ECLI:NL:RBNHO:2023:4366

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
328924
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de geldigheid van opzegging van een dienstenovereenkomst en schadevergoeding na conservatoir beslag

In deze zaak hebben de partijen, Lambertusgroep B.V. en Stichting Pluzorg, een dienstenovereenkomst gesloten. De rechtbank heeft geoordeeld dat Pluzorg de overeenkomst geldig heeft opgezegd, maar dat zij daarbij een opzegtermijn van twee maanden had moeten in acht nemen. De vordering van Lambertusgroep tot schadevergoeding is afgewezen, omdat er geen schade is aangetoond. Pluzorg had geen verplichting om cliënten te plaatsen en mocht deze van de gemeente niet plaatsen. De tegenvordering van Pluzorg tot schadevergoeding wegens onrechtmatig gelegde conservatoire beslag is toegewezen, terwijl de vordering tot contractuele boete van Pluzorg is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Lambertusgroep geen interne informatie van Pluzorg aan cliënten heeft verspreid. De procedure omvatte een mondelinge behandeling en verschillende producties, waaronder brieven en rapporten. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van Pluzorg toegewezen, aangezien Lambertusgroep in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 26 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/328924 / HA ZA 22-360
Vonnis van 26 april 2023
in de zaak van
LAMBERTUSGROEP B.V.,
te Grootschermer,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Lambertusgroep,
advocaat: mr. J.B. Maliepaard te Rotterdam,
tegen
de stichting
STICHTING PLUZORG,
te Waarland,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Pluzorg,
advocaat: mr. A.C.J. Hanrath te Alkmaar.
De zaak in het kort
Partijen hebben een dienstenovereenkomst gesloten. De rechtbank is van oordeel dat Pluzorg de dienstenovereenkomst geldig heeft opgezegd maar dat zij een opzegtermijn van twee maanden in acht had moeten nemen. De rechtbank wijst de vordering af omdat er geen schade aan de kant van Lambertusgroep is. Pluzorg had namelijk geen verplichting om cliënten te plaatsen en mocht deze van de gemeente ook niet plaatsen. De tegenvordering van Pluzorg tot schadevergoeding wegens het onrechtmatig gelegde conservatoire beslag wordt toegewezen. De tegenvordering van Pluzorg om Lambertusgroep te veroordelen tot een contractuele boete wordt afgewezen. Lambertusgroep heeft geen interne informatie van Pluzorg aan cliënten verspreid.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties
- het tussenvonnis van 21 december 2022
- de brief van 13 februari 2023 met productie 17 van Pluzorg;
- de brief van 3 maart 2023 met producties 9 tot en met 12 van Lambertusgroep;
- het bericht van 10 maart 2023 met producties 18 en 19 en akte wijziging eis van Pluzorg.
1.2.
Op 15 maart 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden waar [bestuurder 1] (bestuurder) en [werknemer Lambertusgroep] namens Lambertusgroep, mr. Malipaard voornoemd, [bestuursadviseur financiën ] (bestuursadviseur financiën), [coördinator] (coördinator) en [bestuurder 2] (bestuurder) namens Pluzorg en mr. Hanrath voornoemd zijn verschenen. De advocaten hebben gebruik gemaakt van spreekaantekeningen en deze overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Lambertusgroep exploiteert de zorgboerderij “De Lambertushoeve”, waar zij dagbestedingen en overnachtingen voor jeugd en dementerende ouderen faciliteert.
2.2.
Pluzorg is een fusie van de stichtingen PROV Jeugd en Gezin, Het Zorgerf en Heemz.org en ondersteunt bij haar aangesloten zorgbedrijven. Pluzorg verzorgt de contractuele en financiële afhandeling tussen zorgaanbieder en de gemeente, waarvoor Pluzorg een percentage ontvangt van hetgeen de gemeente betaald voor de geleverde zorg.
2.3.
Op 15 mei 2019 is er tussen Heemz.org (thans Pluzorg) en Lambertusgroep een dienstenovereenkomst tot stand gekomen.
2.4.
In de dienstenovereenkomst is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“(…)
D. Overige bepalingen
(…)
Zaken die intern binnen de Stichting worden verspreid (zoals de informatie in het gezamenlijk administratiesysteem), mogen door het aangesloten zorgbedrijf niet naar buiten/extern verspreid worden op straffe van een direct opeisbare boete van € 5.000,- per overtreding, welke boete per dag met € 5.000,- wordt verhoogd voor de duur dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 50.000,-.
Opzegging door een aangesloten zorgbedrijf kan met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden, waarbij de Stichting zich zal inspannen voor het herplaatsen van cliënten.
Bij het niet nakomen van bovenstaande voorwaarden kan het bestuur besluiten deze overeenkomst op te zeggen met een opzegtermijn van twee maanden.
(…)”
2.5.
Op 4 maart 2021 heeft Pluzorg via de gemeente Heerhugowaard een klacht over Lambertushoeve ontvangen. Vervolgens hebben Lambertusgroep en Pluzorg hierover een gesprek gehad en heeft Pluzorg haar meegedeeld dat Lambertusgroep voor onbepaalde tijd wordt geschorst als aangesloten zorgbedrijf.
2.6.
Lambertusgroep heeft Pluzorg bij brief van 10 maart 2021 gesommeerd de schorsing op te heffen en de cliënten terug te plaatsen. Daarnaast heeft Lambertusgroep een brief aan de ouders van de cliënten gestuurd. In reactie hierop heeft Pluzorg bij brief van 12 maart 2021 aan Lambertusgroep medegedeeld geen mogelijkheden te zien om de schorsing op te heffen. Er moet eerst een onderzoek worden gestart. Pluzorg wijst Lambertusgroep er op dat het versturen van een brief aan de ouders van cliënten in strijd is met de integriteitscode. Pluzorg verzoekt Lambertusgroep mee te werken aan het te starten onderzoek en tot die tijd geen cliënten te ontvangen.
2.7.
Lambertusgroep heeft bij brief van 23 maart 2021 aan de ouders medegedeeld dat de kinderen weer langs mogen komen
“maar zolang er geen onderzoeksresultaten zijn, niet onder de vlag van Heemz.org. We doen dat in eigen beheer”.
2.8.
Bij e-mail van 1 april 2021 heeft Pluzorg de dienstenovereenkomst met Lambertusgroep per direct opgezegd.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Lambertusgroep vordert, samengevat, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Pluzorg veroordeelt tot betaling aan Lambertusgroep van primair € 75.000,- , althans subsidiair € 37.500,-, indien naar het oordeel van de rechtbank slechts een opzegtermijn van twee maanden in acht had moeten worden genomen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 april 2021, althans vanaf 1 augustus 2021 en de buitengerechtelijke incassokosten,
II. Pluzorg veroordeelt in de proceskosten en de wettelijke rente daarover.
3.2.
Lambertusgroep legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Volgens Lambertusgroep was er geen sprake van een overtreding van de contractuele voorwaarden uit de dienstenovereenkomst en was Pluzorg daarom niet gerechtigd om de dienstenovereenkomst op te zeggen. Voor zover er wel een overtreding zou zijn geweest dan had Pluzorg een opzegtermijn van twee maanden in acht moeten nemen. Dat heeft Pluzorg niet gedaan.
3.3.
Pluzorg voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Pluzorg vordert, na eiswijziging, samengevat, dat de rechtbank bij vonnis, voor zo ver mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat de dienstovereenkomst tussen Pluzorg en Lambertusgroep is ontbonden, althans die dienstovereenkomst gerechtelijk te ontbinden en te verklaren voor recht dat Pluzorg dientengevolge geen bedrag aan Lambertusgroep verschuldigd is,
II. voor recht verklaart dat Lambertusgroep onrechtmatig jegens Pluzorg heeft gehandeld door op 11 mei 2022 conservatoir beslag te leggen op alle voor haar zodanig vatbare gelden, vorderingen, waardepapieren en/of roerende zaken,
III. Lambertusgroep veroordeelt tot betaling aan Pluzorg van € 1.064,07, te vermeerderen met de rentebetalingen na 16 februari 2023 tot de dag van opheffing van de bankgarantie,
IV. Lambertusgroep veroordeelt tot betaling van de verbeurde contractuele boete van
€ 55.000,-,
V. Lambertusgroep veroordeelt in de proceskosten.
3.6.
Pluzorg legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Lambertusgroep is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de dienstenovereenkomst. Zij heeft geen goede zorg geleverd en bleek geen vergunning te hebben voor een zorgboerderij met slaapfunctie. Er bestaat geen vergoedingsrecht omdat de zorg niet is geleverd en vanwege de opstelling van de gemeente ook niet meer geleverd kon worden. Daarnaast heeft Lambertusgroep door beslag te leggen onrechtmatig jegens Pluzorg gehandeld. Tot slot is Lambertusgroep de contractuele boetes (artikel D van de dienstenovereenkomst) verschuldigd omdat zij zaken die intern binnen Pluzorg zijn verspreid naar buiten heeft gebracht, aldus Pluzorg.
3.7.
Lambertusgroep voert verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Opzegging
4.1.
De kern van het geschil tussen partijen bestaat uit de vraag of Pluzorg de dienstenovereenkomst geldig heeft opgezegd. De rechtbank is van oordeel dat Pluzorg de dienstenovereenkomst mocht opzeggen maar dat Pluzorg een opzegtermijn van twee maanden in acht had moeten nemen.
4.2.
Op grond van artikel D van de dienstenovereenkomst kan deze worden opgezegd indien de “
bovenstaande voorwaarden” uit de dienstenovereenkomst niet worden nageleefd, met een opzegtermijn van twee maanden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Lambertusgroep niet voldaan aan de voorwaarden van de dienstenovereenkomst. Zij legt uit waar dat uit blijkt.
4.3.
Om zorg te kunnen bieden moet een instelling, dus ook Lambertusgroep, voldoen aan de wettelijke eisen voor zorginstellingen. In de dienstenovereenkomst is die verplichting neergelegd in artikel A lid 4. Die wettelijke eisen zijn, onder meer, te vinden in de artikelen 2 en 3 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Die bepalen:

Artikel 2
1. De zorgaanbieder biedt goede zorg aan.
2. Onder goede zorg wordt verstaan zorg van goede kwaliteit en van goed niveau:
a. die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht is, tijdig wordt verleend, en is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt;
b. waarbij zorgaanbieders en zorgverleners handelen in overeenstemming met de op hen rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard en de kwaliteitsstandaarden; en
c. waarbij de rechten van de cliënt zorgvuldig in acht worden genomen en de cliënt ook overigens met respect wordt behandeld.
(…)

Artikel 3
De zorgaanbieder organiseert de zorgverlening op zodanige wijze, bedient zich zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personele en materiële middelen en, voor zover nodig, bouwkundige voorzieningen en, indien hij een instelling is, draagt tevens zorg voor een zodanige toedeling van verantwoordelijkheden, bevoegdheden alsmede afstemmings- en verantwoordingsplichten, dat een en ander redelijkerwijs moet leiden tot het verlenen van goede zorg.
4.4.
Begin maart 2021 heeft Pluzorg via de gemeente Heerhugowaard informatie ontvangen met zorgen over de hygiëne en het pedagogisch klimaat bij de Lambertushoeve.
Uit die informatie blijkt, voor de rechtbank relevant, dat er serieuze tekortkomingen zijn gezien op het gebied van hygiëne (een vieze omgeving in en om de boerderij, zoals een bed dat onder de poep zit, vertrekken die vies zijn en dingen die stuk zijn). De zorgen over het pedagogisch klimaat betreffen het uitdelen van strenge en onredelijke straffen zoals strafregels schrijven, vroeg opstaan, niet meer bij de dieren mogen komen. Daarnaast worden er vervelende, kleinerende opmerkingen over de cliënten en over de gezinssituaties van cliënten. De machtsrelatie wordt hier misbruikt en angst en onveiligheid worden daarmee gevoed.
4.5.
Pluzorg heeft op 4 maart 2021 met Lambertusgroep over die melding gesproken. Vervolgens heeft Pluzorg contact gezocht met de gemeente Alkmaar en voorgesteld om eerst het onderzoek van de toezichthouder en/of de Inspectie Gezondheid en Jeugdzorg af te wachten. De gemeente wees dit voorstel af en heeft Pluzorg de opdracht gegeven de cliënten direct over te plaatsen en dat de gemeente anders zelf zou ingrijpen.
4.6.
Pluzorg heeft dit op 8 maart 2021 aan Lambertusgroep doorgegeven en daarbij meegedeeld de cliënten te herplaatsen en Lambertusgroep voorlopig te schorsen. Weliswaar maakte en maakt Lambertusgroep bezwaar tegen die schorsing, maar dat bezwaar is naar het oordeel van de rechtbank ongegrond. Het belang van goede en vooral veilige zorg voor cliënten gaat voor het belang van Lambertusgroep om cliënten te kunnen ontvangen. Dat Pluzorg hangende het onderzoek naar de situatie op de Lambertushoeve daar tijdelijk geen mensen plaatste, is dus gerechtvaardigd.
4.7.
Nadat Pluzorg eind maart 2021 van de gemeente Alkmaar te horen kreeg dat de toezichthouders van de gemeente Alkmaar de klachten onderschrijven, heeft Pluzorg de dienstenovereenkomst met Lambertusgroep opgezegd. Uit de mondelinge informatie die Pluzorg van de gemeente Alkmaar ontving, blijkt dat Lambertusgroep niet voldeed aan haar wettelijke verplichting goede zorg te leveren. Dat Pluzorg dit niet zelf heeft geconstateerd en moest afgaan op mondelinge informatie van de gemeente, kan haar niet worden verweten. De gemeente weigerde de schriftelijke bevindingen aan Pluzorg af te geven. Pas recent heeft Pluzorg de beschikking gekregen over de schriftelijke bevindingen van de toezichthouders van de gemeente Alkmaar. Weliswaar is dat slechts een concept-rapport van hun locatiebezoek aan de Lambertushoeve op 5 maart 2021, maar daaruit blijkt voldoende dat de Lambertushoeve in ieder geval niet voldeed aan de eisen van een goede hygiëne. Ook de opzegging van de dienstenovereenkomst was dus gerechtvaardigd.
4.8.
De verwijten die Lambertusgroep Pluzorg maakt, zijn onterecht. Noodgedwongen moest Pluzorg af gaan op informatie van derden die deels slechts mondeling aan haar is verstrekt. Daar staat tegenover dat nergens uit blijkt dat de kern van de zorgen/verwijten aan het adres van Lambertusgroep onterecht zijn. Integendeel. Met name de klachten over de hygiëne op de Lambertushoeve worden bevestigd door de schriftelijke bevindingen van de toezichthouders en de daarbij gevoegde foto’s.
Dat Pluzorg had moeten kiezen voor de belangen van Lambertusgroep en de waarschuwingen van de gemeente Alkmaar moest negeren, waaronder de uitdrukkelijke opdracht geen mensen meer bij de Lambertushoeve te plaatsen, is ongegrond. Al was het maar omdat de veiligheid van cliënten gaat voor de financiële belangen van Lambertusgroep.
4.9.
Hoewel de opzegging dus gerechtvaardigd was, moest Pluzorg daarbij wel een opzegtermijn van twee maanden in acht nemen. De dienstenovereenkomst bevat namelijk geen bepaling op grond waarvan deze met onmiddellijke ingang kan worden opgezegd.
Omdat Pluzorg geen opzegtermijn van twee maanden in acht heeft genomen, is zij in beginsel verplicht de schade die Lambertusgroep daardoor heeft geleden, te vergoeden. Dat Lambertusgroep hierdoor schade heeft geleden, is echter niet aannemelijk. In de eerste plaats omdat in de dienstenovereenkomst of tussen partijen geen minimum aantal te plaatsen cliënten is overeengekomen. Ten tweede is onaannemelijk dat Pluzorg, ook indien zij wel een opzegtermijn van twee maanden in acht had genomen, cliënten had geplaatst bij Lambertusgroep. Uit de reactie van Lambertusgroep over de klachten blijkt namelijk dat zij die niet dan wel onvoldoende serieus nam en dat het op korte termijn tot verbeteringen zou komen. Gelet hierop en gelet op het verbod van de gemeente om cliënten naar de Lambertushoeve te laten gaan, bestond er voor Pluzorg geen verplichting om haar cliënten bij Lambertusgroep te plaatsen en kon Lambertusgroep op grond van de dienstenovereenkomst ook niet van Pluzorg vragen om mensen te plaatsen. Er is dus geen schade aan de kant van Lambertusgroep.
4.10.
Op grond van het voorgaande zullen de vorderingen van Lambertusgroep worden afgewezen.
Proceskosten
4.11.
Lambertusgroep is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Pluzorg als volgt vastgesteld:
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
2.366,00
(2,00 punten × € 1.183,00)
Totaal
5.203,00
in reconventie
Ontbinding
4.12.
In reconventie heeft Pluzorg een verklaring voor recht gevorderd dat de dienstenovereenkomst is ontbonden dan wel gerechtelijk te ontbinden. Deze vordering zal de rechtbank niet verder bespreken omdat in conventie is geoordeeld dat de dienstenovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd.
Onrechtmatig beslag
4.13.
Pluzorg heeft ook een verklaring voor recht gevorderd dat Lambertusgroep onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door op 11 mei 2022 conservatoir beslag te leggen. Volgens Pluzorg had het beslag op de rekeningen grote impact omdat 1/3 van de liquide middelen van Pluzorg werd bevroren. Pluzorg werd bedreigd in haar voortbestaan. Verder stelt Pluzorg dat het een raadsel is waarom Lambertusgroep vier maanden omzetderving als schade heeft gevorderd terwijl Lambertusgroep in eerste instantie ook uit ging van een opzegtermijn van twee maanden. Daarnaast heeft Lambertusgroep haar vordering opgevoerd. Indien er een vorderingsrecht van Lambertusgroep zou zijn, dan zou hooguit een fractie van het door Lambertusgroep gevorderde toewijsbaar zijn, aldus Pluzorg.
4.14.
Lambertusgroep betwist dat er sprake is van een onrechtmatig gelegd beslag. Zij volhardt in de door haar bij dagvaarding ingestelde vorderingen.
4.15.
De rechtbank overweegt als volgt. Op de beslaglegger rust een risicoaansprakelijkheid voor de gevolgen van het door hem gelegde beslag indien de vordering waarvoor beslag is gelegd geheel ongegrond is (zie HR 11 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2841). Aangezien de vorderingen van Lambertusgroep in conventie worden afgewezen, is zij in beginsel aansprakelijk voor de schade die Pluzorg heeft geleden door de beslagen die Lambertusgroep voor die vorderingen heeft laten leggen.
4.16.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Pluzorg voldoende aannemelijk gemaakt dat zij door de betreffende beslagen schade heeft geleden en/of zal lijden. Pluzorg heeft namelijk een bankgarantie gesteld en daar heeft zij ieder kwartaal kosten voor moeten betalen. Lambertusgroep heeft de kosten van de bankgarantie niet inhoudelijk betwist. De rechtbank wijst de vorderingen II en III inzake het onrechtmatig beslag toe.
Contractuele boete
4.17.
Daarnaast heeft Pluzorg gevorderd dat Lambertusgroep wordt veroordeeld tot betaling van € 55.000,- als contractuele boete. Volgens Pluzorg heeft Lambertusgroep interne zaken die binnen Pluzorg zijn verspreid naar buiten gebracht door 11 ouders van kinderen aan te schrijven. Dit is in strijd met artikel D van de dienstenovereenkomst.
4.18.
De rechtbank is het met de Lambertusgroep eens dat de gedeelde informatie die betrekking heeft op de Lambertushoeve, vanuit de gemeente komt. Het is geen interne informatie van Pluzorg. Lambertusgroep heeft hiermee niet gehandeld in strijd met artikel D van de dienstenovereenkomst. De gevorderde contractuele boete wordt afgewezen.
4.19.
Lambertusgroep is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Wegens de samenhang tussen de zaken in conventie en in reconventie, worden, tot aan dit vonnis, de proceskosten aan de zijde van Pluzorg als volgt vastgesteld:
- salaris advocaat
1.183,00
(2,00 punten × 0,5 × € 1.183,00)
Totaal
1.183,00
4.20.
Pluzorg vordert daarnaast veroordeling van Lambertusgroep in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De rechtbank zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van Lambertusgroep af,
5.2.
veroordeelt Lambertusgroep in de proceskosten, aan de zijde van Pluzorg tot dit vonnis vastgesteld op € 5.203,00,
in reconventie
5.3.
veroordeelt Lambertusgroep om aan Pluzorg te betalen een bedrag van € 1.064,07, te vermeerderen met de rentebetalingen na 16 februari 2023 tot de dag van opheffing van de bankgarantie,
5.4.
veroordeelt Lambertusgroep in de proceskosten, aan de zijde van Pluzorg tot dit vonnis vastgesteld op € 1.183,00,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en in het openbaar uitgesproken door mr. S.M. Auwerda op 26 april 2023.
type: DdD
coll: JG