Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan de betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, zoals aangegeven door bord C 6 in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990). De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. A. Khadri van Verkeersboete.nl, stelde dat de boete onterecht was opgelegd omdat hij eerst een waarschuwingsbrief had moeten ontvangen, zoals vermeld in het Beleidskader digitale handhaving geslotenverklaringen en voetgangersgebieden.
De kantonrechter oordeelde dat ten tijde van de gedraging, op 8 oktober 2021, de eerste periode van handhaving van de geslotenverklaring al ruimschoots verstreken was. De geslotenverklaring was ingesteld op 1 januari 2017, meer dan vier jaar voor de gedraging, waardoor de ambtenaar bevoegd was om de boete op te leggen zonder voorafgaande waarschuwingsbrief. Daarnaast werd betoogd dat de ambtenaar niet bevoegd was om de boete op te leggen omdat er geen instemming van het Openbaar Ministerie was voor digitale handhaving. De kantonrechter oordeelde echter dat, ook al was er geen bewijs van instemming, de ambtenaar in beginsel bevoegd was om de boete op te leggen, tenzij gemotiveerd werd betwist dat er geen instemming was.
De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskosten af, omdat de boete terecht was opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.