In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 maart 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] te [plaats]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 29 augustus 2023 en om gedeeltelijke gezagsuitoefening te verkrijgen met betrekking tot medische behandelingen van de minderjarige. De ouders van de minderjarige, vertegenwoordigd door mr. P.J. van der Pol, hebben zich niet verzet tegen de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing, maar hebben wel bezwaar gemaakt tegen de gedeeltelijke gezagsuitoefening. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige gedragsproblemen vertoont en dat behandeling noodzakelijk is. De ouders hebben echter blijk gegeven van een gebrek aan inzicht in de situatie van de minderjarige en de noodzaak van behandeling. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de GI gedeeltelijk het gezag uitoefent, zodat behandelingen kunnen plaatsvinden zonder dat de ouders telkens toestemming hoeven te geven. De kinderrechter heeft het verzoek van de GI toegewezen en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 29 augustus 2023, evenals de gedeeltelijke gezagsuitoefening.