Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
getagddoor een link naar hun Twitterprofiel aan zijn berichten toe te voegen. De aangevers zijn van de inhoud van de berichten op de hoogte geraakt en hebben die als bedreigend ervaren.
taggenin de berichten. Door de berichten op Twitter te plaatsen, heeft de verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de aangevers kennis zouden nemen van de berichten en dat bij hen de vrees zou ontstaan dat zij het leven zouden laten.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
a pressing social need”) voor de beperking waarbij aan de lidstaten een zekere vrijheid toekomt bij de waardering van die noodzaak. Bij die waardering moet een afweging worden gemaakt tussen het fundamentele belang van de vrijheid van meningsuiting (het individuele grondrecht) en het fundamentele belang van bescherming van de democratische rechtsstaat (het algemene fundamentele maatschappelijke belang). Een aanvaardbare beperking van deze vrijheid dient in ieder geval te voldoen aan eisen van proportionaliteit en de daarvoor aangevoerde redenen moeten “
relevant and sufficient” zijn. Tegen deze achtergrond is de vraag in hoeverre de overheid gerechtigd is een inbreuk te maken op het grondrecht niet in algemene zin te beantwoorden, maar zullen naast de letterlijke betekenis van de uiting of boodschap, de omstandigheden van het geval uitsluitsel moeten geven. Enerzijds dient juist een evenwicht te worden gevonden tussen alle in geding zijnde, door het EVRM beschermde rechten en vrijheden, en anderzijds dient gewicht te worden toegekend aan de wisselwerking tussen de aard van de uitlating en het mogelijke effect dat die uitlating sorteert, alsmede aan de context waarbinnen een dergelijke uitlating is gedaan.
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Beslissing omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
8.Vordering benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
270 (tweehonderdzeventig) dagen. Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
167 (honderdzevenenzestig) dagen nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
2 (twee) jaren.
bijzondere voorwaarden:
- meldplicht bij reclassering: de verdachte meldt zich binnen drie dagen na de uitspraak bij Reclassering Nederland bij de volgende contactpersonen: mevrouw [reclasseringswerker 1] ([telefoonnummer 1]) en mevrouw [reclasseringswerker 2] [telefoonnummer 2] op het adres: Oostvest 6 te Haarlem. Hieronder valt ook het meewerken aan huisbezoeken. De meldplicht heeft tot doel betrokkene te kunnen begeleiden bij en controleren op de naleving van de opgelegde bijzondere voorwaarden. De reclassering bepaalt welke gespreksonderwerpen van belang zijn om een inschatting te kunnen maken van de recidive- en veiligheidsrisico’s, waarbij de privacy van betrokkene zoveel mogelijk gerespecteerd zal worden. De verdachte moet op een constructieve wijze meewerken aan deze gesprekken en openheid van zaken geven over de door de reclassering bepaalde gespreksonderwerpen, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- opname in een zorginstelling-Klinische opname:de verdachte wordt verplicht om op basis van de door het NIFP-IFZ nog af te geven indicatiestelling en nadat dit door de rechter is bevolen, zich te laten opnemen in de (forensische) verslavingszorg of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- ambulante behandeling:aansluitend op de klinische behandeling, laat de verdachte zich behandelen door het Forensisch FACT-team van Fivoor, De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- alcoholverbod: de verdachte wordt verboden om alcohol te gebruiken, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde zal ondersteund worden door middel van urineonderzoek;
- meewerken aan toeleiding naar dagbesteding:de verdachte dient zich in te spannen om zinvolle dagbesteding te vinden en te behouden. Dit kan zowel een opleiding, betaald werk of vrijwilligerswerk zijn. Hij dient zich in te schrijven bij een uitzendbureau, opleidingsinstantie of te reageren op vacatures. Hij dient zich te houden aan de werktijden of opleidingstijden. Indien hierbij samengewerkt dient te worden met de gemeente, zal hij hieraan mee dienen te werken;
- meewerken aan gesprekken m.b.t. ideologie:de verdachte dient mee te werken aan gesprekken over ideologie en gedachtengoed met een door de reclassering aan te wijzen deskundige (NTA, LSE of andere soortgelijke instantie), indien en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- twitterverbod:de verdachte wordt een Twitterverbod opgelegd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
[benadeelde 3]geleden schade tot een bedrag van
€ 300,- (driehonderd euro)als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf
20 oktober 2022tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 3], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde 3]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 300,- (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagengijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
20 oktober 2022tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[benadeelde 5]geleden schade tot een bedrag van
€ 370,- (driehonderdzeventig euro)als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf
20 oktober 2022tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 5], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde 5]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 370,-(driehonderdzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagengijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
20 oktober 2022tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.