ECLI:NL:RBNHO:2023:3774

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
10362787 KG EXPL 23-34
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing loonvordering in kort geding met dwangsom voor verstrekking loonstroken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen FHV Castricum BV, in haar hoedanigheid van bewindvoerder van de heer [onderbewind gestelde], en Ashtar Food B.V. De bewindvoerder vorderde loonbetaling en verstrekking van loonstroken voor de maanden januari en februari 2023, alsook wettelijke verhogingen en rente. De bewindvoerder stelde dat Ashtar Food haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst niet nakwam door het salaris van [onderbewind gestelde] niet tijdig te betalen. De kantonrechter oordeelde dat Ashtar Food het loon van [onderbewind gestelde] op tijd diende te betalen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat het loon ingehouden werd. De kantonrechter wees de vordering van de bewindvoerder toe, inclusief de dwangsom voor het niet verstrekken van de loonstroken. Ashtar Food werd veroordeeld om het loon door te blijven betalen en om de wettelijke verhogingen en rente te voldoen. De proceskosten werden eveneens aan Ashtar Food opgelegd, omdat zij ongelijk kreeg in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10362787 \ KG EXPL 23-34 MR
Uitspraakdatum: 12 april 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de besloten vennootschap
FHV Castricum BVin haar hoedanigheid van bewindvoerder van de heer [onderbewind gestelde] (hierna te noemen: [onderbewind gestelde] )
gevestigd te [plaats]
eiseres
verder te noemen: de bewindvoerder
gemachtigde: mr. W.G. Westerman
tegen
de besloten vennootschap
Ashtar Food B.V.
gevestigd te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: Ashtar Food
gemachtigde: geen.
De zaak in het kort
De vordering van de bewindvoerder tot loonbetaling tot het einde van de arbeidsovereenkomst van de werknemer wordt toegewezen. De werkgever wordt veroordeeld om op straffe van een dwangsom loonstroken te verstrekken. De wettelijke rente en de wettelijke verhoging worden eveneens toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
De bewindvoerder heeft Ashtar Food op 3 maart 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 maart 2023. Namens de bewindvoerder zijn [medewerkers] verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. [onderbewind gestelde] is ook verschenen. Namens Ashtar Food is [medewerkster] (medewerkster administratie) verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft de bewindvoerder bij e-mail van 27 maart 2023 nog een productie toegezonden. De bewindvoerder heeft op 28 maart 2023 een “akte vermeerdering eis, alsmede de daarin vermeld productie” aan Ashtar Food laten betekenen en gemaild en deze stukken overgelegd.

2.De feiten

2.1.
[onderbewind gestelde] is met ingang van 1 september 2022 in dienst bij Ashtar Food. Blijkens zijn loonstroken in de functie van “Productiemedewerker” tegen een salaris van € 1.319,50 bruto per maand voor 108,33 uur.
2.2.
Ashtar Food heeft het salaris van [onderbewind gestelde] op de volgende data voldaan:
 September 2022 24 januari 2023
 Oktober 2022 24 januari 2023
 November 2022 15 februari 2023
 December 2022 15 februari 2023
 Januari 2023 3 maart 2023
 Februari 2023 17 maart 2023.
2.3.
De bewindvoerder en de advocaat hebben Ashtar Food meerdere keren gesommeerd het salaris (op tijd) te voldoen. In reactie op een sommatie van 16 januari 2023 van de bewindvoerder heeft Ashtar Food op 24 januari 2023 onder andere geschreven:
“Dat klopt, zijn salaris is vanaf sep t/m dec niet uitbetaald. Dit was ingehouden omdat Dhr. [onderbewind gestelde] schade had gericht in het pand. Toch zijn wij tot conclusie gekomen dat het niet door Dhr. [onderbewind gestelde] is veroorzaakt. Hierdoor hebben wij direct zijn salaris van periode sep en okt uitbetaald. November en december zijn verstuurd naar onze financiële afdeling en zal volgende week ook uitbetaald worden. (…)”
2.4.
Op 15 februari 2023 heeft de advocaat van de bewindvoerder Ashtar Food gesommeerd aan haar loonbetalingsverplichting te voldoen en op 17 februari 2023 heeft hij een kort geding aangekondigd. Diezelfde dag heeft Ashtar Food in reactie onder andere het volgende per e-mail bericht:
“De salarissen zijn betaald voor november en december. Deze zijn later betaald ivm onenigheid over verschillende schades en boetes die hij heeft gemaakt. We zijn nog aan het bekijken wat wij nog van hem tegoed hebben, maar november en december hebben we wel overgemaakt inmiddels. Ook is hij heel vaak te laat gekomen, dus we zijn niet erg te spreken over zijn geleverde werk.”

3.De vordering

3.1.
De bewindvoerder vordert (na wijzigingen en samengevat) dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Ashtar Food veroordeelt:
I. de loonstroken voor de maanden januari en februari 2023 af te geven op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 5.000,00 per te verstrekken loonstrook;
II. het loon van [onderbewind gestelde] door te blijven betalen vanaf 1 maart 2023 totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd, steeds onder verstrekking van een deugdelijke loonstrook, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag, met een maximum van € 5.000,00;
III. voor zover zij niet tijdig en/of volledig voldoet aan de veroordeling onder II, tot betaling van de wettelijke verhoging en wettelijke rente over dit loon, berekend vanaf de datum dat het loon betaald had moeten worden, tot de dag van volledige betaling;
IV. de wettelijke verhoging van 50% over de salarissen van september, oktober, november, december 2022 en januari en februari 2023 te voldoen;
V. om te voldoen de wettelijke rente over het verschuldigde salaris van september tot en met december 2022 en januari en februari 2023 vanaf de opeisbaarheid (steeds de eerste van de daaropvolgende maand) tot aan de dag van algehele voldoening;
VI. in de proces- en nakosten, waaronder begrepen de eigen bijdrage voor de toevoeging en - voor het geval voldoening van de nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
De bewindvoerder legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Ashtar Food vanaf de eerste maand het salaris van [onderbewind gestelde] niet dan wel uiteindelijk veel te laat betaalt. Ashtar Food komt haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, te weten het onder afgifte van salarisstroken betalen van het overeengekomen salaris, niet na. Omdat Ashtar Food heeft erkend de salarissen van september tot en met december 2022 te laat te hebben betaald en de reden daarvoor geheel voor haar rekening komt, dient de wettelijke verhoging en wettelijke rente te worden toegewezen. De wettelijke verhoging is een onvoldoende prikkel. Daarom moet ook een dwangsom worden opgelegd.

4.Het verweer

4.1.
Ashtar Food betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat zij ontevreden is over [onderbewind gestelde] . Zij was gerechtigd het loon van [onderbewind gestelde] in te houden dan wel te verrekenen. [onderbewind gestelde] werkt als verkoper. Als hij een product verkoopt, moet de klant direct contant afrekenen. [onderbewind gestelde] heeft “twee keer ofzo” niet direct contant afgerekend met de klant. Omdat de betreffende klant niet meteen betaalde, heeft Ashtar Food het loon van [onderbewind gestelde] ingehouden.

5.De beoordeling

5.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als de bewindvoerder daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om een loonvordering.
5.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3.
Het gaat in deze zaak in de eerste plaats om de vraag of Ashtar Food het loon van [onderbewind gestelde] moet betalen. Niet in geschil is dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en dat [onderbewind gestelde] heeft gewerkt.
5.4.
Uitgangspunt is dat Ashtar Food als werkgever het loon van [onderbewind gestelde] op tijd dient te betalen. Slechts in bijzondere situaties kan een werkgever het loon van een werknemer inhouden en/of verrekenen. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat een dergelijke situatie zich hier voordoet.
5.5.
Ashtar Food heeft erkend dat zij het salaris van [onderbewind gestelde] heeft ingehouden en te laat heeft betaald. Ashtar Food voert aan dat zij gerechtigd was het loon van [onderbewind gestelde] niet te betalen. Zij heeft in door haar verzonden e-mails daarover verwezen naar schade aan het pand en boetes en schades. Wat betreft de schade aan het pand heeft zij in diezelfde e-mail al geschreven dat de schade niet door [onderbewind gestelde] is veroorzaakt en dat het loon alsnog uitbetaald wordt. Ter zitting heeft Ashtar Food over de schade verklaard dat zij het loon van [onderbewind gestelde] heeft ingehouden dan wel heeft verrekend, omdat hij in strijd met een tussen partijen geldende afspraak niet direct contant met klanten heeft afgerekend.
5.6.
De door Ashtar Food aangevoerde redenen kunnen naar het oordeel van de kantonrechter geen gronden zijn het salaris van [onderbewind gestelde] niet te voldoen. Kennelijk is [onderbewind gestelde] , anders dan op zijn loonstrook vermeld staat, geen productiemedewerker maar werkt hij als verkoper/verkoopmanager en bezoekt hij klanten om producten te verkopen. De kantonrechter begrijpt uit het verweer dat Ashtar Food in feite het risico dat een klant niet voor producten van haar betaalt, neerlegt bij haar werknemer. Los van de vraag of daarvoor wel een wettelijke grondslag bestaat kan daarvan, zonder andere toelichting en onderbouwing, zeker geen sprake zijn. Een werknemer hoeft niet het incassorisico van haar werkgever te dragen. Ashtar Food heeft [onderbewind gestelde] of de bewindvoerder er ook niet vooraf op gewezen dat zij daarom het loon niet zou betalen. Zij heeft zonder enige kennisgeving het loon niet voldaan en heeft daarbij geen rekening gehouden met de door haar in acht te nemen beslagvrije voet. Daar komt bij dat niet valt in te zien waarom Ashtar Food voor twee gevallen waarin een klant niet betaald zou hebben, elke maand sinds de indiensttreding van [onderbewind gestelde] het loon (veel) te laat heeft betaald.
5.7.
Ashtar Food heeft na de dagvaarding op 3 respectievelijk 17 maart 2023 het loon van [onderbewind gestelde] voor de maanden januari en februari 2023 alsnog voldaan. De bewindvoerder heeft de vordering daarom verminderd. Op het moment van de zitting was er dus geen sprake van niet betaald loon. In hetgeen hiervoor is overwogen ziet de kantonrechter aanleiding Ashtar Food te veroordelen het loon van [onderbewind gestelde] door te blijven betalen totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze geëindigd is of tot het moment dat Ashtar Food wettelijk niet verplicht is het loon van werknemer door te betalen, zoals is gevorderd. [onderbewind gestelde] (of de bewindvoerder) heeft daar een groot belang bij.
5.8.
De bewindvoerder vordert ook Ashtar Food te veroordelen loonstroken te verstrekken voor de maanden januari en februari 2023 en vanaf 1 maart 2023. Ashtar Food is op grond van de wet verplicht om loonstroken te verstrekken aan de bewindvoerder. [1] De bewindvoerder heeft onbetwist gesteld dat Ashtar Food die verplichting niet is nagekomen en heeft toegelicht en onderbouwd dat [onderbewind gestelde] elke maand een loonstrook moet ontvangen omdat hij maandelijks zijn loonstrook in moet leveren voor zijn aanvraag van bijzondere bijstand. De veroordeling tot afgifte van de loonstroken voor de maanden januari en februari 2023 is daarom toewijsbaar. De kantonrechter geeft Ashtar Food, zoals door de bewindvoerder primair kennelijk is verzocht, zeven dagen de tijd om aan deze verplichting te voldoen. Aangezien Ashtar Food in het verleden nalatig is geweest met de afgifte van de loonstroken, wordt de gevorderde dwangsom toegewezen, als volgt. Deze wordt vastgesteld op € 25,00 per dag, met een maximum van € 2.500,00 per te verstrekken loonstrook. Ook ten aanzien van het loon vanaf 1 maart 2023 moet Ashtar Food loonstroken afgeven. De vordering die daarop ziet wordt toegewezen als volgt en ook daaraan wordt een dwangsom gekoppeld van € 25,00 per dag, met een maximum van € 2.500,00 per te verstrekken loonstrook.
5.9.
De bewindvoerder maakt verder aanspraak op de maximale wettelijke verhoging [2] en de wettelijke rente [3] over het loon tot en met februari 2023. Deze vordering is op de wet gegrond en is niet door Ashtar Food betwist, zodat die wordt toegewezen. De kantonrechter ziet daarbij geen aanleiding om de wettelijke verhoging ambtshalve te matigen.
5.10.
Voor zover Ashtar Food het loon vanaf maart 2023 ook niet tijdig betaald heeft of betaalt, wordt ook daarover de wettelijke verhoging en rente als onbetwist toegewezen.
5.11.
De conclusie is dat de kantonrechter de ter zitting verminderde vordering van de bewindvoerder, zoals hierna vermeld, zal toewijzen.
5.12.
De proceskosten komen voor rekening van Ashtar Food, omdat zij ongelijk krijgt. De betaalde eigen bijdrage voor de verleende toevoeging, waarvan betaling wordt gevorderd, wordt geacht in het toe te wijzen bedrag aan proceskosten te zijn begrepen en komt derhalve niet voor afzonderlijke toewijzing in aanmerking. Wegens het ontbreken van een wettelijke grondslag is een kostenveroordeling met de verplichting tot betaling van de exploot- en/of advertentiekosten in verband met een toevoeging niet mogelijk. De gevorderde wettelijke rente over de nakosten wordt toegewezen. De kantonrechter zal de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden, omdat die veroordeling voor de nakosten en de wettelijke rente daarover al een executoriale titel oplevert. [4]

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Ashtar Food om binnen zeven dagen na dagtekening van dit vonnis aan de bewindvoerder te verstrekken de loonstroken voor de maanden januari en februari 2023, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25,00 per dag (een dagdeel daaronder begrepen), met een maximum van € 2.500,00 per te verstrekken loonstrook;
6.2.
veroordeelt Ashtar Food om het loon van [onderbewind gestelde] door te blijven betalen vanaf 1 maart 2023 totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd dan wel tot het moment dat Ashtar Food wettelijk niet verplicht is het loon door te betalen, steeds onder verstrekking van een deugdelijke loonstrook, deze laatstgenoemde verstrekking rechtstreeks aan de bewindvoerder en op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25,00 per dag (een dagdeel daaronder begrepen), met een maximum van € 2.500,00 per te verstrekken loonstrook;
6.3.
veroordeelt Ashtar Food, voor zover zij niet tijdig en/of volledig voldoet aan de veroordeling onder 6.2., tot betaling aan de bewindvoerder van de wettelijke verhoging en wettelijke rente, in de zin van artikel 6:119 BW, over dit loon, berekend vanaf de datum dat het loon betaald had moeten worden, tot de dag van volledige betaling;
6.4.
veroordeelt Ashtar Food om binnen zeven dagen na dagtekening van dit vonnis aan de bewindvoerder te voldoen de wettelijke verhoging van 50% over de salarissen van september, oktober, november, december 2022 en januari en februari 2023;
6.5.
veroordeelt Ashtar Food om binnen zeven dagen na dagtekening van dit vonnis aan de bewindvoerder te voldoen de wettelijke rente over het verschuldigde salaris van september tot en met oktober 2022 vanaf respectievelijk 1 oktober 2022 en 1 november 2022 tot en met 24 januari 2023, de wettelijke rente over het verschuldigde salaris van november 2022 en december 2022 vanaf respectievelijk 1 december 2022 en 1 januari 2023 tot en met 15 februari 2023, de wettelijke rente over het verschuldigde salaris van januari 2023 vanaf 1 februari 2023 tot en met 3 maart 2023 en de wettelijke rente over het verschuldigde salaris van februari 2023 vanaf 1 maart 2023 tot en met 17 maart 2023;
6.6.
veroordeelt Ashtar Food tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de bewindvoerder tot en met vandaag vaststelt op:
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 529,00,
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.8.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:626 Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 7:625 BW.
3.Artikel 6:119 BW.
4.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2022:853 (