Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De zaak betreft een verkeersboete voor het rijden met een bromfiets die de maximum constructiesnelheid met 10 tot 15 km/h overschrijdt. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 5 april 2023 was de gemachtigde van betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie bevestigde dat de hoorplicht was geschonden. De kantonrechter oordeelde dat deze schending aanleiding gaf tot compensatie voor betrokkene en matigde de boete met 25 procent. De kantonrechter concludeerde dat de gedraging van betrokkene was komen vast te staan, maar dat de schending van de hoorplicht de beslissing van de officier van justitie vernietigde. Betrokkene had ook aangevoerd dat zijn identiteit niet adequaat was vastgesteld, maar de kantonrechter oordeelde dat de ambtenaar voldoende bewijs had geleverd dat betrokkene de bestuurder was. De financiële omstandigheden van betrokkene werden niet als voldoende onderbouwd beschouwd om tot een verdere matiging van de boete te komen. De kantonrechter heeft de boete uiteindelijk vastgesteld op € 105,00 en de proceskosten vastgesteld op € 418,50, die door de officier van justitie aan betrokkene moeten worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en biedt de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken.