Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verdere verloop van de procedure
- de beschikking van 17 november 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken
- het deskundigenrapport en de eindnota van de deskundige van 26 april 2023
- de brief van de griffier aan partijen van 3 mei 2023
- de brief van de advocaat van Woonopmaat van 16 mei 2023
- het e-mailbericht van de advocaat van [verzoeker] van 17 mei 2023.
2.De verdere beoordeling
voorschotwordt opgelegd. De griffier betaalt in dat geval het voorschot uit ’s Rijks kas en het uitbetaalde bedrag wordt
hangende het geding voorlopigin debet gesteld. Artikel 205 lid 2 Rv bepaalt dat de rechter in zo’n geval na afronding van het deskundigenrapport alsnog vaststelt wie van partijen welk deel van de kosten van de deskundige moet dragen en veroordeelt die partij tot betaling daarvan aan de griffier. Het is dus niet zo dat als een partij met een toevoeging procedeert de door die partij te dragen kosten na afloop van de procedure voor rekening van de Staat komen. [verzoeker] dient de kosten die voor zijn rekening komen dus aan de griffier (terug) te betalen. Hetzelfde geldt overigens voor Woonopmaat. Partijen zullen op grond van artikel 205 lid 2 Rv dan ook worden veroordeeld om de in 2.7 genoemde bedragen aan de griffier te betalen.
3.De beslissing
31 mei 2023. [1]