Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
2.De feiten in het incident
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
5 juli 2023, niet in persoon, maar vertegenwoordigd door een advocaat, in deze procedure te verschijnen,
Rechtbank Noord-Holland
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, wordt een incident behandeld in een civiele procedure betreffende de nalatenschap van de heer [erflater]. De eiseres, [eiseres], heeft verzocht om haar twee broers, [broer 1] en [broer 2], te betrekken in de procedure op basis van artikel 118 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De gedaagde, [gedaagde], in haar hoedanigheid als enig erfgenaam en executeur van de nalatenschap, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank oordeelt dat de deelname van de broers noodzakelijk is voor de beoordeling van de vorderingen van de eiseres, die onder andere betrekking hebben op het verkrijgen van informatie over de omvang van de nalatenschap en de hoogte van de legaten. De rechtbank wijst de incidentele vordering van de eiseres toe en biedt haar de gelegenheid om de broers op te roepen. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De behandeling van de hoofdzaak wordt aangehouden in afwachting van de oproeping van de broers.