Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
6.De beslissing
dagvaarding € 107,22
griffierecht € 244,00
salaris gemachtigde € 398,00 ;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiser, een advocaat, een vordering ingesteld tegen gedaagde voor betaling van een declaratie van € 1.684,68, die voortvloeit uit een overeenkomst van opdracht. Eiser heeft gedaagde bijgestaan in een juridische procedure tegen diens ex-partner en heeft hiervoor een honorarium in rekening gebracht. Gedaagde heeft de vordering betwist en een tegenvordering ingediend, waarin hij eist dat eiser de uitspraak van de procedure overlegt. De kantonrechter heeft op 7 juni 2023 uitspraak gedaan. Eiser heeft gesteld dat gedaagde in verzuim is met de betaling van de declaratie, terwijl gedaagde aanvoert dat hij niet had verwacht een dergelijke hoge declaratie te ontvangen en dat hij door het niet toezenden van de uitspraak door eiser inkomsten heeft misgelopen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechtsverhouding tussen partijen een overeenkomst van opdracht betreft, waarbij eiser een inspanningsverplichting heeft. Gedaagde heeft onvoldoende onderbouwd dat eiser tekort is geschoten in zijn verplichtingen. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen en de tegenvordering van gedaagde afgewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.