ECLI:NL:RBNHO:2023:3604
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing zorgregeling in familierechtelijke procedure met betrekking tot minderjarigen
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 18 april 2023 uitspraak gedaan in een familierechtelijke procedure betreffende de zorgregeling voor twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Verhoog, en de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.B. Warmerdam-Wolfs, hebben een verzoek ingediend tot het vaststellen van een zorgregeling. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar de belangen van de kinderen en de mogelijkheden voor contactherstel met de vader.
Uit het rapport van de Raad blijkt dat beide kinderen aanzienlijke weerstand hebben tegen contactherstel met hun vader. De Raad concludeert dat, hoewel het belang van de kinderen zich niet verzet tegen contactherstel, een zorgregeling niet in hun belang is. De rechtbank onderschrijft deze conclusie en overweegt dat omgang tussen de vader en de minderjarigen in dit geval in strijd is met hun zwaarwegende belangen. De rechtbank wijst het verzoek van de vader tot het vaststellen van een zorgregeling af, en benadrukt dat de ouders zelf verantwoordelijk zijn voor het verbeteren van hun onderlinge verstandhouding, wat essentieel is voor het welzijn van de kinderen.
De rechtbank wijst erop dat de afwijzing van het verzoek tot omgang tijdelijk is en dat de vader in geval van wijziging van omstandigheden opnieuw een verzoek kan indienen. De uitspraak is gedaan door mr. A.S. Friedberg, rechter en kinderrechter, en is openbaar uitgesproken op 18 april 2023.