Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
2.De feiten
6.1 De onroerende zaak zal aan koper in eigendom worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst bevindt, derhalve met alle (…) zichtbare en onzichtbare gebreken (…).
in 2002 een uitbouw heeft gerealiseerd (…). Uit het antwoord op vragen 9j blijkt dat de aanbouw in eigen beheer is uitgevoerd. Tijdens de opname is gebleken dat de toegepaste draagconstructie van de uitbouw ondeugdelijk is. De houten balklaag van het dak van de uitbouw is enerzijds opgelegd op het houten gevelkozijn aan de achtergevel en anderzijds is de balklaag met balkankers gekoppeld aan de dragende balk die is verwerkt in het plafond. Mogelijk is deze opleggingsrichting gekozen vanwege de gebrekkige woningscheidende tuinmuur. De dragende balk blijkt gebrekkig. (…)
geïnformeerd over de instabiele situatie en is geadviseerd een tijdelijke schroefstempelconstructie aan te brengen (…). Voor wat betreft de materiaalkeuze in combinatie met samenstelling en oplegging van de dragende balk en het trapsgewijs gescheurde metselwerk op de 1e verdieping is sprake van een verborgen gebrek en een gevaarlijke situatie.”
3.Het geschil
- € 157.974,15 met wettelijke rente;
- € 6.547,00 aan deskundigenkosten;
- € 1.679,09 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- proceskosten inclusief nakosten met wettelijke rente.
4.De beoordeling
5.De beslissing
- een bedrag van € 6.655,00 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 20 mei 2022 tot de dag van volledige betaling,
- een bedrag van € 200,00 aan deskundigenkosten,
- een bedrag van € 856,38 aan buitengerechtelijke incassokosten,