ECLI:NL:RBNHO:2023:5309
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Borgstelling en zorgplicht in civiel recht: dwaling en onrechtmatig handelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de coöperatie COÖPERATIEVE RABOBANK U.A. en een gedaagde, die als borg was opgetreden voor een lening aan een holding. De centrale vraag was of de borgstelling onder invloed van dwaling tot stand was gekomen en of de Rabobank haar zorgplicht had geschonden. De rechtbank oordeelde dat de borg niet had gedwaald en dat de Rabobank haar zorgplicht niet had geschonden. De gedaagde was als ondernemer goed op de hoogte van de financiële situatie van de holding en de risico's van de borgstelling. De rechtbank veroordeelde de gedaagde tot betaling van € 250.000,- aan de Rabobank, vermeerderd met wettelijke rente. De vorderingen van de gedaagde in reconventie, waaronder de vernietiging van de borgtochtovereenkomst, werden afgewezen. De rechtbank stelde vast dat de gedaagde niet had aangetoond dat de Rabobank onrechtmatig had gehandeld of haar zorgplicht had geschonden. De proceskosten werden eveneens aan de gedaagde opgelegd.