Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring. De betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene het beroep bij de kantonrechter ingediend. Tijdens de zitting op 31 maart 2023 was de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig, terwijl de vertegenwoordiger van de officier van justitie wel aanwezig was en het standpunt handhaafde.
De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld en geoordeeld dat de opgelegde boete terecht was. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat er een onjuiste feitcode was gehanteerd en dat de boete niet kon worden opgelegd voor de algemene feitcode, maar alleen voor een specifieke feitcode. De kantonrechter verwierp dit verweer, verwijzend naar eerdere jurisprudentie die bevestigde dat een boete voor de algemene feitcode in dit geval wel kon worden opgelegd.
Daarnaast heeft de gemachtigde verzocht om matiging van de boete, omdat de betrokkene meerdere boetes had ontvangen voor dezelfde overtreding. De kantonrechter oordeelde echter dat er geen reden was voor matiging, aangezien de betrokkene onvoldoende had onderbouwd dat er meerdere boetes waren opgelegd en er geen andere omstandigheden waren die matiging rechtvaardigden. De kantonrechter concludeerde dat de voorwaarden van de beleidsregels waren voldaan en verklaarde het beroep ongegrond, zonder proceskosten toe te kennen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter.