In deze zaak heeft een aandeelhouder, vertegenwoordigd door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres], een medeaandeelhouder, de besloten vennootschap CAKEWALK B.V. (hierna: Cakewalk), aangeklaagd op grond van onrechtmatige daad. De eiseres stelt dat haar aandelen in de indirecte dochtervennootschap Colorful Licenses Holding B.V. (CLH) minder waard zijn geworden doordat Cakewalk onrechtmatig heeft gehandeld door de onderneming van CLH leeg te halen en over te hevelen naar een andere vennootschap, Meca Brands B.V. (Meca). De rechtbank heeft op 26 april 2023 uitspraak gedaan en de vorderingen van de eiseres afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van onrechtmatig handelen door Cakewalk, omdat de eiseres niet voldeed aan de vereisten om afgeleide schade te kunnen vorderen. De rechtbank benadrukte dat alleen de vennootschap zelf schadevergoeding kan vorderen, tenzij er sprake is van specifiek onzorgvuldig handelen tegenover de aandeelhouder. De rechtbank concludeerde dat de eiseres onvoldoende bewijs had geleverd dat Cakewalk onrechtmatig had gehandeld en dat de schade niet was veroorzaakt door het handelen van Cakewalk. De eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van Cakewalk, die zijn vastgesteld op € 12.563,-, te vermeerderen met wettelijke rente.