ECLI:NL:RBNHO:2023:4784
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst en toekenning van vergoedingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 april 2023 uitspraak gedaan over de rechtsgeldigheid van de opzegging van een arbeidsovereenkomst. De verzoeker, een vertegenwoordiger, had een verzoek ingediend om te verklaren dat de opzegging door de werkgever onregelmatig was. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig had opgezegd, omdat er geen dringende reden of redelijke grond was voor de opzegging en de opzegtermijn niet in acht was genomen. De kantonrechter wees het verzoek van de werknemer toe en oordeelde dat de werkgever een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding moest betalen.
De feiten van de zaak tonen aan dat er tussen de werknemer en de werkgever misverstanden waren ontstaan, wat leidde tot een conflict. De werkgever had op 28 november 2022 de arbeidsovereenkomst eenzijdig opgezegd, maar de kantonrechter concludeerde dat deze opzegging niet rechtsgeldig was. De kantonrechter stelde vast dat de werkgever de werknemer niet had geïnformeerd over de gevolgen van de opzegging en dat er geen bewijs was dat de werknemer daadwerkelijk had opgezegd.
De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding van € 19.872,- bruto en een transitievergoeding van € 1.656,- bruto, met wettelijke rente. De proceskosten werden ook aan de werkgever opgelegd, omdat de opzegging onregelmatig was. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek voor het overige werd afgewezen.