ECLI:NL:RBNHO:2023:5738

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 mei 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
10469981 \ VV EXPL 23-46
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning wegens ontoelaatbaar gedrag van huurder

In deze zaak heeft de stichting Woonopmaat een kort geding aangespannen tegen de bewindvoerder van gedaagde sub 2, die zich op grote schaal ontoelaatbaar heeft gedragen tegenover medewerkers van Woonopmaat. De huurder, gedaagde sub 2, heeft zich schuldig gemaakt aan bedreigingen en intimidatie, wat heeft geleid tot een vordering tot ontruiming van de huurwoning. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 mei 2023, waarbij gedaagde sub 2 niet verschenen was, waardoor verstek werd verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de veiligheid van de medewerkers van Woonopmaat in het gedrang is gekomen door het gedrag van gedaagde sub 2, die onder andere via e-mail beledigende en bedreigende taal heeft gebruikt.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot ontruiming gerechtvaardigd is, gezien de ernst van de gedragingen van gedaagde sub 2 en het feit dat deze zich niet als een goed huurder heeft gedragen. De rechter heeft de ontruiming toegewezen, met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is gedaagde sub 2 geboden zich te onthouden van dreigende taal en kwetsende uitlatingen, onder verbeurte van een dwangsom. De proceskosten zijn voor rekening van de bewindvoerder, die in deze zaak als vertegenwoordiger van gedaagde sub 2 optreedt.

De kantonrechter heeft benadrukt dat de vordering tot ontruiming een zeer ingrijpende maatregel is en dat er grote terughoudendheid moet worden betracht. Echter, gezien de omstandigheden en het gevaar van escalatie, was de beslissing om de ontruiming toe te wijzen gerechtvaardigd. De rechter heeft ook de belangen van de omwonenden en de medewerkers van Woonopmaat in overweging genomen, en geconcludeerd dat het woonbelang van gedaagde sub 2 niet opweegt tegen de noodzaak om een veilige werkomgeving te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10469981 \ VV EXPL 23-46
Uitspraakdatum: 31 mei 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de stichting
Stichting Woonopmaat
gevestigd te Heemskerk
eiseres
hierna te noemen: Woonopmaat
gemachtigde: mr. G.P. Poiesz
tegen
1. [bewindvoerder], handelend onder de naam
[handelsnaam], in hoedanigheid van bewindvoerder van
[gedaagde sub 2]
gevestigd te [plaats]
gedaagde sub 1
hierna te noemen: [bewindvoerder]
ofde bewindvoerder
gemachtigde: mr. J.W.J. Hijnen
en

2 [gedaagde sub 2] te [woonplaats]

gedaagde sub 2
hierna te noemen: [gedaagde sub 2]
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
Woonopmaat heeft de bewindvoerder en [gedaagde sub 2] op 9 mei 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 mei 2023. [gedaagde sub 2] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. Tegen [gedaagde sub 2] is daarom verstek verleend. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat de verschenen partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Woonopmaat heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft Woonopmaat bij brief van 16 mei 2023 nog een stuk toegezonden.
1.3.
Juridisch Kantoor [naam] heeft op 12 mei 2023 namens [gedaagde sub 2] een schriftelijk verweer ingediend. Aangezien [gedaagde sub 2] noch de gemachtigde op de mondelinge behandeling is verschenen wordt op dit stuk overeenkomstig artikel 6.1. van het
Landelijk procesreglement kort gedingen rechtbanken, kanton 2022geen acht geslagen.

2.Feiten

2.1.
Op 8 mei 2003 is bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van [gedaagde sub 2] wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand. Per beschikking van 6 november 2020 heeft de kantonrechter in deze rechtbank [bewindvoerder] benoemd als (opvolgend) bewindvoerder.
2.2.
Op 8 april 2022 is tussen Woonopmaat en [gedaagde sub 2] een huurovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot een woning gelegen aan [adres] in [woonplaats] . Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Huurvoorwaarden februari 2022 (hierna: de Huurvoorwaarden) van toepassing.
2.3.
In artikel 6.8 van de Huurvoorwaarden staat:
(…)
Tevens dient huurder zich als een goed huurder te gedragen richting medewerkers van verhuurder en/of door verhuurder ingehuurde derden. Fysiek of verbaal geweld, agressiviteit, dan wel ander wangedrag leidt tot passende (juridische) maatregelen jegens huurder, die kunnen leiden tot beëindiging van de huurovereenkomst.
2.4.
Op 25 mei 2022 heeft Woonopmaat een melding van de bovenburen van [gedaagde sub 2] ontvangen dat [gedaagde sub 2] een grote antenne heeft geplaatst waardoor het uitzicht van de bovenburen wordt belemmerd. De antenne is volgens de buren dusdanig groot en hoog dat deze bij wind kleppert en geluidsoverlast veroorzaakt.
2.5.
Bij brief van 8 september 2022 heeft (de advocaat van) Woonopmaat aan [gedaagde sub 2] verzocht te verklaren dat hij uiterlijk 1 oktober 2022 de antenne zal verwijderen. [gedaagde sub 2] heeft dit niet gedaan. Ook heeft [gedaagde sub 2] geweigerd de antenne te vervangen door een kleiner exemplaar.
2.6.
Op 1 november 2022 heeft Woonopmaat (de bewindvoerder van) [gedaagde sub 2] gedagvaard voor de kantonrechter in deze rechtbank (zaaknummer 10180005 CV / EXPL 22-6503, hierna ook: de bodemprocedure). Aanvankelijk vorderde Woonopmaat in die procedure alleen verwijdering van de antenne. Omdat [gedaagde sub 2] volgens Woonopmaat zich dreigend heeft uitgelaten tegenover medewerkers van Woonopmaat en omwonenden, heeft Woonopmaat nadien haar eis gewijzigd. Zij vordert in de bodemprocedure nu primair ontbinding van de huurovereenkomst omdat [gedaagde sub 2] zich niet als een goed huurder gedraagt. De mondelinge behandeling van de zaak staat gepland op 13 juli 2023.

3.De vordering

3.1.
Woonopmaat vordert (kort weergegeven) dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening:
- de bewindvoerder veroordeelt het gehuurde te ontruimen;
- de bewindvoerder veroordeelt de ontruimingskosten te betalen indien niet vrijwillig tot ontruiming is overgegaan;
- [gedaagde sub 2] gebiedt zich te onthouden van dreigende taal en grievende en kwetsende uitlatingen, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.250,00 per keer dat hij niet aan dat gebod voldoet.
3.2.
Woonopmaat legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde sub 2] zich niet als een goed huurder gedraagt door tegenover medewerkers van Woonopmaat en omwonenden dreigende taal te uiten. Volgens Woonopmaat wordt zij dagelijks bestookt met e-mails waarin haar medewerkers worden bedreigd, geïntimideerd en uitgescholden. Voor Woonopmaat zijn de aard van de bedreigingen, de intentie en de hevigheid van de bedreigingen alsook de herhaling onaanvaardbaar. Bovendien plaatst [gedaagde sub 2] diverse berichten op zijn persoonlijke openbare Facebookpagina waarin hij complottheorieën over Woonopmaat deelt. Hij zegt daarin onder meer dat Woonopmaat corrupt zou zijn en gebruik zou maken van valse contracten.
3.3.
Woonopmaat vindt dat [gedaagde sub 2] door zo te handelen zodanig tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst dat ontruiming van de woning gerechtvaardigd is. Woonopmaat wijst in dit verband ook op artikel 6.8 van de Huurvoorwaarden.

4.Het verweer

4.1.
De bewindvoerder betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de gedragingen van [gedaagde sub 2] moeten worden beschouwd tegen de achtergrond dat [gedaagde sub 2] lijdt aan PTSS (Posttraumatische stressstoornis). Elke actie van Woonopmaat wekt bij [gedaagde sub 2] een stevige tegenreactie op. Vooral omdat [gedaagde sub 2] niet wil dat hem zijn antenne wordt afgenomen, die voor hem het enige contact met de buitenwereld is. Van werkelijke bedreigingen is geen sprake. Het gaat meer om waarschuwingen, gebaseerd op het wereldbeeld van [gedaagde sub 2] . Daarnaast komt [gedaagde sub 2] al sinds 2016 niet meer buiten, zodat de vrees dat hij werkelijk een gevaar voor medewerkers van Woonopmaat vormt ongegrond is. Volgens de bewindvoerder kan ontruiming juist tot een heftigere reactie van [gedaagde sub 2] leiden, wat juist niet in het belang is van de omwonenden en de medewerkers van Woonopmaat. De bewindvoerder vindt dan ook dat het de voorkeur verdient om de bodemprocedure af te wachten. Dat Woonopmaat een spoedeisend belang bij haar vordering heeft, is ook onvoldoende gebleken. Subsidiair verzoekt de bewindvoerder om veel langere ontruimingstermijn, aangezien het voor [gedaagde sub 2] niet mogelijk is om binnen zeven of veertien dagen een andere woning te vinden.

5.De beoordeling

Vonnis op tegenspraak
5.1.
Tegen [gedaagde sub 2] is verstek verleend. Omdat de bewindvoerder wel in het geding is verschenen, zal op grond van artikel 140 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tussen partijen één vonnis worden gewezen, dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd.
Spoedeisend belang
5.2.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Woonopmaat daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu volgens Woonopmaat de veiligheid van omwonenden en haar medewerkers zodanig ernstig in het gedrang is gekomen dat zij de uitkomst van een bodemprocedure niet kan afwachten.
De formele procespartij
5.3.
De kantonrechter stelt voorop dat een vordering die een gedaagde betreft wiens goederen onder bewind zijn gesteld, moet worden ingesteld tegen de bewindvoerder ter zake van kwesties die de onder het bewind gestelde goederen betreffen (artikel 1:441 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW)). De Hoge Raad heeft op 7 maart 2014 (ECLI:NL:HR:2014:525) geoordeeld dat de uit de huurovereenkomst voortvloeiende rechten goederen zijn in de hiervoor bedoelde zin. Ter zake de vordering tot ontruiming van het gehuurde heeft Woonopmaat terecht de bewindvoerder gedagvaard omdat een vordering tot ontruiming van het gehuurde gevolgen kan hebben voor de rechten die uit de huurovereenkomst voortvloeien.
Kan de ontruiming worden toegewezen?
5.4.
De kantonrechter stelt voorop dat bij de beoordeling of de gevorderde ontruiming in kort geding kan worden toegewezen grote terughoudendheid moet worden betracht. Een ontruiming is immers een zeer ingrijpende maatregel die in de praktijk vaak een definitief karakter heeft. Daarbij komt dat in een kortgedingprocedure geen plaats is voor een diepgaand onderzoek naar de feiten. Voor toewijzing van een dergelijke vordering zal dan ook slechts plaats zijn indien in hoge mate waarschijnlijk is dat de rechter in een (eventuele) bodemprocedure tot toewijzing van die vordering zal komen.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat aan de hiervoor genoemde voorwaarde is voldaan. Woonopmaat heeft meer dan voldoende aannemelijk gemaakt dat [gedaagde sub 2] zich op grote schaal ontoelaatbaar heeft gedragen tegenover medewerkers van Woonopmaat. Uit de door Woonopmaat overgelegde e-mailcorrespondentie volgt dat [gedaagde sub 2] medewerkers van Woonopmaat beledigt en bedreigt, waarbij namen van medewerkers worden genoemd en de toon van de berichten steeds heftiger wordt. Zo stuurt [gedaagde sub 2] op 20 februari 2023 een e-mail naar Woonopmaat waarin hij medewerkers uitmaakt voor NSB’ers, hen diverse ziektes toewenst en dreigt dat bij hen mogelijk de ramen eruit zullen gaan:
Vieze corrupte teringlijers…Die [voornaam 1] is helemaal een nsb-er, en ik zal die D666 nsb-er EN [voornaam 2] hoofdelijk aansprakelijk stellen met waar jullie nu mee bezig zijn !!!!Plus nog een paar namen, maar die komen ook aan de beurt.De kk kunnen jullie krijgen, en de tyfes en de Cholera erbij !!En als bij mij de PTSS echt erger word door jullie, ben ik bang dat de ramen bij jullie er uit zullen gaan !Dat hebben jullie bijna bereikt !Gevoelloze en hersenloze Nazi’s !
Dat van een eenmalige woede-uitbarsting geen sprake is, blijkt onder meer uit de e-mail van 3 maart 2023. Daarin schrijft [gedaagde sub 2] onder meer:
Ik ga eieren bewaren die ik laat rotten, die kan je verwachten deze maand op alle ramen van je kantoor…En in een e-mail van 16 maart 2023 met de titel:
Wie het laatst lacht…en de aanhef:
Goeiemorgen corrupte idioten…schrijft [gedaagde sub 2] onder meer:
Ga het weekend maar heel goed nadenken wat jullie te wachten staat, jullie zullen mij nog heel lang in gedachten houden ! Geloof mij !Ook nadien blijft [gedaagde sub 2] diverse mails sturen waarin soortgelijke termen vallen en op 26 april 2023 stuurt [gedaagde sub 2] aan een bestuurder van Woonopmaat een e-mail met de tekst:
Vieze tyfes mongool…Jij wilt mijn PTSS erger krijgen he ?Dat lukt je aardig en je hebt mazzel dat ik je nog niet heb komen opzoeken…Kankergezwellen zoals jij moeten snel geruimd worden….Hoop dat het gaat helpen om mensen wakker te krijgen en ze gaan zien wat voor mongolen jullie zijn.Ik lust je rauw achterlijke idioot…Probeer maar eens in mijn ambassade te komen met dat dreigen, dwang en dan ook nog eens stelen !Probeer het maar, dan weet ik jouw woonadres ook te vinden !!!Vergeet niet dat je op persoonlijke titel dit alles doet he.Maar dat snap je niet omdat je geen hersenen hebt..!Achterlijke tyfes nsb-er ! !Jij hebt mij zover gekregen jongen, en ik maak deze strijd af !!!!!!!!!!!!!!!!!!.
5.6.
Dit wangedrag hoeft een verhuurder, die ook verantwoordelijk is voor de veiligheid van haar medewerkers, niet van een huurder te dulden. Woonopmaat heeft in haar Huurvoorwaarden niet voor niets opgenomen dat fysiek of verbaal geweld, agressiviteit, dan wel ander wangedrag leidt tot passende (juridische) maatregelen jegens huurder, die kunnen leiden tot beëindiging van de huurovereenkomst. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de gedragingen van [gedaagde sub 2] een zodanige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst op dat van Woonopmaat niet kan worden gevergd dat zij de huurovereenkomst met [gedaagde sub 2] voortzet. Het is dan ook in hoge mate waarschijnlijk dat de rechter in de bodemprocedure zal oordelen dat (ontbinding van de huurovereenkomst en de) ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt is.
5.7.
Ook een belangenafweging valt in het nadeel van [gedaagde sub 2] uit. Niet is gebleken dat [gedaagde sub 2] het ontoelaatbare van zijn gedrag inziet en bereid is om op een normale manier met (medewerkers van) Woonopmaat het gesprek aan te gaan. De kantonrechter begrijpt daarom de zorg van Woonopmaat dat zolang [gedaagde sub 2] in de woning verblijft het gevaar bestaat dat [gedaagde sub 2] het op enig moment niet bij schriftelijke bedreigingen laat. Dat behalve medewerkers ook omwonenden zich onveilig voelen blijkt uit een e-mail van 26 augustus 2022 van de zoon van de buren waarin staat dat zij meerdere malen per post dreigementen van [gedaagde sub 2] hebben ontvangen op hun verzoek om de antenne te verkorten of te verwijderen. Gelet op dit alles vindt de kantonrechter dat het woonbelang van [gedaagde sub 2] niet opweegt tegen het belang van Woonopmaat bij de zorg voor een veilig werkklimaat voor haar medewerkers en bij het verschaffen van ongestoord woongenot aan omwonenden. Dat [gedaagde sub 2] mogelijk handelt onder invloed van een psychische aandoening maakt dit niet anders, omdat dit aan de ernst van de gedragingen en het gevaar van escalatie niets afdoet.
5.8.
De kantonrechter zal de vordering van Woonopmaat daarom toewijzen, met dien verstande dat de termijn voor ontruiming wordt gesteld op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
Ontruimingskosten
5.9.
De gevorderde ontruimingskosten worden afgewezen omdat de met de ontruiming gemoeide kosten slechts toewijsbaar zijn als zij in redelijkheid zijn gemaakt, hetgeen niet op voorhand kan worden beoordeeld.
Het gebod zich te onthouden van dreigende taal
5.10.
Woonopmaat heeft gevorderd dat de kantonrechter [gedaagde sub 2] gebiedt om zich te onthouden van dreigende taal en grievende en kwetsende uitlatingen. Woonopmaat is in deze vordering tegen [gedaagde sub 2] ontvankelijk aangezien het gebod geen onder bewind gestelde goederen betreft. Nu deze vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen. De kantonrechter ziet wel aanleiding om de dwangsom te matigen en te maximeren als hierna te melden.
Proceskosten
5.11.
De proceskosten komen voor rekening van [bewindvoerder] in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde sub 2] , omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [bewindvoerder] ook veroordeeld tot betaling van de nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Woonopmaat worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [bewindvoerder] in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde sub 2] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan [adres] [woonplaats] met al hetgeen aan [gedaagde sub 2] toebehoort te (laten) ontruimen en te verlaten en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking te stellen aan Woonopmaat;
6.2.
gebiedt [gedaagde sub 2] om zich terstond na betekening van dit vonnis te onthouden van dreigende taal en grievende en kwetsende uitlatingen via wat voor media dan ook (waaronder maar niet beperkt tot media zoals Facebook, Snapchat, Instagram, WhatsApp, e-mail, etc.) aan het adres van medewerkers van Woonopmaat, de door haar ingeschakelde derden en direct omwonenden, een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 125,00 voor elke keer dat [gedaagde sub 2] niet stipt en volledig aan dit gebod voldoet, met een maximum van € 5.000,00;
6.3.
veroordeelt [bewindvoerder] in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde sub 2] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Woonopmaat tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 106,73
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 529,00
nakosten € 132,00 , voor zover daadwerkelijk nakosten worden gemaakt;
6.4.
veroordeelt [bewindvoerder] in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde sub 2] tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter