ECLI:NL:RBNHO:2023:58

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 januari 2023
Publicatiedatum
6 januari 2023
Zaaknummer
10224110
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonvordering in kort geding met betrekking tot arbeidsovereenkomst en ontslag

In deze zaak heeft eiseres, werkzaam als Head of Partnerships bij Le Bon Voyage, een loonvordering ingesteld in kort geding. Eiseres heeft Le Bon Voyage op 13 december 2022 gedagvaard, nadat zij over de maanden oktober en november 2022 geen loon had ontvangen. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 december 2022 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, bijgestaan door haar advocaten. Le Bon Voyage heeft betwist dat eiseres recht heeft op loon, stellende dat zij vanaf oktober 2022 geen werkzaamheden meer heeft verricht en op 19 december 2022 op staande voet is ontslagen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat eiseres haar werkzaamheden heeft voortgezet en dat het ontslag niet voldoende was onderbouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Le Bon Voyage verplicht is om het loon van eiseres uit te betalen, ook na de datum van het vermeende ontslag. De vordering van eiseres is toegewezen, inclusief de wettelijke verhoging, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn voor rekening van Le Bon Voyage, omdat zij ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10224110 \ KG EXPL 22-122 (rvk)
Uitspraakdatum: 6 januari 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. W.M. Zimmermann en mr. R.H. Buma, advocaten te Amsterdam
tegen
de besloten vennootschap
Le Bon Voyage B.V., h.o.d.n. House of Hideaways
gevestigd te Alkmaar
gedaagde
verder te noemen: Le Bon Voyage
procederend bij: [gemachtigde]

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft Le Bon Voyage op 13 december 2022 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 december 2022. [eiseres] is in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigden. Namens Le Bon Voyage is verschenen [gemachtigde] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben beide partijen bij brieven van 16, 20 en 21 december 2022 nog stukken toegezonden. [eiseres] heeft in de brief van 16 december 2022 tevens haar eis vermeerderd.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is op 23 mei 2022 in dienst getreden bij Le Bon Voyage op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, tot 23 mei 2023. De functie van [eiseres] is Head of Partnerships. Tot en met november 2022 bedroeg het salaris € 4.000,- bruto per maand en vanaf 1 december 2022 bedraagt het salaris € 4.500,- bruto per maand.
2.2.
[eiseres] heeft over de maand oktober 2022 geen loon ontvangen.
2.3.
Op 31 oktober 2022 heeft Le Bon Voyage in een bijeenkomst met de medewerkers medegedeeld dat Le Bon Voyage het financieel moeilijk heeft, vooral door het uitblijven van investeringen, en aan de medewerkers akkoord gevraagd met uitstel van de salarisbetalingen.
2.4.
Na deze bijeenkomst heeft Le Bon Voyage in een e-mail het volgende aan [eiseres] geschreven:
‘(…) Het is voor House of Hideaways van belang dat de continuïteit van het bedrijf gewaarborgd blijft. Dit houd in dat werkzaamheden gewoon doorlopen en je jouw taken zo goed mogelijk dient uit te voeren. Het is vooral belangrijk dat klanten (consumenten) en hotels (partners) niets of anders zo min mogelijk merken van de situatie waar het bedrijf momenteel zich in verkeerd, Ik hoop dat dit uiteraard een tijdelijke situatie is en dat deze snel is opgelost. Zoals gezegd ben ik echt hard bezig om te zoeken naar een oplossing en zal ik je op de hoogte houden van het e.e.a.
Gezien de situatie wil ik mij wel flexibel opstellen en stel ik het volgende voor:
  • Nieuwe acquisitie is mogelijk, maar alleen per email. Dus bijv. het versturen van een introductie mail.
  • (Geplande) online calls met hotels zou ik het liefst door willen laten gaan, maar je mag deze ook even een week opschuiven tot er meer duidelijk is
  • Per mail zaken opvolgen kan natuurlijk gewoon en vraag ik je gewoon te doen
  • Ook alle mails en vragen die er vanuit bestaande partners eventueel zijn, worden opgevolgd en netjes beantwoord.
  • Actieve acquisitie en najagen van hotels, mag je op een laag pitje zetten voor dit moment tot er meer duidelijk is
  • Als er andere taken zijn die je zou kunnen uitvoeren, dan ook heel graag. Mogelijk kunnen we daar samen nog even naar kijken. Bijvoorbeeld het uitwerken van de nieuwe algemene voorwaarden/contracten zou iets kunnen zijn? Of heb jij suggesties?
(…)’
2.5.
[eiseres] heeft Le Bon Voyage op 4 november 2022 per e-mail en per post aangemaand om het achterstallige loon over de maand oktober uit te betalen. Op 24 november 2022 heeft [eiseres] Le Bon Voyage opnieuw aangemaand.
2.6.
In een reactie van 30 november 2022 heeft Le Bon Voyage geschreven dat zij bezig is met een reddingsplan voor de onderneming en dat zij snel duidelijkheid over de loonbetalingen hoopt te verschaffen.
2.7.
Over de maand november 2022 is het loon niet betaald.
2.8.
In december 2022 heeft [eiseres] conservatoir beslag gelegd op bankrekeningen van Le Bon Voyage.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert, na vermeerdering van eis, dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Le Bon Voyage veroordeelt tot betaling van het achterstallige loon over de maanden oktober, november en december 2022, te weten het netto-equivalent van € 8.000,- bruto over de maanden oktober en november en het netto-equivalent van € 4.500,- bruto over de maand december 2022.
3.2.
[eiseres] vordert ook de wettelijke verhoging (van € 4.000,- bruto) over het loon en de wettelijke rente over het loon en de verhoging. Ook vordert [eiseres] een bedrag van € 895,- aan buitengerechtelijke incassokosten. Tot slot vordert [eiseres] vergoeding van de kosten van het gelegde beslag van € 446,32 en vergoeding van de proceskosten.
3.3.
Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Le Bon Voyage op grond van de arbeidsovereenkomst gehouden is het loon uit te betalen. Le Bon Voyage betaalt sinds oktober 2022 het loon echter niet meer uit. Het gegeven ontslag van 19 december 2022 is onrechtmatig en vormt geen reden de loonbetalingen te staken; los daarvan heeft een ontslag geen effect op de verplichting het loon tot de datum van het einde van het dienstverband te betalen.
3.4.
Omdat Le Bon Voyage in verzuim is met tijdige loonbetaling, is Le Bon Voyage ook de wettelijke verhoging over het loon verschuldigd, en de wettelijke rente over het loon en de verhoging. [eiseres] heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen omdat zij voor haar levensonderhoud afhankelijk is van de loonbetaling. [eiseres] heeft werkzaamheden verricht om Le Bon Voyage tot betaling te bewegen. [eiseres] heeft daarom recht op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten.
3.5.
Vanwege de vrees dat Le Bon Voyage in de toekomst onvoldoende verhaal zal bieden, heeft [eiseres] ter verzekering van het verhaal van de vordering beslag gelegd. Op grond van artikel 706 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) vordert [eiseres] betaling van de kosten van het beslag.

4.Het verweer

4.1.
Le Bon Voyage betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat het loon over de maanden oktober tot en met december 2022 niet is betaald, omdat [eiseres] geen recht heeft op loon, aangezien zij vanaf begin oktober 2022 geen werkzaamheden meer heeft verricht. [eiseres] is bovendien op 19 december 2022 op staande voet ontslagen. De vordering van [eiseres] is niet geschikt om te behandelen in een kort geding omdat het onduidelijk is of er werkzaamheden zijn verricht, aldus Le Bon Voyage.

5.De beoordeling

5.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiseres] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om een vordering tot betaling van loon en omdat niet is betwist dat [eiseres] voor haar levensonderhoud afhankelijk is van dat loon. Daarmee is de spoedeisendheid gegeven.
5.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3.
Beoordeeld moet worden of Le Bon Voyage het loon van [eiseres] over de maanden oktober, november en december 2022 moet uitbetalen. Daarbij geldt, op grond van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) als uitgangspunt dat Le Bon Voyage verplicht is om het naar tijdruimte vastgestelde loon te voldoen, ook indien [eiseres] de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij het geheel of gedeeltelijk niet verrichten van de overeengekomen arbeid in redelijkheid voor rekening van [eiseres] behoort te komen. Daarbij ligt het op de weg van Le Bon Voyage om te stellen en bij betwisting aannemelijk te maken, dat [eiseres] niet bereid was de bedongen arbeid te verrichten en dat het niet verrichten van arbeid in redelijkheid voor rekening van [eiseres] komt.
5.4.
[eiseres] heeft gemotiveerd betwist dat zij sinds begin oktober 2022 geen werkzaamheden meer zou hebben verricht. Zij heeft daartoe aangevoerd dat zij haar werkzaamheden onverminderd, voor zover dat kon gelet op de situatie, heeft voortgezet conform de instructies die zij van Le Bon Voyage heeft gekregen. [eiseres] heeft op de zitting aan de hand van uitdraaien uit het registratie-systeem CRM uitgelegd dat zij een portefeuille van ongeveer 200 hotels had waarmee zij in contact was en dat daarvan slechts een klein deel (ongeveer 10) ‘on hold’ stond. Le Bon Voyage heeft dat weliswaar betwist, maar zij heeft die betwisting verder niet met feiten en omstandigheden onderbouwd.
De kantonrechter gaat er daarom in het kader van dit kort geding vanuit dat [eiseres] haar werkzaamheden, voor zover dat mogelijk was en voor zover de instructies dat toelieten, is blijven verrichten. Le Bon Voyage heeft dan ook niet aannemelijk gemaakt dat [eiseres] niet bereid was om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten. Evenmin is aannemelijk geworden dat [eiseres] vanaf oktober 2022 geen werkzaamheden zou hebben verricht.
De vraag of het niet verrichten van werkzaamheden in redelijkheid voor rekening van [eiseres] zou moeten komen, hoeft daarom niet meer te worden beantwoord.
5.5.
De conclusie van het voorgaande is dat [eiseres] over de maanden oktober tot en met 19 december 2022 recht heeft op loon.
5.6.
Voor zover Le Bon Voyage aanvoert dat zij op 19 december 2022 [eiseres] op staande voet heeft ontslagen, heeft zij dit niet nader onderbouwd en heeft zij de brief waaruit een en ander zou volgen niet in het geding gebracht. De kantonrechter houdt het er in het kader van dit kort geding dan ook voor dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen onverminderd voortduurt. Ook het loon na 19 december 2022 is dus verschuldigd.
5.7.
Het voorgaande betekent dat de loonvordering zal worden toegewezen, evenals de gevorderde wettelijke verhoging, nu daartegen geen afzonderlijk verweer is gevoerd.
5.8.
Tegen de wettelijke rente is geen verweer gevoerd en deze zal eveneens worden toegewezen.
5.9.
De buitengerechtelijke incassokosten zijn eveneens toewijsbaar. [eiseres] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is bovendien in overeenstemming met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van Le Bon Voyage, omdat zij ongelijk krijgt. De wettelijke rente daarover is toewijsbaar vanaf de datum gelegen veertien dagen na betekening van dit vonnis. [eiseres] vordert daarnaast veroordeling van Le Bon Voyage in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak [1] levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten – die worden begroot op € 124,00 en, als betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, de explootkosten van betekening van het vonnis – een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De kantonrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden
5.11.
Le Bon Voyage heeft nog verzocht dat de kantonrechter bepaalt dat [eiseres] geen nieuwe beslagen mag leggen. De kantonrechter is niet bevoegd om dit te bepalen. Het verzoek kan in dit kort geding niet behandeld worden.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Le Bon Voyage tot betaling van:
  • het netto-equivalent van € 8.000,- bruto aan loon te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectievelijke data van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening;
  • het netto-equivalent van € 4.500,- bruto aan loon uiterlijk op 31 december 2022, te verhogen met de wettelijke verhoging indien tijdige betaling uitblijft, alsmede met de wettelijke rente over dit bedrag en de wettelijke verhoging vanaf de datum van verschuldigdheid tot aan de dag van algehele voldoening;
  • € 4.000,- aan wettelijke verhoging over het achterstallig loon te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectievelijke data van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening;
  • € 895,- aan buitengerechtelijke incassokosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
  • de beslagkosten van € 446,32 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
6.2.
veroordeelt Le Bon Voyage tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 103,33
griffierecht € 693,00
salaris gemachtigde € 498,00
te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de gehele betaling;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.