8.3.De rechtbank volgt verweerder niet in dat betoog. De gemeenteraad heeft met het Rigo-rapport wel onderbouwd dat er sprake is van schaarste, maar dat rapport bevat geen gegevens waaruit volgt dat een omzettingsvergunningstelsel noodzakelijk en geschikt is om onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van die schaarste te bestrijden. Met name is - met dat rapport - niet onderbouwd dat “verkamering” in de hele gemeente van zodanige omvang is dat daardoor onevenwichtige en onrechtvaardige effecten ontstaan en evenmin dat het tegengaan van wel voorkomende “verkamering” onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste kan bestrijden. De omvang van het verkameringsprobleem, laat staan de onevenwichtige of onrechtvaardige effecten daarvan, heeft de gemeenteraad niet in kaart gebracht. Verweerder voert dit wel aan, maar enkel in algemene bewoordingen zonder concrete onderbouwing. Met name aan de stelling dat het tegengaan van verkamering van duurdere segmenten in de woningmarkt tot bestrijding van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste leidt, heeft verweerder niet onderbouwd. Eisers hebben er in dit verband ook niet ten onrechte op gewezen dat zij met verkamering ook juiste mede bijdragen aan het oplossen van schaarste op de woningmarkt door juist meer onzelfstandige woonruimten aan te bieden. Ook uit het Rigo-rapport blijkt niet dat sprake is van onevenwichtige of onrechtvaardige effecten en dat ingrijpen noodzakelijk is. In dat rapport staat dat de gemeente er in beginsel voor zou kunnen kiezen om voor alle segmenten van de woningmarkt in Zaanstad een vergunningplicht voor kamerverhuur (en woningsplitsing) in te voeren. In het rapport is dat standpunt niet onderbouwd, zodat het rapport geen grondslag biedt voor het betoog dat de invoering van het omzettingsvergunningstelsel daadwerkelijk noodzakelijk is. Op de zitting heeft verweerder erop gewezen dat er wachtlijsten bestaan en dat de doorstroom stagneert, maar ook daarmee heeft verweerder niet onderbouwd dat een omzettingsvergunningstelsel onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste bestrijdt. De rechtbank volgt verweerder niet in het betoog dat enkel het bestaan van lange wachtlijsten voldoende is om aan te tonen dat sprake is van effecten van schaarste die onevenwichtig en onrechtvaardig zijn waarvoor het omzettingsvergunningstelsel een oplossing biedt. Bij de vraag of de gemeenteraad gebruikmaakt van een bevoegdheid als die waar het in deze beroepen om gaat, mag verlangd worden dat bijvoorbeeld de omvang van het probleem en de behoefte aan voorzieningen zoals kamerverhuur in kaart worden gebracht. Dat is niet gebeurd.
Wat is de (tussen)conclusie?
9. Uit het vorenstaande volgt dat de gemeenteraad bij de aanwijzing in de Huisvestingsverordening van categorieën woonruimte waarvoor de omzettingsvergunningplicht zou moeten gelden, wel heeft onderbouwd dat sprake is van schaarste maar niet dat sprake is van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten die het opnemen van een verbod tot omzetting van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte, behoudens met vergunning, rechtvaardigt. De rechtbank sluit niet uit dat de gemeenteraad met nader onderzoek alsnog toereikend kan motiveren dat er grond is voor het instellen van het in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 geregelde verbod tot omzetting van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte zonder vergunning, zoals geregeld in hoofdstuk 3, afdeling I, van de Huisvestingsverordening. Dit brengt mee dat voormelde bepalingen in de voorliggende beroepen buiten toepassing gelaten moeten worden.
Wat betekent dit voor de verleende vergunningen?
10. De verleende vergunningen zijn gebaseerd op bepalingen die buiten toepassing moeten worden gelaten. Verweerder kon aan eisers geen vergunningplicht voor omzetting/kamerverhuur tegenwerpen. Dit betekent dat de desbetreffende beroepen slagen. De bestreden besluiten van 2 mei 2022 moeten worden vernietigd en de primaire besluiten moeten worden herroepen. Gelet op de overwegingen in het beroep, ziet de rechtbank aanleiding om zelf in de zaak te voorzien. De rechtbank bepaalt dat de vergunningen moeten worden geweigerd, vanwege het ontbreken van een vergunningplicht.
Wat betekent dit voor de geweigerde vergunning?
11. Ook het beroep in de zaak met nummer 22/2479 slaagt. Ook daarin heeft verweerder ten onrechte aan eiser een vergunningplicht voor kamerverhuur tegengeworpen. Het bestreden besluit van 2 mei 2022 dat daarop betrekking heeft, moet worden vernietigd. De rechtbank laat de rechtsgevolgen daarvan wel in stand omdat er geen vergunning voor kamerverhuur nodig is. Dat laat onverlet dat het primaire besluit op een onrechtmatige grondslag berust.