Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
tijdigde naam en het volledige adres van de bestuurder bekendmaakt. De kantonrechter ziet aanleiding om hierbij in zoverre aansluiting te zoeken dat [gedaagde] ook in dit civiele geschil tijdig – en niet eerst bij dupliek – naam en adres van de gestelde bestuurder aan eiseres had dienen door te geven. Al was het maar om tijdig te kunnen nagaan of genoemde persoon het feit erkent. Hierbij is verder van belang dat [gedaagde] de stelling dat zij voorafgaand aan de dagvaarding op haar BRP-adres zowel een aansprakelijkstelling als een ingebrekestelling (van respectievelijk 1 oktober 2020 en 22 oktober 2020) heeft ontvangen, niet gemotiveerd heeft weersproken. Het enkele feit voorts dat [gedaagde] niet op de overgelegde foto’s staat pleit haar niet vrij. Dat kan een veelheid aan redenen hebben. Het voorgaande brengt mee dat de vordering zal worden toegewezen. [gedaagde] is aansprakelijk voor de schade van Shell Den Ruygenhoek, die SODA incasseert.