op 15 juni 2020 heeft [betrokkene 2] [betrokkene 1] de volgende Whatsapp-berichten gestuurd:
- Druk?
- Zin in nieuwe bv?
- Kan een pand beheren
2.13.
In de brief van 31 maart 2022 heeft de advocaat van DPAR EKS gesommeerd de openstaande facturen te betalen. De advocaat van EKS heeft hier met een e-mail van 3 mei 2022 afwijzend op gereageerd. EKS heeft de facturen onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1.
DPAR vordert samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, EKS te veroordelen tot:
betaling van € 20.958,87, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente die berekend tot de datum van dagvaarding € 4.944,45 bedraagt,
vergoeding van incassokosten van € 3.143,83, te vermeerderen met de wettelijke rente,
de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
EKS voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
DPAR vordert van EKS betaling van de openstaande facturen. EKS betwist iedere verschuldigdheid.
Overeenkomst
4.2.
EKS voert ten eerste aan dat de werkzaamheden door [betrokkene 1] op vrijwillige basis – als vriendendienst – zijn verricht, ook omdat zij hem in ruil daarvoor een bedrijfsbus met tankpas ter beschikking had gesteld. De factuur van 1 september 2019 van DPAR heeft zij alleen betaald om [betrokkene 1] financieel te steunen. De verdere facturen kon EKS terzijde schuiven, omdat [betrokkene 1] had gezegd dat zij hier niets mee hoefde te doen. EKS heeft ook niets van doen heeft met DPAR. Als EKS voor de werkzaamheden al een vergoeding verschuldigd zou zijn, dan is het aan [betrokkene 1].
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat [betrokkene 1] voor EKS werkzaamheden heeft verricht, hij samen met [betrokkene 2] aanwezig was bij zakelijke besprekingen van EKS, door [betrokkene 2] bij een grote klant van EKS is aangewezen als contactpersoon en EKS heeft vertegenwoordigd bij overleggen. DPAR, een vennootschap waarvan [betrokkene 1] indirect bestuurder is, heeft EKS in deze periode ook maandelijks gespecificeerde facturen gestuurd met het verzoek te betalen. Tussen partijen is ook niet in geschil dat EKS de facturen en aanmaningen heeft ontvangen. EKS heeft deze facturen zonder protest behouden en één van de eerste van die facturen betaald. De terbeschikkingstelling van de bedrijfsbus en tankpas was beperkt tot een periode in 2016, zo heeft [betrokkene 1] ter zitting aangevoerd en [betrokkene 2] onvoldoende weersproken. Het verweer van EKS dat [betrokkene 1] om die reden in 2019 en 2020 – jaren later – als wederdienst maandenlang vrijwillig onbetaalde werkzaamheden zou hebben verricht, acht de rechtbank mede gelet op het voorgaande ongeloofwaardig.
4.4.
Daarbij stelt de rechtbank vast dat DPAR, mede gelet op de door haar tijdens de mondelinge behandeling gegeven toelichting over het contractbeheer dat zij voor EKS uitvoerde en op de door haar bij akte overgelegde bewijzen, haar vordering in de kern gemotiveerd heeft onderbouwd. DPAR heeft audio-opnames overgelegd van besprekingen waarbij [betrokkene 1] namens EKS aanwezig was (zie alinea 2.7 van dit vonnis) en correspondentie van [betrokkene 1] namens EKS met Amsta, Stadgenoot, Unique Nederland en Prominus Vastgoedbeheer over de periode oktober 2019 t/m maart 2020.
4.5.
De rechtbank concludeert op basis van het voorgaande – [betrokkene 1] heeft werkzaamheden voor EKS verricht die aan haar zijn gefactureerd via DPAR, en EKS heeft die facturen telkens zonder protest behouden en één ervan voldaan – dat er sprake is van een overeenkomst tot dienstverlening, anders dan om niet, en dat DPAR de contractuele wederpartij is van EKS. Uitgangspunt is dan dat de verrichte werkzaamheden moeten worden vergoed. Door betaling van de factuur van 1 september 2019 acht de rechtbank het op dat moment gehanteerde uurtarief van € 58,00 door EKS geaccepteerd.
4.6.
EKS had bij conclusie van antwoord aangevoerd dat DPAR geen kilometervergoeding kan vorderen, omdat [betrokkene 1] juist gebruik maakte van de bedrijfsbus en tankpas van EKS, maar op zitting heeft zij erkend dat de periode van gebruik van de bedrijfsbus en tankpas niet overeenkomt met de periode van de werkzaamheden waarin een kilometervergoeding wordt gerekend. Dit verweer slaagt dan ook niet.
4.7.
Daarnaast voert EKS aan dat voor zover [betrokkene 1] werkzaamheden heeft verricht voor het Google-account van EKS, dit is gedaan onder de vlag van Convorus. Maar EKS heeft niet gesteld noch is de rechtbank gebleken welke werkzaamheden dit zouden zijn. De rechtbank gaat aan dit verweer dan ook voorbij.
Aantal en invulling gefactureerde uren en kosten
4.8.
Subsidiair betwist EKS de juistheid van de door DPAR verstuurde facturen en bijbehorende urenspecificaties, wat betreft het aantal en de invulling van de uren. EKS meent dat DPAR nauwelijks werk voor haar heeft verricht. DPAR stelt dat zij wel degelijk vele uren werk heeft verricht voor EKS. Zij heeft EKS hiervan ook steeds op de hoogte gehouden, mondeling en via Whatsapp.
4.9.
Vast staat dat EKS, afgezien van haar gestelde bezwaar op de factuur van 1 september 2019, pas bij e-mail van haar advocaat in 2022 openlijk is gaan betwijfelen of de facturen en specificaties wel kloppen. EKS heeft voor deze vertraging geen (toereikende) verklaring gegeven. Ook op de aanmaningen heeft EKS in het geheel niet gereageerd, terwijl dit voor de hand had gelegen als zij in de overtuiging was dat zij met die facturen “niets hoefde te doen”. DPAR stelt door het tijdsverloop te zijn benadeeld, want zij is niet langer werkzaam voor EKS en heeft niet meer de beschikking over alle informatie om vragen over haar facturen te beantwoorden. De rechtbank is van oordeel dat alhoewel DPAR verantwoordelijk is voor het inzichtelijk en controleerbaar maken van haar facturen, bij deze stand van zaken en gegeven het in 4.4 overwogene, EKS DPAR in beginsel niet kan verwijten dat zij de facturen niet verder specificeert dan zij al heeft gedaan.
4.10.
De rechtbank zal hierna aan de hand van de specifieke bezwaren van EKS per openstaande factuur beoordelen in hoeverre tot volledige betaling van de gefactureerde uren en kosten moet worden overgegaan.
Factuur 19700002 van 22 augustus 2019
4.11.
Deze factuur over juli 2019 ziet op managementdiensten, verdeeld over 25 uur ‘advies’ en een kilometervergoeding. EKS betwist de juistheid van de specificatie en wijst erop dat DPAR ter onderbouwing van deze factuur twee verschillende urenspecificaties in het geding heeft gebracht, waarvan op een het jaar 2018 staat vermeld en de werkdagen van 30 en 31 juli ontbreken.
4.12.
Het had op de weg van DPAR gelegen op deze klacht te reageren, maar dit heeft zij nagelaten. De rechtbank zal dan ook de vordering voor de vijf uren genoteerd voor 30 en 31 juli 2019 afwijzen.
4.13.
Uit de urenspecificatie met jaar ‘2019’ blijkt dat de overige 20 uur zijn besteed aan ‘contracten, schijf WB en SB, WB verweken op schijf, WB verwerken op schijf en mailbox, uitzoeken WB, OHC, Mail Opdr. en doorlezen stukken’. EKS betoogt dat uit de specificatie niet de werktijden van [betrokkene 1] kan worden afgeleid.
4.14.
De rechtbank overweegt dat niet is gesteld dat DPAR de precieze werktijden zou verantwoorden. Het ontbreken ervan staat de juistheid en verschuldigdheid van het in de factuur genoemde bedrag dan ook niet in de weg. Dit verweer zal de rechtbank daarom passeren. Dit betekent dat van deze factuur € 1.403,60 aan uren plus € 34,50 als kilometervergoeding inclusief btw zal worden toegewezen.
Factuur 19700004 van 6 oktober 2019
4.15.
Deze factuur over september 2019 ziet op managementdiensten, verdeeld over 17 uur projectmanagement en een kilometervergoeding. EKS betwist dat [betrokkene 1] op zondagavond 1 september 2019 een uur zou hebben gewerkt. Het kantoor van EKS is dan gesloten. DPAR heeft ter zitting toegelicht dat [betrokkene 1] ook vanuit huis heeft gewerkt.
4.16.
De rechtbank constateert dat EKS de genoteerde werkzaamheden, waaronder ‘Scannen drie mappen 2016W, 2016G, 2015W WB’, ‘Structuur Opdrachten werkbon’ en ‘WB/OB Opdrachtgevers Rapportage’, inhoudelijk niet betwist. De rechtbank zal het verweer van EKS op deze factuur dan ook als onvoldoende onderbouwd passeren. Dit betekent dat het gefactureerde bedrag van € 1.227,55 inclusief btw zal worden toegewezen.
Factuur 19700006 van 3 november 2019
4.17.
EKS betwist van deze factuur over oktober 2019 alleen het uur genoteerd voor 27 oktober 2019, omdat dat een zondag is en het kantoor van EKS dan is gesloten.
4.18.
De rechtbank verwijst kortheidshalve naar alinea’s 4.15 en 4.16 van dit vonnis. Dit betekent dat het gefactureerde bedrag van € 3.697,16 inclusief btw zal worden toegewezen.
Factuur 19700007 van 6 december 2019
4.19.
Deze factuur over november 2019 ziet op managementdiensten, verdeeld over 58 uur projectmanagement en een kilometervergoeding. EKS betwist deze factuur, weer omdat op een zondag zou zijn gewerkt. Hiervoor verwijst de rechtbank naar wat onder 4.15 en 4.16 is overwogen.
4.20.
Verder klaagt EKS dat uit de urenregistratie volgt dat op 21 november 2019 van 08.00 tot 16:00 uur ‘diverse PO’-werkzaamheden zouden zijn verricht en op diezelfde dag op dezelfde van 09:00 tot 13:00 uur ‘diverse werkzaamheden’. Deze klacht is terecht en DPAR heeft nagelaten hier een verklaring voor te geven. De rechtbank zal de vordering voor de dubbele uren afwijzen.
4.21.
Hetzelfde geldt voor de klacht van EKS dat [betrokkene 1] – anders dan de acht uur genoteerd – op 28 november 2019 geen werkzaamheden bij EKS heeft kunnen verrichten, omdat hij die dag ziek was. Het had op de weg van DPAR gelegen op deze klacht te reageren, maar dit heeft zij nagelaten. De rechtbank zal de vordering voor zover zij ziet op deze uren dan ook afwijzen.
4.22.
Voor de overige 46 uren is de factuur niet betwist. Dit betekent dat het bedrag van € 3.404,94 inclusief btw en kilometervergoeding zal worden toegewezen.
Factuur 19700009 van 12 december 2019
4.23.
Deze factuur ziet op ‘kleinmateriaal’. EKS voert aan dat zij niet bekend is met deze kosten en betwist dat er een grondslag bestaat voor vergoeding.
4.24.
Ter zitting heeft DPAR toegelicht dat zij weleens kosten voor EKS voorschoot, zoals voor parkeerkosten of een lamp. Daar tegenover heeft EKS haar algemene betwisting onvoldoende onderbouwd, in samenhang bezien met het eerder zonder protest behouden van onder meer deze factuur. De rechtbank zal dit onderdeel van de vordering dan ook toewijzen.
Factuur 109700010 van 31 december 2019
4.25.
Deze factuur over december 2019 ziet op 39 uren managementdiensten en kosten voor koffie en porto. De specificatie van de bestede uren telt echter op tot 38,5, zodat de rechtbank dat als uitgangspunt neemt.
4.26.
EKS betwist de juistheid van deze factuur en voert onder meer aan dat [betrokkene 1] op 9 december 2019 ziek was en daarom – anders dan geregistreerd - geen werkzaamheden heeft kunnen verrichten. DPAR heeft hier niet op gereageerd. De rechtbank zal de vordering voor de voor die dag genoteerde acht uren dan ook afwijzen.
4.27.
Verder betwist EKS de factuur, omdat op een zondag (15 december 2019) zou zijn gewerkt. Volgens haar urenregistratie zou [betrokkene 1] deze dag op het kantoor van EKS hebben gewerkt aan ‘diverse’. EKS heeft onweersproken gesteld dat haar kantoor op zondagen is gesloten en [betrokkene 1] pas een sleutel van het kantoorpand vanaf 16 januari 2020 had. Het had op de weg van DPAR gelegen op deze klacht te reageren, maar dit heeft zij nagelaten. De rechtbank zal de vordering voor de die dag genoteerde vier uren afwijzen.
4.28.
Daarnaast brengt DPAR met deze factuur acht uren in rekening voor ‘[betrokkene 3] inwerken’. EKS betwist deze urenbesteding, want de bedoelde werknemer is werkzaam als monteur en EKS laat nieuwe monteurs inwerken door een van haar ervaren monteurs. Dit is [betrokkene 1] niet. DPAR heeft nagelaten haar vordering nader te onderbouwen, waar dit in het licht van deze gemotiveerde betwisting wel op haar weg lag. De rechtbank zal de vordering voor deze acht uren daarom eveneens afwijzen.
4.29.
Wat betreft de kosten voor koffie en porto verwijst de rechtbank naar hetgeen zij heeft overwegen in alinea 4.24 van dit vonnis.
4.30.
Dit betekent dat voor deze factuur het bedrag van € 1.357,77 inclusief btw zal worden toegewezen.
Factuur 20202002 van 26 februari 2020
4.31.
Deze factuur over januari 2020 ziet op 64 uren projectmanagement, een kilometervergoeding en verschillende onkosten. De bijbehorende specificatie telt echter op tot 90 uren.
4.32.
EKS betwist deze factuur, onder meer omdat DPAR uren in rekening brengt voor werk verricht op nieuwjaarsdag. [betrokkene 1] zou die dag op het kantoor van EKS hebben gewerkt aan ‘diverse’. EKS heeft onweersproken gesteld dat haar kantoor op die dag was gesloten. Gelet op het verschil tussen de in rekening gebrachte uren en het veel hogere aantal genoteerde uren in de specificatie heeft dit geen gevolg voor de toewijsbaarheid van de hier gevorderde 64 uren.
4.33.
In de opmerkingen van EKS over het door DPAR gehanteerde lagere uurtarief en de kilometervergoeding, leest de rechtbank geen verweer.
4.34.
Wat betreft de kosten voor sleutels, koffiekan, dekamarkt, kantoorartikelen verwijst de rechtbank naar hetgeen zij heeft overwegen in alinea 4.24 van dit vonnis.
4.35.
Dit betekent dat het gefactureerde bedrag van € 4.618,93 inclusief btw zal worden toegewezen.
Factuur 2020004 van 13 mei 2020
4.36.
Deze factuur over februari 2020 ziet op 33 uren projectmanagement en een kilometervergoeding.
4.37.
EKS heeft tegen de omvang van deze uren geen inhoudelijk verweer gevoerd. Dit betekent dat het gefactureerde bedrag van € 2.349,97 inclusief btw zal worden toegewezen.
Wettelijke rente
4.38.
DPAR vordert de wettelijke handelsrente over de verschillende facturen. Daarbij gaat zij uit van een betalingstermijn van 10 dagen, zoals vermeld op haar facturen. EKS voert aan dat bij toewijzing uit moet worden gegaan van de vervaldata die ook staan vermeld op de facturen, die telkens drie weken na de factuurdatum zijn gelegen.
4.39.
De rechtbank volgt het verweer van EKS en zal de gevorderde wettelijke handelsrente over de toegewezen bedragen toewijzen, telkens vanaf 22 dagen na de factuurdatum.
Buitengerechtelijke kosten
4.40.
DPAR maakt ook aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. DPAR stelt dat er aanleiding bestaat af te wijken van het gebruikelijke wettelijke tarief en begroot de kosten op € 3.143,83, zijnde 15% van de hoofdsom.
4.41.
De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is en dat DPAR voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. DPAR heeft geen feiten en omstandigheden gesteld die aanleiding geven om af te wijken van het wettelijke tarief. De rechtbank zal dan ook een vergoeding toewijzen tot het wettelijke tarief.
Bewijsaanbod
4.42.
EKS heeft nog een bewijsaanbod gedaan. Het aanbod vermeldt niet welke feiten en omstandigheden kunnen worden bewezen bij het horen van de getuigen. De rechtbank concludeert dat gelet op de beoordeling er geen feiten of omstandigheden door EKS zijn gesteld, die indien bewezen, tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, zodat zij EKS niet toelaat tot bewijslevering.
Tot slot
4.43.
EKS zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van DPAR worden begroot op:
- dagvaarding € 103,33
- griffierecht 2.837,00
- salaris advocaat
1.532,00(2 punten × tarief € 766,00)
Totaal € 4.472,33
4.44.
Volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten, voor zover nakosten worden gemaakt. De rechtbank zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt EKS om aan DPAR te betalen de onderstaande bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de toegewezen bedragen telkens vanaf 22 dagen na de factuurdatum, tot op de dag dat de betreffende factuur volledig is voldaan:
factuurnummer
factuurdatum
toegewezen bedrag inclusief btw
19700002
22 augustus 2019
€ 1.438,10
19700004
6 oktober 2019
€ 1.227,55
19700006
3 november 2019
€ 3.697,16
19700007
6 december 2019
€ 3.404,94
19700009
12 december 2019
€ 232,71
19700010
31 december 2019
€ 1.357,77
20202002
26 februari 2020
€ 4.618,93
20202004
13 mei 2020
€ 2.349,97
5.2.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te vergoeden de buitengerechtelijke incassokosten tot het bedrag van € 984,59, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 4 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt EKS in de proceskosten, aan de zijde van DPAR tot op heden begroot op € 4.472,33, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wolfs en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 1680